Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - jaargang 7 Nummer 54 - 15 november 2025

Inhoudsopgave

- Van de Voorzitter

- Actueel

- Archeokout 50, door Jaap van der Woude

- Boek Vrilkhoven, aanvulling, door Ger van den Oetelaar

- Liempds erfgoed in Museum 't Oude Slot, door Ger van den Oetelaar 

- Wandeling, gedicht door Jasper Mikkers

- Wandeling, bespiegeling door Jasper Mikkers

- Crowdfunding Het Wolfsbit 

- In Balans, deel 2, door Frans van den Langenberg

- Martinus van Elmt, aanvulling, door Ger van den Oetelaar

- Mishandeling borgemeester, door Jan van de Sande

- Bidprentjes beeldbank Kèk Liemt

 

Van de voorzitter

Door Harrie Raaimakers

Kasteren door de jaren heen

Zoals in de vorige nieuwsbrief Kèk Efkes aangekondigd is op 8 november 2025 onder grote belangstelling het boek ‘Kasteren door de eeuwen heen’ gepresenteerd. Deze presentatie, onder dagvoorzitterschap van Wilbert Steenbakkers, vond plaats in De Serenade. De middag werd opgeluisterd met drie interessante lezingen: Ger van den Oetelaar over Kasteren, Jan Sanders over de Kartuizers en Désiré van Laarhoven over de Kasterense elite. Het eerste boek is door voorzitter René Knoops in ontvangst genomen namens buurtvereniging Kasteren. Onze dank voor de totstandkoming van dit prachtige boek gaat uit naar de auteurs en redacteurs die dit mogelijk hebben gemaakt, maar speciaal naar Ger van den Oetelaar. Onder zijn regie en dankzij zijn bijdrage heeft het boek de kwaliteit die het nodig heeft en verdiend. 

Goud voor Archeokout

In 2021 heeft er archeologisch onderzoek plaatsgevonden in de pastorietuin te Liempde. In de Nieuwsbrief Kèk Efkes van 15 juli 2021 heeft Jaap van der Woude namens onze werkgroep archeologie hier een artikel over geschreven. In dit artikel, getiteld ‘Ouwe Meuk’, legt hij gevat uit wat het woord meuk betekent. Ook vertelt hij hier op humoristische wijze, soms met een vleugje sarcasme, over het nut en belang van dit onderzoek. Dit valt zo in de smaak dat de redactie van Kèk Efkes hem verzoekt met schrijven door te gaan. Dat deed en doet hij en niet zonder succes! Het schrijven is hem immers op het lijf geschreven. In deze Nieuwsbrief vinden jullie alweer de VIJFTIGSTE editie van zijn Archeokout. Zijn publicaties handelen inmiddels nauwelijks nog over archeologie. Jaap vertelt ons op een geheel eigengereide maar onderhoudende wijze vooral over allerlei markante gebeurtenissen in onze geschiedenis. Waar en hoe lang geleden ze hebben plaatsgevonden maakt hem niet uit. Chapeau. 
Jaap, namens alle lezers van onze nieuwsbrief van harte gefeliciteerd met het bereiken van deze mijlpaal en we hopen nog jaren van je scherpe pen te mogen genieten, dus Jaap….. ‘OP NAOR D’HONDERD’!!!

Boxtel Kroniek

De Boxtel Kroniek is een tijdschrift dat Heemkunde Boxtel vier maal per jaar uitgeeft en verspreid onder haar leden. Begin deze maand hebben ook onze leden, met dank aan Heemkunde Boxtel, het novembernummer in de bus gekregen. Ook auteurs van Kèk Liemt hebben in deze editie een aantal pagina’s mogen vullen met hun verhalen. De layout en de verspreiding van de kroniek is verder geheel in handen van de redactie van Heemkunde Boxtel. Daarvoor onze dank! Wij als bestuur zien het als een verrijking en als jullie hier ook zo over denken gaan we hier graag mee door. Het gezamenlijke januarinummer is al in de maak. Tijdens de ALV /Algemene Ledenvergadering in maart 2026 wordt deze actie geëvalueerd. 

Boeken boeken boeken...

November is een echte boekenmaand geworden. Behalve het boek ‘Kasteren door de eeuwen heen' zijn er deze maand nog een drietal boeken verschenen waar een viertal leden een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd. Voor het boek ‘BAEST, leven, werken en natuur door de eeuwen heen’ zijn dit Ger van den Oetelaar als auteur en Wilbert Steenbakkers als tekstredacteur.
Aan het  ‘Jubileumboek imkervereniging De Honingbij’ zijn dit Jan van den Langenberg en Ger van den Oetelaar als auteur en ook hier Wilbert Steenbakkers als tekstredacteur.
Tot slot het cursusboek ‘Liempdse Gehuchten’, dit is geschreven door Ger van den Oetelaar. 

Crowdfunding ten behoeve van het literaire werk van ons lid Jasper Mikkers

Jasper is met zijn maandelijkse columns een vaste waarde voor onze nieuwsbrief. Hij is ook een verdienstelijke romanschrijver. Op dit moment werkt hij aan de afronding van zijn levenswerk het Wolfsbit. Het is een cyclus met een begin –zie het eerste deel: ‘Kleine jongen en de rivier’– en een einde dat zich afspeelt in de omgeving van Liempde. Om deze romancyclus het Wolfsbit uit te kunnen geven vraagt hij onze steun. Wij, als bestuur, vinden dat dit werk dat verdient. Alle beetjes helpen deze romancyclus te voltooien. Verderop in deze nieuwsbrief lees je hier meer over.

 

 

Actueel

24 november 19:30 uur Lezing restauratie Eikendaal 6 

Dit mag je niet missen: twee enthousiaste bewoners, de architect, de aannemer en de contactpersoon vanuit de monumentencommissie Boxtel. Zij allen komen maandag 24 november 2025 naar bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd om te verhalen over de unieke restauratie van Eikendaal 6 in ons dorp. Toegang gratis

20 november 20:00 uur Lezing door Ineke Strouken  

'Het tuinpad van mijn vader' is de titel van de lezing die Ineke strouken geeft bij Heemkunde Boxtel. Strouken is gespecialiseerd in volkscultuur en de geschiedenis van onze rituelen en tradities. De lezing brengt ons terug naar het nostalgische gevoel wat we hebben bij onze jeugdjaren. Zaal Rembrandt, Rechterstraat 56 Boxtel. Toegang gratis. 

13 december 13:00 - 16:00 uur openstelling expositieruimte De Kleuskes.

Vanaf september 2025 is de expositieruimte maandelijks geopend op de tweede zaterdag van de maand. De museumcommissie maakt zich daarbij sterk om na te denken over hoe dit unieke erfgoed, waarbij de Kinderen Van der Velden model hebben gestaan, ook in de toekomst en op een andere locatie vorm te geven. Om wat er nu is voor de toekomst te bewaren is er onlangs een film gemaakt over wat het gaat worden. Kom luisteren tijdens een van de openstellingen, te beginnen op 13 december 2025. Die na-middag is het ook Kerstmarkt in het dorp. Kortom als je toch van huis bent, loop ff bij De Kleuskes binnen. Ingang aan De Kleuskes en de toegang is ook hier gratis.

Erfgoedkamer.

Wist u dat onze erfgoedkamer wekelijks op woensdagmiddag van 14:00 tot 16:00 uur geopend is en vrij toegankelijk? We willen als bestuur ook (weer) toe naar werkbijeenkomsten. Er is immers binnen ons archief, het archiefbeheer en -onderzoek, nog voldoende werkvoorraad. Daarom zijn we op zoek naar enthousiaste leden die een handje mee willen helpen en uiteraard houden we er rekening mee wanneer je kunt. Onze erfgoedkamer is ook op afspraak te bezoeken of om hand- en spandiensten te verrichten. Voel je je aangesproken. Meld je dan via info@kekliemt.nl of klamp een van onze bestuursleden aan die je verder wegwijs maakt in onze werkvoorraad. 

 

Archeokout 50 GOUD

Door Jaap van der Woude

Mijn vrees voor 29 oktober bleek terecht, zij het anders dan verwacht. Nu zitten we opgescheept met de uitsluit Piet, die 'het kan wel wel' onderuithaalt met 'ik zie het niet gebeuren'. En dan is het ook nog herfst, de wereld op zijn sterfst. Dood en verderf heerst. We ondergingen al halloween, allerzielen en sintermaarten. Uit alles blijkt dat de winter naakt. Zelfs in Sigmund was het vanmorgen kommer en kwel. Life sucks and then you die.

Dus wordt het tijd voor een vrolijke noot uit lijkenland, een positief geluid in grafstemming. Na de totale ineenstorting van de merovingische vorsten waren we nog even aan het evalueren hoe het de bevolking verging. Na het betreurenswaardige oorlogen- en hoge-heren-verhaal van Luit van der Tuuk in 'De Franken' levert het boek 'Gouden Middeleeuwen' van Annemarieke Willemsen een welkome positieve kijk op de alledaagse werkelijkheid van de gewone hardwerkende merovinger in onze streken. Het zicht op die alledaagse werkelijkheid krijgen we niet via de geschiedschrijving, want die is karig en uiterst onbetrouwbaar, maar vooral door opgravingen. En neem dat maar letterlijk. De kennis stamt vooral uit graven, zoals de rijengrafvelden in Rhenen (1100 graven) en de complexen in Wijchen (350), Wageningen (320),  Elst (250), en Oud-Leusden (170). Na het boekje van Willemsen zijn hier in de buurt nog substantiële grafvelden in Uden (2014), Hilvarenbeek (2022) en Nijmegen (2025) ontdekt.

De grafvelden hebben alle een mengeling van enige crematies en meerdere inhumaties, met een beperkte rol voor kinderen en ouderen (hoewel die het sterfst waren). Het is denkbaar dat hun min of meer verwachte dood minder ophef veroorzaakte dan de dood van lieden de nog in een belangrijke levensfase verkeerden. Dat belang werd gereflecteerd in de grafceremonie en bijgiften. In de loop der tijd nemen de inhumaties toe en de grafgiften af, wellicht vooral onder invloed van het oprukkend christendom. Het zou een aanwijzing kunnen zijn voor de afname van de culturele verscheidenheid uit het begin van de frankische tijd tot aan de grotere karolingische eenvormigheid. De periode van opbouw na de post-Romeinse leegte  was relatief vredig (weinig geweld in de graven) en begon met beperkte hiërarchie, maar ook dat verdween na 700 nbj in de karolingische tijd.

De welstand van het begin van de merovingische samenleving blijkt onder andere uit de aandacht die er was voor het uiterlijk: de kledingstoffen,  kammen, pincetten, gordels, tassen en edelsmeedkunst. De glazen kralen en mantelspelden met gekleurd glas, barnsteen, bergkristal en almandijn (rode granaat) zijn typisch  merovingisch. De gezondheid was beter dan bij de Romeinen van voorheen en de karolingers nadien, zoals blijkt uit BMI berekeningen en uit lengte vergelijkingen. Zulks is ook te zien aan de stand van de medische praktijken. In graven werden resten van mensen aangetroffen met geheelde beenbreuken en schedeloperaties, met gouden en barnstenen kunsttanden en er bleken staaroperaties te zijn uitgevoerd. De gebitten vertoonden weinig rot en van infectieziekten is juist weinig gebleken, de justiniaanse pest heeft onze streken niet bereikt.

In geschiedenisboekjes zijn er vooral veel soldaten en dus ook zwaarden, saxen, hellebaarden en messen, maar de gewone man was boer, timmerman, handelaar, smid. Er werd brons en pot gegoten, stenen en zoete broodjes gebakken, werktuigen en sier gesmeed, gekleurd glas geblazen en munt geslagen. Handel en verplaatsing gingen via het water, het hout van de vaartuigen werd hevig herbruikt, bijvoorbeeld in vikingschepen, vandaar dat er weinig wrakken zijn gevonden. Alle woonconcentraties lagen in de buurt van waterwegen of oude Romeinse wegen. De scheepvaart zorgde voor een groot handelsnetwerk, waarin onder andere almandijn uit India en Kaurischelpen uit de Rode Zee hun weg vonden naar alle uithoeken van de frankische wereld. Er was contact met Scandinavie, Middellandse Zee en Oost-Europa en van daaruit weer verder.

Het ging de bevolking goed en die groeide in driehonderd jaar van de arme post-Romeinse leegte (die niet echt leeg was) naar een rijke en drukke samenleving die de machthebbers niet ontging. Hier was geld te halen! Allengs werd het feodale stelsel hierarchischer en knellender. Het uitgeven van land aan handlangers om plunder te voorkomen ontwikkelde zich tot een systeem van getrapte lenen en betalingen, van koning tot leenheer, leenman en onderleenman enzovoort, allen pikten hun graantje of haantje mee ten koste van de man en de vrouw in de straat. De bestuurderen werden belang- en rijker, de adel ontstond en een en ander culmineerde in de standenmaatschappij van het karolingische rijk. De  gewone hardwerkende burgers, boeren en buitenlui werden weer armer en ongezonder.

Het leek in deze droeve herfst zo'n mooi paradijselijk verhaal te worden, maar het eindigt gewoon weer in de misere van het grauwe leven dat slecht in elkaar zit, dat pijn doet met altijd gedoe en gezeik, terwijl de dood ook maar een concept is van likmijnvestje. Immers het is dan over met de grafvelden en de bijgiften door een combinatie van christendom en schraalhans.

 

 

Boek Vrilkhoven, aanvulling

Door Ger van den Oetelaar

Nel van Doorn en Wim Merkx hebben in 2012 een mooi boek geschreven over Vrilkhoven: Vrilkhoven Vroeger en Nu, voor Later. Hierbij een mooie aanvulling op het boek over Vrilkhoven.
Vanwege het jubileumboek van de imkersvereniging komen we in gesprek met Ton van Kroonenburg. Ton is geboren in 1953 op de Lagevoort, in een pand tussen de villa van Baaijens en Velder. In het Vrilkhovenboek wordt deze plek tussen het Lagevoortsebos en Lagevoortseweg 13 beschreven, zie pag. 79-82. Hier woonde vanaf zijn huwelijk in 1951 Jan van Kroonenburg (1919-1994) met zijn vrouw Fien Braspenning (1916-1986). De vader van Jan, Toontje Kroon, was voor de oorlog de grootste Liempdse imker en woonde ook op de Lagevoort. Via een zogenaamde kasteeltelefoon, van ivoor, waren de twee woningen met elkaar verbonden. Jan betaalde slechts één gulden per jaar aan de verhuurder, tevens zijn buurman, Piet Habraken (1909-1997). Fien werkte bij buurman Van Schaijk, die op de Lagevoortseweg 13 een grote villa gebouwd had. 

Bij zijn werkgever Tricobest ging Jan elke jaar meer verdienen. Omdat er nagenoeg geen woonlasten waren werd er flink gespaard. Later, in 1962, betrok het gezin van Jan in de Eerste Roderzijweg een nieuwe woning, die vanwege de spaarrekening ook nagenoeg geen woonlasten had. Jan was een fanatiek visser en een techneut die alles met zijn handen kon maken. Op de Lagevoort maakte hij meerdere modellen van windmolens, waarvoor hij de steentjes zelf bakte. Op de foto, gemaakt in de jaren 50 op de Lagevoort, staan Jan en Fien bij een replica van de Oirschotse molen. Ook het later gesloopte boerderijtje is goed te zien. 

 

Liempds Erfgoed in Museum 't Oude Slot

Door Ger van den Oetelaar

Al vele jaren ken ik Gerard Rooijakkers. Hij vertelde graag dat hij als tiener bezoeken bracht aan Liempdenaar Jo Vullings (1920-1992) en dat hij objecten verzamelde voor het museum in Veldhoven. Jo Vullings kende ik ook als opkoper van agrarische oude spullen en vaak zat hij ook bij ons thuis aan de keukentafel uit te weiden over zijn koopprestaties. In de jaren ’80 kocht ik nog schouwtegeltjes bij hem. Een flink aantal Liempdse objecten zijn via Jo Vullings en Gerard Rooijakkers terecht gekomen in Museum ’t Oude Slot in Veldhoven. Eind oktober bracht ik daar een bezoek, het is mooi museum. Gerard Rooijakkers is nog steeds bij dit museum betrokken en geeft daar onder andere digitaal uitleg. Volgens de website van Museum ’t Oude Slot zijn er (minstens) 197 objecten die als herkomstplaats 'Liempde' hebben: Zie https://museumoudeslot.nl/collectie/?query=Liempde

Zoekend in de collectie vond ik nog een foto van Liempdenaar Jo Vullings (zie afbeelding) met een karwip. Deze dient om een kar op te krikken zodat het wiel afgenomen kan worden, doorgaans om de as te smeren. Ook bij de zaaiviool en de zeis staan foto's van Jo Vullings.

Wellicht is het idee om een excursie te organiseren naar Veldhoven, met het verzoek om Liempdse uitleg bij de Liempdse objecten. 

PS. Onze secretaris Arnold van den Broek was van 1998 Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand in de gemeente Veldhoven en voltrekt met enige regelmaat huwelijksceremonies in en op de buitenplaats van 't Oude Slot.

 

Wandeling, gedicht

Door Jasper Mikkers

wandeling
 
de dag fietst als een onderwijzer door de straat
herinnering wordt scherp en dan weer vaag als water
in een fles die uit de koelkast stil op tafel wordt gezet
 
ik wandel door het dorp
en kijk naar ramen in de schaduw van wat takken
zie haar weer die de dagen één na één als vlokken sneeuw
omlaag zag zweven, die het leven
in haar ogen in de spiegel op zag drogen
 
leunend op een stok trok ze de po
het duister uit onder het bed en zat bewegingloos
hoe lang al leefde ze alleen, met een verdriet dat zich
verzette tegen troost door Hem die uit de dood herrees
maar haar in bed niet tegen zich aantrok
 
ik ga onder de boog door in de beukenheg
doorloop het stenen boek dat me vertelt
wie werd gekist, uit nu gewist
en toegevoegd aan eeuwig
 
ook ik zal sterven, als het gras  
dat stiekem tussen stenen wortel schoot
maar werd betrapt door hem
die stuivend gif tussen de voegen spoot
 
onopvallend wil ik straks zijn weggegaan    
niet wetend dat het mij ook overkwam
onder de rok gekropen van wie eerder ging
verborgen in een plooi van het voorbije
 
 

Wandeling, bespiegeling door Jasper Mikkers

Door Jasper Mikkers 

Ik houd van beeldspraak. Op een verrassende manier wordt met enkele woorden iets gekarakteriseerd of een aspect getoond. Er wordt een verband gelegd waar we zelf niet gauw op zouden komen. Dikwijls is de vergelijking die gemaakt wordt bij beeldspraak nog geestig ook. Beeldspraak is vaak niet uit te leggen. Je kunt alleen voelen dat het klopt. Je knikt. En zegt: ‘Zo is het.’

Ik wandel door de Dorpsstraat, ga even op een vensterbank zitten en terwijl k uitrust, rijdt de meester van de vijfde voorbij. Meester Van Aarle. Hij heeft een driedelig pak aan met stropdas, op de trappers staan zwarte, glimmende schoenen en een rooksliert probeert zijn grote hoofd met hoed te volgen, als een lint dat er met een elastiekje aan vastgeknoopt zit. ‘als een lint’: beeldspraak. Door die beeldspraak kun je die rook opeens ook zíen.

In een van de kleine huizen in de Oude Postbaan, tegenover het Concordiapark, ietwat verborgen achter notenbomen, woonde een oud vrouwtje. Zo herinner ik het me. Het kan zijn dat ik het later verzonnen heb. Ik was acht of negen. Bij het noten jatten, ’s ochtends voor ik de mis ging dienen, keek ik door een raam naar binnen. Ze was alleen, het oude vrouwtje, al jaren, en leed daaronder. Wat moest ze nog doen met haar leven? Ze leefde in een schemer, en in de schemer van haar leven. (Beeldspraak) Ze was te oud om nog te bukken. Met de kromming van haar wandelstok trok ze de po onder haar bed uit en tilde haar rokken op. Ze ging elke ochtend naar de kerk en vertelde Christus dat ze van hem hield. Maar hij kwam nooit bij haar op bezoek, kwam nooit naast haar liggen als ze naar een warm lijf verlangde.

Wat ik vaak doe als ik door de Dorpsstraat kuier, is het kerkhof bezoeken en het stenen boek van grafzerken doorlezen. Of een hoofdstuk. De teksten op de grafstenen zijn de titels van de teksten die in mijn hoofd zitten en die ik dan lees.

Ik loop niet meer naar de beukenheg die om het kerkhof staat, ook niet als ik er in mei ben, om stevig aan de stammen te schudden en de gevallen meikevers op te rapen en in een luciferdoosje te stoppen.

Het mag niet meer, geloof ik: gif spuiten op onkruid tussen de stenen. Vroeger wel. Ik zie voor Het Wapen van Liempde de onkruidverdelger met een bus op zijn rug. In de ene hand houdt hij een stang in zijn hand en bespuit de schuchtere plantjes tussen de kinderkoppen met gif, met de andere bedient hij een zwengel, beweegt die op en neer. Dat gif is de tijd, dat paradoxale iets dat we nodig hebben om te kunnen leven, maar dat ons tegelijkertijd oud maakt en dood laat gaan.

Iemand zei ooit: ‘Ik vind het prima dat ik dood ga, als ik er maar niet bij hoef te zijn.’ Ik hoef het ook niet per se mee te maken. Navertellen kan ik het toch niet. Verdwijnen zonder dat ik het zelf merk, daar zou ik niet verdrietig over zijn. Ik zou wel ‘verborgen in een plooi van het voorbije’ naar vogels willen luisteren en met ultra zachte tikjes sneeuwvlokken horen neerkomen.  

 

Crowdfunding voor Het Wolfsbit

Elke maand schrijft Jasper Mikkers een stukje voor onze nieuwsbrief. Wat niet iedereen weet is dat hij ook aan een heuse romancyclus werkt, getiteld Het wolfsbit. Daar is hij mee begonnen in 1980. Het eerste deel, De kleine jongen en de rivier, verscheen in 1994. Dit boek is gesitueerd in Avendonk en beschrijft het opgroeien van een jongetje in het zuiden van het land. Voor de meesten van ons is het geen geheim dat onder Avendonk Liempde verstaan moet worden. En Henri Pafort, de kleine jongen uit de titel, lijkt verdacht veel op de kleine Jasper (Jackie) Mikkers.

Na De kleine jongen en de rivier verschenen nog drie delen: Het einde van de eeuwigheid in 2000, De klimmer in 2002 en Karl Marx Universiteit in 2009. De komende drie à vier jaar zal Jasper zijn romancyclus voltooien met de uitgave van nog eens vier delen. Meer informatie over de romancyclus is te vinden in het introductieboekje Jasper Mikkers-Het wolfsbit op de site www.jaspermikkers.nl onder Het wolfsbit.

Voor nogal wat boeken geldt dat de verkoop ervan te weinig oplevert om de kosten van de uitgave te dekken. Er moet financiële ondersteuning gevonden worden. Ook voor de uitgave van de laatste vier delen van Het wolfsbit is geld nodig. Om dat bijeen te brengen, is een crowdfundactie gestart. Het bestuur van Kèk Liemt schaart zich van harte achter het doel van deze crowdfunding en roept ieder die Jasper en de literatuur een goed hart toedraagt op een donatie te doen. Dat kan op de site van Voordekunst, een platform voor crowdfundingsacties. Er kunnen diverse bedragen gedoneerd worden. Tegenover een donatie staat een tegenprestatie van Jasper.

Klik op hier, dan komt u op de pagina van Voordekunst. Daar kunt u rechtsboven bij ‘zoeken’ de naam van Jasper Mikkers invullen. De rest wijst zichzelf. De crowdfundactie loopt tot 8 december.

Niet wachten dus. Doen!

 

Martinus van Elmpt, april 2023, aanvulling

Ger van den Oetelaar geeft een aanvulling en rectificatie op de afgebeelding bij het artikel 'Martinus van Elmpt, visser en vishandelaar te Liempde' in Kek Efkes jaargang 5 nummer 25 van april 2023. De afbeelding komt uit de volgende publicatie: 

Ger van den Oetelaar, Jan van der Straaten, Jan Timmers, 2023, Het stroomgebied van de Dommel. Een Landschapsbiografie; Pictures Publishers, Woudrichem, pag. 378. Het betreft De apostelen van het Viskopersgilde op een muurschildering in de zijkapel van het Viskopersgilde in de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch, Hein Elemans.

 

In Balans, deel 2, door Frans van de Langenberg

Door wijlen Frans van den Langenberg, oud-secretaris Kèk Liemt

Gu hèt twee vliegen in een klap. Van Zuijlen zit ok in Balans heb ik heure zegge. Ik vroeg aon Driekskes: is van Zuijlen dan ooit uit Balans geweest? Ik veind hendig zi Driekske, de ze ut zo hendig vur ons gemakt hebbe, dizze keer, enne druk op dieje knop en we zèn veur vier jaoren onder de pannen. Dieij brug dor over de Grootte Weg dè is ok un hil groot succes geworren zin dun wethouwer, die dor over gao. Want jij hi mi dun boswachter de sporen geteld in ut los zand, di ze dor van te veure spres han nir gestootte en dè waaren dur veul. En tellen kan iej wel dieje wethouwer want hij hi diej 9 miljoen euroos ok allemaol d'r nir geteld veur diej brug. Mer um efkes op die spooren trug te komme, dun wethouwe en den boswachter wiesen nieij dè ze un por daag van te veure, un por honderd skoop dor over die brug gejaagd han. Ja en jij zin nog zo mooi op de televiesi, die klein sporen van dè klein gedierte, die waarre nou aolemaol uitgewist anders han ze dur nog veul meer kunnen tellen. Dus alles bè mekaar un groot succes. Dus diej 9 miljoen zen goeit besteed. Ja zin Hannes mèr ik moet toch efkes iets zeggen. Ik waar un veerien daag gelee-en aont fietsen dur ut gebied 'ut Groen Woud' en ik zie dor in eens un bord staon. 'Blèf mi oew poten van men beum en struiken af.' Dè't dur un bord hangt verboden takken af te sneijen, dè kan ik wel vatten, mèr blef mi oeuw poten van de takken af! Es dè de miensen lezen die dur Liemt fietsen, daalijk in ut veurjaor, die verskieten dur eige kapot, en dur stond nog bè: dan worret oorlog. Ze kunnen gerust dieje hoop soldooten hier houwe en nor Liemt sturen, in plaots van nor dè ver vrimd laand. Dè is tog trug in den tèd.

In mei kreige we unne neije burgemister, zin Harrieke, mènne zwooger. Ze moeten disse keer mèr us un vrouw burgemister maken, dè lekt men veul better. Un vrouw krigt veul meer klaor en unne manskerrul. Ze zeggen toch niej veur niks, de vrouw hi de broek aan. Tegenworrig stelle die broeken van die vrouwen wel niej veul mir veur, mèr ik zeg altèt ut zen de kleine dingen die ut doen. En Jan Bakx zit daor ok skon te wonen in de Sneijersstraot. Nou het iet letterlijk en figuurlijk hilt overzicht van Liemt. En ze zegge wel uns ooit dun dieje zit boven op zun geld en dè kunde nou van hum ok zegge. En zo buurte wij mèr wèr. Dè wapenschild van Boxtel, mi die twee eende dur op, in Boxtel zegge zu dè, dè gin eende zin, mèr laot ze mè zo wijs, ik zeg dè ut eende zèn, zin Driekske. Dè wapen dè kumt dieje wethouwer goeit uit. Die mi dè zwembad te maken hi gehad? Ik zeg jao dun dieje bedoel ik, mèr hij moet ur wel unne leeuw bij zette en net es in Zeeland ur bè skrefen: 'Ik worstel en kom boven'.

Wordt vervolgd - Frans van Driek Joane

Foto aanleg natuurbrug evkl009241

 

Mishandeling borgemeester

Afbeelding: Zware Dragonders

Door Jan van de Sande 

Mishandeling van borgemeester1) Jan Willem Welvaart door een luitenant van het Oostenrijkse leger op 17 en 18 januari 1748

Het incident vindt plaats in het laatste jaar van de Oostenrijkse successieoorlog. In dat jaar zijn er in Liempde Oostenrijkse soldaten van het keizerlijke regiment  Dragonders van Styrum gekantonneerd. In deze periode wordt voor de bevoorrading van deze troepen vaak een beroep gedaan op plaatselijke voerlui. Deze worden dan, zij het niet vrijblijvend en slechts tegen een geringe vergoeding, ingehuurd om ‘karrevragten’ te verzorgen. Een officier, een luitenant van dit regiment, is belast met de inhuur. Jan Willem Welvaart bewaakt als borgemeester de Liempdse belangen waar het  de financiële afhandeling van deze diensten betreft. Op 17 januari 1748 zoekt de borgemeester de luitenant op in verband met onduidelijkheid over de vergoeding van een vracht ten behoeve van de fouragering van het regiment. Het betreft een transport vanaf het magazijn in Den Bosch naar Liempde. Tijdens dit gesprek ontstaat er onenigheid tussen de luitenant en de borgemeester. Het gesprek escaleert en de luitenant wordt kwaad en slaat meermalen het hoofddeksel van de borgemeester zijn hoofd. De borgemeester went zich geïrriteerd tot de inmiddels toegestroomde dorpsbewoners en roept dat hij het niet accepteert zo behandeld te worden en dat hij hier werk van zal maken. Dit maakt de luitenant nog kwader en hij trekt zijn pallas2) uit de schede. Hij slaat hiermee de borgemeester met de vlakke kant tussen de schouder en hals en vervolgens in zijn buik. De borgemeester zoekt bescherming tussen de omstanders. Vervolgens komt de luitenant weer naar hem toe en slaat hem, nu met de pallas in de schede nogmaals. Hierna vlucht de borgemeester naar huis. Van dit incident wordt meteen aangifte gedaan bij Jan de Bowier, de drossaard3) van Boxtel en heerlijkheid Liempde. Dezelfde dag nog worden door de drossaard een aantal getuigen opgeroepen en onder ede gehoord. Dit zijn: Aart van Hal, Peter Kivits, Jan van de Sanden, Francis van Emmerick en Francis Welvaart. Zij verklaren unaniem dat het voorval heeft plaatsgevonden zoals hierboven omschreven. De volgende dag om 09.00 uur krijgt de borgemeester bezoek van 7 of 8 bewapende keizerlijke dragonders. Alvorens ze naar binnen gaan omsingelt een deel van hen het huis. Vervolgens wordt de borgemeester naar buiten gehaald en weggevoerd naar het kwartier van de luitenant waar hij de dag daarvoor onenigheid mee had. Deze luitenant is ingekwartierd in het huis van Nicolaas Roeters. De luitenant heeft op eigen autoriteit de borgemeester gearresteerd en opgesloten op zijn kamer op het inkwartieradres. Drossaard Jan Bowier wordt terstond van dit nieuwe voorval op de hoogte gebracht en gaat naar de kolonel, de commandant, van het regiment dat in Boxtel gekantonneerd is. Hij verzoekt hier de kolonel de borgemeester vrij te laten en zegt toe dat mocht de borgemeester iets misdaan hebben hij hem hier op aan zou spreken. De kolonel heeft vervolgens een boodschapper naar Liempde gestuurd met de opdracht voor de luitenant zich te melden op het hoofdkwartier. Maar het adres van de luitenant is verlaten. De luitenant heeft in de tussentijd de borgemeester door zijn dragonders verplaatst naar een ‘plein bij de gemeintenseik’.4) De borgemeester gaat op zijn knieën en smeekt de luitenant hem niet te straffen. Dit heeft geen effect op de luitenant. Hij wil blijkbaar een duidelijk voorbeeld stellen en beveelt de dragonders de borgemeester met zijn buik op een baal hooi te leggen. Hierna wordt de borgemeester door een aantal dragonders met stokken geslagen. Zo erg dat omstanders denken dat hij gedood is. Na het slaan wordt de borgemeester door een dragonder aan zijn haren omhooggetrokken maar valt weer meteen tegen de grond als hij wordt losgelaten. De luitenant verlaat met zijn dragonders het plein en laat de borgemeester daar achter. De borgemeester wordt door Bartholomeus van Boeckel (schepen van de heerlijkheid Liempde) en Eimbert Theunisse van de Laar van de grond getild, onder de armen gepakt en zo naar een nabijgelegen huis gesleept. Gelukkig was het niet zo verschrikkelijk als het er uit zag want de borgemeester komt snel weer bij zijn positieven. Naar aanleiding van dit laatste voorval heeft de commandant van het regiment de luitenant de volgende dag laten arresteren. Hij heeft maar een paar dagen in detentie gezeten want op 31 januari is de luitenant weer vrijgelaten. Vervolgens is hij overgeplaatst. De Drossaard, Jan de Bowier wilde het hier niet bij laten zitten en heeft over dit voorval een request geschreven aan de ‘Hoogmogende Heeren Staten Generaal der Verenigde Nederlanden’. Hierin wordt verzocht de luitenant gezien zijn buitensporig gewelddadige optreden alsnog een zware straf op te leggen zodat deze excessen in de toekomst worden voorkomen. Dit request heeft Jan de Bowier zelf naar Den Haag gebracht. Hij reisde via Breda naar Gorkum en vervolgens naar Den Haag via Rotterdam. In Den Haag wordt zijn request geaccordeerd. Vervolgens word een kopie van het document door een agent afgeleverd bij ‘de Here Baron von Reischach Eartas’, Envoyé5) van ‘Hare Keizerlijke Majesteit de Koninginne van Hongarije en Boheemen’ met het verzoek om het voorval voor te leggen aan ‘den Here Veldmaarschalk Grave van Bathianij’.
Of en hoe zwaar de betreffende luitenant hierna uiteindelijk is gestraft is mij niet bekend.
Gedurende de terugreis vanuit Den Haag heeft de borgemeester flink oponthoud gehad wegens wateroverlast en ijsvorming. Hij heeft van 26 februari tot 3 maart bij zijn schoonmoeder moeten verblijven. 4 Maart was hij weer terug in Liempde. De kosten van de reis bedroegen maar liefst ƒ 82,00.

1) Borgemeester: een functionaris die belast is met het beheer van financiën en innen van cijnzen. Hij wordt aangesteld door de schepenenbank en staat met zijn eigen vermogen ‘borg’.
2)Pallas: een lange, rechte of slechts aan de punt  een weinig gekromde sabel die als steek- en houwwapen kan dienen, het gewone wapen  van de zware cavalerie.
3)Drossaard: een functionaris die voor een bepaald gebied de landsheer, hier de heer van Boxtel,  vertegenwoordigt met als hoofdtaken handhaving openbare orde, wetgeving, rechtspraak.
4)Staat zo vermeld in het proces verbaal. Waar deze zogenaamde gemeintenseik zou moeten hebben gestaan en welk plein hier bedoeld wordt is niet bekend.
5)Envoyé: persoon die met een specifieke missie, boodschap of opdracht wordt uitgezonden. Geassocieerd met diplomatieke betrekkingen, impliceert het woord een niveau van verantwoordelijkheid, respect en autoriteit.

 

Bidprentjes beeldbank Kèk Liemt

Sinds vorig jaar heeft Kèk Liemt een beeldbank voor de collectie bidprentjes, zie ook de Kèk Efkes van november 2024. Sinds dien stonden er 624 prentjes op de beeldbank.

https://www.beeldbankliempde.nl/cgi-bin/bidprent.pl

Het afgelopen jaar is hard gewerkt door Ellen van Gierbergen en Betty van de Schoot om de overige bidprentjes te scannen en gereed te maken voor publicatie. Dit onder begeleiding van Els Vissers. Wilbert Steenbakkers verzorgt de plaatsing op de beeldbank.

Nu is iets meer dan de helft van de bidprentjes gepubliceerd: sinds deze maand staan er in totaal 2361 bidprentjes op. De totale collectie is bijna 4600 bidprentjes.

De werkgroep werkt hard door om uiteindelijk alle bidprentjes uit de collectie op de beeldbank te zetten.

Neem een eens kijkje!

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl