Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - Jaargang 6 Nummer 40 - 15 juli 2024

Inhoudsopgave

  1. Inhoudsopgave
  2. Van de voorzitter
  3. Van de penningmeester
  4. Actueel
  5. Versterking van Erfgoed in Liempde via SPPiLL
  6. De Liempdse klomp is verdwenen of toch niet helemaal?
  7. Naamgeving Velder
  8. Het Gilde van Sint Antonius Abt deel 6
  9. Kasteren en de sterfman van Hoeve Te Maye
  10. Portret van een straat
  11. Archeokout
  12. Rector Theodorus Antonius van de Laar (*1854 +1950)
  13. Toponiem verklaard
  14. Beeldbank vraag

 

 

Van de voorzitter

Foto: Evkl018735: Jong Nederland op kamp

Uitkomst enquête

Op dit moment hebben voldoende leden de enquête ingevuld geretourneerd om een reëel beeld te schetsen van de onderwerpen waar de belangstelling van onze leden vooral naar uitgaat. Dank voor jullie inbreng.
In grove lijnen ziet de uitkomst van de enquête er als volgt uit:
Excursies / Uitstapjes:
80% van de geënquêteerden heeft hiervoor belangstelling en is bereid tot een eigen bijdrage. Een daguitstapje per bus ziet 70% wel zitten.
Cursus: 
60% is geinteresseerd. Een cursus 'kadaster' scoort het hoogst met 60%, gevolgd door 'BHIC / archiefonderzoek' met 50%.
Het onderwerp 'de geschiedenis van Liempde en haar omgeving' is hier als extra idee ingebracht.
Lezing: 
85% heeft positief geantwoord. De lezing 'Liempdse heemkunde algemeen' scoort met 70% het hoogst, de andere onderwerpen scoren 50%
Het onderwerp 'Liempds dialect' is hier ingebracht.
Onderzoeken:  
70% vindt dit interessant. Heemkundig onderzoek scoort 70% en archeologie 40%.
Werkgroepen:  
Hiervoor hebben slechts een klein aantal leden belangstelling getoond.

Resumé:  
Uit bovenstaande uitkomsten blijkt dat er vooral veel belangstelling is voor uitstapjes en Liempdse heemkunde, anders gezegd 'Liempds' Erfgoed.' Ook deelname aan onderzoek vinden veel leden interessant. 

Actie van het bestuur:
Gezien bovenstaande uitkomsten is er een commissie gevormd voor de organisatie van een eerste uitstapje bestaande uit Hanneke van der Eerden, Wim van Erp en Wilbert Steenbakkers.  Omdat erfgoed hoog scoort is Ger van den Oetelaar bereid gevonden een curus 'Liempdelogie' op te starten.
Hoe we inspelen op de behoefte aan onderzoek bij onze leden wordt nog verder uitgewerkt. Op dit moment is heemkundig onderzoek ondergebracht bij de werkgroepen 'in- en extern archiefonderzoek'.
De leden die interesse hebben om te participeren in een werkgroep worden door het bestuur benaderd.

Vakantietijd

Ook de redactie van onze Nieuwsbrief 'Kèk Efkes' en schrijvers gunnen we even rust. We slaan een maandje over. In verband met de vakantieperiode verschijnt de volgende nieuwsbrief daarom op 15 september a.s. 

Namens het bestuur wens ik iedereen een prettige vakantie.

Harrie Raaimakers

 

Van de penningmeester

Beste leden. 

In de begroting boekjaar 20235van onze Erfgoedvereniging, die gepresenteerd is op de algemene ledenvergadering van maart j.l. staat een typefout, zoals opgemerkt tijdens de vergadering. Hierbboven treft u, zoals destijds toegezegd, de herziene begroting over het komende boekjaar 2025 aan. Tot 1 augustus a.s. kan hierop gereageerd worden via penningmeester.evkl@kekliemt.nl onder vermelding van begroting 2025.

Penningmeester EvKL
Wilbert Steenbakkers

 

Actueel

Vanavond, maandag 15 juli - cultuurhistorische wandeling door 'zomers' Liempde.

Vanavond neemt Gastvrij Liempde gids Wim van Erp de wandelaars mee op een reis door het rijke Liempdse verleden. Vertrek om 19:00 uur bij bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Deelname € 5,00 met na afloop een kop koffie of thee in D'n Herd.

Zondag 21 juli - fiets- en wandelexcursie naar De Sort en De Scheeken.

Gastvrij Liempde gidsen Jan-Willem van Roosmalen en Kees Quinten verzorgen een boeiende tocht naar het Hezelaars Broek en de voormalige gemeint De Scheeken. Deze excursie start om 10:00 uur bij bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Deelname € 5,00 met na afloop een kop koffie of thee in D'n Herd.

Zondag 28 juli - open dag Groot Duijfhuis - Kasteren.

De deuren van Het Groot Duijfhuis, infopunt van het Brabants Landschap, zijn open van 10:00 tot 16:00 uur met tal van activiteiten op en rond Het Groot Duijfhuis.

Maandag 19 augustus - avond fietstocht naar de boomgaard van de familie Zandbergen aan de Hoevedreef.

Bezoek de oude fruitrassen in de boomgaard van de familie Zandbergen. Vertrek om 19:00 uur vanaf bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. 

Nadere achtergrondinformatie is te vinden op de website van bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd via www.liempdsenherd.nl/agenda

 

 

 

 

Versterking van Erfgoed in Liempde via SPPiLL

Sinds kort zijn er voor Het Groene Woud en dus ook zeker voor Liempde gelden beschikbaar voor onder andere versterking van erfgoed, landschap en biodiversiteit. Ruim voor de openstelling op 20 oktober 2023 heeft het Liempdse SPPiLL het initiatief genomen om ideeën bij Liempdenaren te  verzamelen. Ongeveer 50 personen hebben daar aan deelgenomen.

Sinds de openstelling van de aanvraag, een maand geleden, kunnen projecten ingediend worden. Inmiddels heeft SPPiLL drie grote projecten ingediend die op 16 juli door de LEADER-commissie beoordeeld worden. Het is een geweldig goede zaak dat Liempdse organisaties hierin samenwerken en daarbij ook de toekomst van SPPiLL verzekeren.

De drie ingediende projecten gaan over Versterking Cultuurhistorisch super-ensemble Liempde. SPPiLL gaat daarna de gemaakte opmerkingen verwerken en daarna formeel indienen. De drie  projecten bestaan uit circa vijfentwintig deelprojecten, waarbij ook onze Erfgoedvereniging Kèk Liemt (EVKL) één van de uitvoerders is. Het belangrijkste en grootste deelproject van EVKL is het Boek over Kasteren, maar EVKL draagt ook sterk bij aan onder andere Cursus behoud Liempdse boerderijen; fietstocht + wandeltocht met verhaal cultuurhistorisch super-ensemble.

Ger van den Oetelaar

 

De Liempdse klomp is verdwenen of toch niet helemaal?

Op een van de meest warme zaterdagen van dit jaar tot nu toe -29 juni j.l.- stonden de deuren van de laatste Liempdse klompenmaker wagenwijd open om vervolgens voorgoed gesloten te blijven. Daarmee verdwijnt een van de laatste oude ambachtelijke beroepen uit Liemt. Wat rest zijn slechts de verhalen, de belevenissen en kleine cultuurhistorische elementen van waar Liempde eens groot in was - het klompenambacht. Zo waren in 1855 in Liempde 15 klompenmakerijen, waarin 49 volwassenen en 7 jongens werkzaam waren. Hoogtepunt was 1889 met 41 klompenmakerijen waarin 150 personen werkzaam waren. Dat waren nog eens tijden. 

Wie van de ouderen onder u herinnert zich nog de jaarlijkse Liempdse klompenmars, georganiseerd door ook de verdwenen Liempdse wandelvereniging 'De Vrolijke Stappers'. Niet voor niets 'klompenmars' genoemd waar vele routes leidden langs de vele wegen waar de populier van zich liet horen wanneer Jan de Wind op z'n best was.

De populier. De Nederlandse dichter en vertaler Hendrik Marsman (*1899 +1940) schreef er over in 1936 met de bekende zin:"Denkend aan Holland zie ik breede rivieren, traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hoge pluimen aan de einder staan." André van Duin en Janny van der Heijden begonnen er hun populaire (klinkt als populiere) vaarprogramma mee. 

In Liemt kennen we nog de Populierenlaan -er staat overigens geen enkele populier meer-. De onverharde 'laan' verbindt de Oude Dijk met de Rosenhofstraat en wat te denken van de straatnaam 'De Wilgen', ook zo'n houtsoort waarvan klompen werden gemaakt.

'Klompen in Liempde', in samenwerking met o.a. SPPiLL en Kèk Liemt maakten we jaren geleden met deze titel een heuse korte wandeling door het Liempdse centrum van 2,1 km. De folder is er nog steeds, maar u begrijpt het al, de teksten en sommige foto's zijn of worden op onderdelen historie. 

De telloorgang van de (Liempdse) klomp diende zich in feite al jaren geleden aan. Twee voorbeelden.

1) Het Brabants Dagblad kopte op 26 november 2019 op de regiopagina van De Meierij: "Dit voelden ze niet op hun klompen aan bij de Brabantse Klomp" om te vervolgen met: "Een nieuw boek over klompen en de klompenindustrie in Het Groene Woud. Natuurlijk gaat dat ook over Liempde. Maar de eerste avond om verhalen te inventariseren leverde niets op. Geen bezoekers, geen verhaal. Er kwam niemand opdagen. Gisterenavond konden inwoners uit Liempde hun verhalen, foto's, documentatiemateriaal over de klomp en klompmodellen afleveren in de Erfgoedkamer in het oude raadhuis van Liempde. Jan Hazenberg van de werkgroep collecties zat er klaar voor om alles in ontvangst te nemen. Maar ja er valt niet veel te doen als er niemand komt." Einde citataten. Gelukkig keerde het tij en kwam er later wel 'garen op de klos' , ook al zo'n oud spreekwoord waarbij je je afvraagt of de meesten mensen nog weten waar dit spreekwoord vandaan komt. 

Het boek kwam er en gelukkig hebben enkele klompenfamilies van weleer zoals Van der Vleuten, Van de Wiel, Van der Velden en Traa hun verhalen gedeeld die nu zijn terug te vinden in het prachtige boek: 'Op klompen naar school'  van de hand van Wim van Uden die er zelfs nog een lezing over gaf in bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. 

2) Op de hoek van de Nieuwstraat/Oude Kerkpad stond jarenlang een oude klompenboet uit 1889. De eigenaar en de gemeente Boxtel lagen met elkaar in de clinch over het behoud van dit kleinnood dat herinnerde aan de klompenhuisvlijt als nevenverdienste van de boer in de winterdag. Na jaren van verval werd er een oplossing gevonden in het geschil en werden de restanten, met inspanning van de Stichting de Brabantse Boerderij ingepakt en opgeslagen bij Van de Boomen, om na 5 jaar opslag door de ervaren bouwvrijiwilligers van SPPILL op het erf van bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd in volle glorie te herbouwen.

Vandaag de dag is dit klompenmakershuisje het domein van een kleinzoon van oud-klompenmaker Driek de Koster, Henk van der Velden die elke dinsdagochtend zijn handmatige vaardigheden toont om uit de zogeheten 'bollen' met de hand en het gereedschap van weleer heuse klompen te maken. Een zegen voor ons klompendorp dat Henk dit op zich heeft genomen en zowaar geeft hij op de woensdagochtend in diezelfde klompenboet les aan enkele 'leerlingen op leeftijd' die hem willen evenaren. Kortom het klompenmaken in Liempde is niet helemaal verdwenen. Gelukkig maar.

Om dit ambachtelijke beroep te ondersteunen hebben we als Kèk Liemt gedeelten van onze collectie uit expositieruimte De Kleuskes beschikbaar gesteld om de klompenmakers in spé te helpen, onder het motto 'van expositiemateriaal naar werkmateriaal.'

Wie het handmatig klompenmaken met eigen ogen wil aanschouwen. Elke dinsdagochtend toont Henk zijn vaardigheid tussen 09:00 en 12:00 uur in D'n Liempdsen Herd. U bent van harte welkom en de toegang is gratis. 

Arnold van den Broek. 

 

Foto weekblad Brabants Centrum 

 

 

Naamgeving Velder

Tegenwoordig worden de namen Velder, Veldersbosch, Landgoed Velder, soms ook nog Velderen wisselend gebruikt. De eerste drie namen duiden een streek, het bos en het landgoed aan.

De naam Velder doet het meeste recht aan de meest oude benamingen (Veller, Verlaer, Vellaer) en ook aan de meer moderne. De eerste vermelding van Vellaer uit 1377 komt uit het schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch. Ook wordt Velder genoemd in 1380, 1384 en 1389 (zie afbeelding). Vóór het jaar 1380 gaat het ook over Verlaer. Dat de vorm Verlaer leidt tot Vellaer is een normaal taalkundig verschijnsel, dat assimilatie wordt genoemd. In de 15e-eeuwse schepenprotocollen van ’s-Hertogenbosch wordt Vellaer/Velder herhaaldelijk genoemd. De exacte lokalisering van Vellaer wordt gegeven in een akte van 1441. In deze akte wordt aangegeven dat Vellaer grenst aan het Oirschotse Heerenbeek. De oudste vermelding van het Bos van Vellaer of Velder dateert van 21 augustus 1487. Velderen komt voor de eerste keer voor in 1561 in de Brusselse en voor de eerste keer in 1569 in de Oirschotse archieven. Dat Te(r) Velde, gelijkgeschakeld kan worden aan Velder zoals sommigen aangeven lijkt echt een stap te ver. Velder is een tweeledig toponiem (ver-laer), terwijl velde in Te(r) Velde volgens Boxtelse toponiemen deskundige Wim Veekenniet meer dan een verbuiging na een voorzetsel is van het op zichzelf staande zelfstandig naamwoord veld. Het Liempdse goed Ter Velde komt terug in de volgende Nieuwsbrief van september a.s. 

Ger van den Oetelaar

 

Het Gilde Sint Antonius Abt deel 6

foto: Het Gilde St Antonius Abt bij het kapelletje op Kasteren  d.d. december 1986

De ondergang en herrijzenis van het gildeleven in Liempde 

Op 23 mei 1864, 4,5 jaar voor de raadsvergadering van 24 november 1869 waarin werd besloten dat het gilde het Sint Antoniusbos moest verlaten, voltrok zich op het Kerkeind een grote ramp. Niet alleen voor het dorp maar ook voor de toenmalige Liempdse gilden. Er ontstond rond de middag brand bij bakker Van den Broek (nu Kapelstraat 6). De brand was niet te stoppen. In korte tijd verspreidde dit vuur zich, aangewakkerd  door de harde noordwestenwind en droogte over 13 huizen, de schuurkerk, de pastorie en de toren. Alles werd in de as gelegd. Het Antoniusgilde had aan gildezilver, trom, vaandel, vendels, sluiers, rouwmantels enz. een schade van ƒ 270,00, het Barbaragilde ƒ 220,00 en het Catharinagilde ƒ 200,00. Van dit laatste gilde werden de trom, de vendels en het vaandel niet als brandschade opgetekend. Dit alles was niet verzekerd. Het Catharinagilde bewaarde haar bezittingen in de pastorie. Het Antonius- en Barbaragilde bewaarden hun bezittingen in de pastorie en het café van Adrianus Appeldoorn (voormalige locatie De Punder, een van de 13 huizen die door de brand werden verwoest.) Hieruit mag mogelijk worden afgeleid dat deze twee gilden hier hun clubhuis hadden. Dit zijn de laatste gegevens die over de Liempdse gilden bekend zijn. In de jaren hierna zijn de gilden geleidelijk uit het dorpse leven verdwenen.

Veel later, kort na de heroprichting van het Gilde Sint Antonius Abt in 1986, ontdekte Joop Vermeulen, de archivaris van het gilde, dat het vaandel van het gilde Catharina is teruggevonden. Het medaillon van het vaandel is nog in goede staat. Het vaandel ligt opgeborgen in het Noord-Brabants Museum. Er wordt verhaald dat een kapitein uit het Nederlandse leger die hier in 1914 was ingekwartierd,het vaandel heeft meegenomen vanuit het Wapen van Liempde (in die tijd uitgebaat door de kinderen Van der Sande, de 'Bernarte' genoemd, naar vader Bernard van der Sande.) Deze kapitein heeft het vaandel zodanig gevouwen dat alleen het medaillon zichtbaar was en ingelijst bij hem thuis in Baarn in de gang gehangen. Na zijn overlijden hebben de kinderen het vaandel geschonken aan het Noord-Brabantsmuseum. Uit dit verhaal kan voorzichtig worden geconcludeerd dat het Wapen van Liempde destijds het clubhuis was van het Catharinagilde. 

In 1982 heeft Stichting Kèk Liemt, op initiatief van toenmalig huisarts Roger van Laere en in samenwerking met buurtvereniging Kasteren, een eerste kapelletje (nis) gebouwd op de hoek Kasterensestraat - De Maai. De aanleiding hiervoor was het feit dat er vroeger ook een Sint Antoniuskapel heeft gestaan in de nabijheid van café Het Groene Woud, vanaf dit café 25 meter richting Schijndel ter hoogte van de spoorlijn.

In de jaren 30 van de vorige eeuw is in het bos tegenover het café door spelende kinderen een eikenhouten beeld gevonden van Sint Antonius Abt. Dit beeld is in bezit gekomen van boswachter Van de Langenberg. Mede naar aanleiding van dit voorval is in 1984 en weer op initiatief van dokter Van Laere, een commissie samengesteld met als doel in Liempde een gilde her op te richten.  Deze commissie bestond, naast Roger van Laere, uit Jos Beerens, Toon van den Biggelaar en Jan van de Sande.

Omdat men maar weinig wist van deze traditie heeft de commissie eerst de nodige informatie ingewonnen en verscheidene gilden bezocht. Tijdens de vergadering op 21 juni 1986 was, na goedkeuring van de statuten, de oprichting van het gilde Sint Antonius Abt een feit.
Het eerste bestuur bestond uit: hoofdman Roger van Laere, deken schrijver Jos Beerens en deken rentmeester Toon van den Biggelaar.
De drie gilden die Liempde in vroegere tijden rijk was, St Antonius Abt, St Barbara en St Catharina zijn bij deze heroprichting symbolisch samengevoegd. Dit komt tot uiting op het vaandel van het huidige gilde St Antonius Abt waarop tekenen staan van afbeeldingen van de drie gilden.

Het eerste wapen van het gilde beeldt een kruisboog uit die gericht is op een plaatje op een boom. Het ontwerp van dit wapen van het gilde is gebaseerd op het koningsschieten waarbij men met een kruisboog op een houten vogel schiet die geplaatst is op een 12 meter hoge boom. De gildebroeder die het laatste stukje vogel uit de boom schiet mag zich voor 2 jaar Koning van het gilde noemen. Men is begonnen met koningsschieten op het erf van gildebroeder Janus de Bresser aan de Sort op Hezelaar. De eerste koning was gildebroeder Hans Schreuder. Het eerste onderkomen van het gilde was een opgeknapte schaftkeet die enkele jaren later is uitgebreid. In 1989 schenkt Jan Bakx uit Liempde het gilde een nieuw Vaandel. Dit vaandel wordt door toenmalig pastoor Jan van Adrichem O.Praem ingezegend in de H.Mis ter ere van de patroondagviering van Sint Antonius Abt van het Varken (17 januari.) Tot beschermvrouwe wordt mevrouw Antonie van Boeckel-van Heijst, eigenaresse van Landgoed Velder, benoemd.

Op 16 januari 1993 is in de kerk door het gilde een gildealtaar opgericht. Dit altaar bevat een tableau van Sint Antonius Abt gemaakt door de Bossche kunstschilder Hendrik de Laat. Het altaar is tijdens de Hoogmis ingezegend door pastoor Van Adrichem. 

In 2012 heeft het gilde de Sort verlaten en aan de Oude Dijk een nieuw onderkomen betrokken, het Teunishonk. Het gilde ontplooit veel gilde-activiteiten zoals: deelname aan kringdagen, 50+ competitie met 7 gilden van de Dommelgroep, onderlinge competities, en de jaarlijkse uitwisseling met handboogvereniging  l’Union. Maar ook voor de Liempdse bevolking wordt veel georganiseerd, zoals:

- 'burgerkoning schieten' waar iedere  Liempdenaar aan mee mag doen om zijn of haar schietvaardigheid te demonstreren. De winnaar mag zich burgerkoning van Liempde noemen. 

- openbare zomeravondcompetitie waar 4-tallen en individuele deelnemers de strijd met elkaar aangaan.   

- in de zomermaanden kan er op iedere dinsdag door iedereen jeu de boules gespeeld worden. De interesse hiervoor is groot.

- ook is er gelegenheid om als groeps- of familie-uitje een ontspannen maar toch actieve middag of avond te beleven. Er kan dan bijvoorbeeld worden geschoten met de kruisboog, buks en laserpistool. Het Gilde Sint Antonius Abt heeft zich inmiddels in een modern jasje gestoken met het vizier naar buiten gericht en staat midden in de Liempdse gemeenschap. 

Jan van de Sande

 

Kasteren en de sterfman van Hoeve Te Maye

Op dit moment wordt er druk gewerkt aan een boek over Kasteren dat in 2025 uitkomt. Het onderzoek levert veel nieuwe zaken op die interessant zijn. Zo bezat Kasteren de beste gronden van Liempde, dat wist men al in de middeleeuwen. Rijke organisaties kochten (of kregen) deze gronden en bouwden een grote pachtboerderij. Alleen erg kapitaalkrachtige pachters waren in staat om zulke grote hoeven in halfpacht te pachten, omdat zij immers ook de andere helft, bijvoorbeeld vee, moesten inbrengen.  De eerste pachthoeve komt in de archieven in 1320 naar boven. Gerard, zoon van Ghiselbertus van Casteren, sterfman voor pachthoeve Hoeve Te Maye voor de priesters van Boxtel, die dan eigenaar zijn. Waarschijnlijk zijn deze priesters verbonden aan de Sint-Petrusparochie in Boxtel.

Het begrip sterfman wordt tegenwoordig niet meer gebruikt. Als een leenheer een goed in leen gaf aan een leenman, bleef hij eigenaar van dat goed. De leenman mocht het gebruiken, maar daartegenover stond een verplichting. Als de leenman sterft, kan hij aan die verplichting niet meer voldoen en gaat het gebruikrecht van het goed in principe terug naar de leenheer of het kan worden overgeërfd door een erfgenaam van de leenman. In dat laatste geval wordt aan de leenheer wel een som geld betaald voor de verheffing. Een leen kan echter ook aan een rechtspersoon (bijvoorbeeld klooster) worden overgedragen. Dan is er geen fysieke leenman die kan sterven, wat betekent dat de leenheer niet langer zijn geld zou ontvangen. Daarom moest de leenhouder in een dergelijke situatie een fysieke persoon aanduiden als sterfman: bij zijn dood mocht de leenheer om zijn centen vragen. De zeer oude pachthoeve Hoeve Te Maye is begin 19e eeuw afgebroken. In 1819 wordt de boerderij (dan Slijkhoeve genoemd) gesloopt en nooit meer opgebouwd. De illustratie geeft de afgebroken Kasterense hoeve in 1818 weer.

Ger van den Oetelaar

 

Portret van een straat

De Parkstraat heeft een eigen karakter. Dat was vroeger al zo. Of moet ik zeggen: vroeger meer dan nu? De straat loopt van het Concordiapark naar de Rosenhofstraat. Daar biedt ze een weids uitzicht over de Vrillikhovense akkers en de Prangen: akkers waar zandwegen doorheen slingeren. Dat was vroeger zo. Nu nog. Er is weinig veranderd aan het bouwland. Dat geldt niet voor de Parkstraat.

De huizen hadden 65 jaar geleden aan de voorkant allemaal een tuin, ligusterheg met hekje en strook zand. Pas daarna begon de met kinderkoppen verharde weg. Electriciteitsdraden hingen hoog tussen telefoonpalen. Er stond een enorme wilg tegenover de achteruitgang van bakkerij Van Eijndhoven, voorbij Parkstraat 7 was een lager gelegen weiland met naast de straat een groene berm, populieren en een sloot. Op de hoek van Kleinhoekje lag een grote moestuin, van Sjef en Marie, het enige echtpaar in de straat dat geen kinderen had. Kleinhoekje was een zandweg met diepe karrensporen. Dat alles is weg: tuinen, kinderkoppen, telefoonpalen, wilg, weiland, populieren, moestuin, zandweg.

Wat is er nog meer weg? Dat kunnen we het best vaststellen als we lezen hoe de dag daar ongeveer 65 jaar geleden verliep.

Het is begin zomer 1958. Een zaterdag. De zon begint te klimmen. De kinderen die ’s ochtend vroeg de mis dienden, zijn alweer thuis. Andere kinderen lopen met een boodschappentas en daarin een huishoudboekje de straat uit en stappen voorbij het gemeentehuis de Spar (van Piet de Spar / Van de Wiel) binnen. Enkele lopen door naar de slagerij van Willem de Beer verderop de Dorpsstraat (op de hoek van de  Vlasspreistraat.) 

Bij bakkerij Van Eijndhoven tringelt steeds de bel. Mensen lopen in en uit. Blijven voor de winkel staan praten. Opzij rijdt een oudere jongen op een bakfiets de Barrierweg op. Hij gaat broden rondbrengen. Bij café Van der Steen (thans Bij de buren/ redactie) drukt de eerste klant de deurkruk omlaag en stapt naar binnen. Hij heeft zich keurig geschoren. Zijn haar is nog nat. Het glinstert van de brylcreem.

Vijf jongetjes lopen de straat uit. Ze hebben boterhammen, een flesje thee en appels bij zich. Voordat ze de straat uit zijn, beginnen ze een lied te zingen. De moord van Raamsdonk. Een van de coupletten luidt: ‘De burgemeester kwam terstond en constateerde kippenstront. Hoempapa hoempapa hoempahoempahoempapa.’ De eerste twaalf coupletten kennen ze van buiten. Daarna verzinnen ze nieuwe, om de beurt, en breidt de moord zich uit. Ze hebben ooit de honderd coupletten gehaald. Vindingrijkheid en schunnigheid scoren hoog. Gelach staat gelijk aan applaus. Ze volgen de Rosenhofstraat, slaan links een zandweg in, verdwijnen achter een akker met rogge.  

In een schuurtje achter een huis opereert een man een omgekeerde stoel. Lijmt de poten opnieuw vast. In een ander schuurtje wijst een man waar de schoffel en hark staan. ‘Alle onkruid moet weg in de tuin. Als je klaar bent, heb ik nog een ander karwei voor je.’

In een ander schuurtje voert een man zijn varken.

Huiszwaluwen schieten kwetterend door de lucht. Ze landen op telefoondraden. Bij boer Bakx vliegen ze het ashok binnen, opzij van het bakhuis. Daar is een nest met jongen.

Een jongen komt achter een populier vandaan en jat rietstengels uit de rietwand van de open schuur van boer Bakx. Die ziet het niet. Van de stengels maakt de jongen pijlen voor zijn boog. Hij maakt punten voor de pijlen door koppen van spijkers te zagen.

In een huiskamer knoopt een moeder haar blouse en bh los en legt de baby aan haar borst. Enkele kinderen kijken toe. ‘Lief hè?’ ‘Hij heeft gepoept.’ ‘Hij stinkt.’ ‘Hij wil niet.’ De borst is wit en blauw geaderd. Lijkt op een deegbal die de bakker net met bloem bestrooid heeft. Andere kinderen smeren boter en jam op sneden vers brood. Een fluitketel gilt.  

Een man in een werkjas knipt met een hegschaar de ligusterhaag voor zijn huis. Hij heeft een alpinopet op en legt zijn hoofd bijna op de haag om te zien of die recht is. Druppels van een sproeier vliegen iets verder over een ligusterheg.

Twee jongens lopen voorbij de boerderij van Harrieke de Rosenhofstraat in, met aardappelmesjes en een jutezak. Ze snijden op de berm ganzentongen. Voor de konijnen.

Een man fietst de straat in en duwt enveloppen in brievenbussen. Hij loopt mank. De tochtkleppen van de brievenbussen klappen dicht.

Vader Legius, omringd door kinderen, komt met een ladder achter het huis uit en zet die tegen een telefoonpaal aan de overkant van de straat. ‘Daar zit ie.’ Hij klimt omhoog en kan net bij de kat die omhoog is geklommen, niet verder durft, maar ook niet naar beneden kan. Doordat vader Legius zo lang is, kan hij er net bij en riskeert dat zijn hand wordt opengekrabd door het klagende en blazende dier. Dat gebeurt niet.

Er drijven geuren over straat. Groentensoep, speklappen, gebakken aardappelen.

Een jongetje is aan het repen: met een stok duwt hij de velg van een fietswiel vooruit over de kinderkoppen. Dat veroorzaakt een kletterend geluid. Een andere jongetje heeft een Erdal schoensmeerblikje vastgemaakt op de spatbordstang van zijn kinderfietsje. Op het blikje heeft hij met een weckring de helft van een wasknijper bevestigd. Hij rijdt de straat op en neer. Een geklepper van jewelste weerklinkt, tot de wasknijper wegspringt.

‘Pioeoe,’ zingt een kogeltje uit een luchtbuks. Even later nog een: ‘Pioehoe.’ Spreeuwen en mussen vliegen weg van de daken.

Op een achterplaats probeert iemand een brommer te starten. De bougie is vet. De motor slaat steeds af.

Een jongen die uit Kleinhoekje komt, draagt een melkkoker met melk van de koe van Mieke naar huis, in de tas aan zijn arm zitten eieren verpakt in krantenpapier. Van Miekes kippen.

Paardenhandelaar Harrieke duwt zijn motor de straat op. Hij oefent al jaren voor zijn rij-examen. Rijdt elke dag dezelfde rondjes. Heeft een parcours toegewezen gekregen waar hij niet buiten mag gaan.

Op de achterplaats van een huis staan vijfentwintig paar kinderschoenen. Kinderen kijken binnen naar tv, het kinderuurtje.

Een grasmaaier ratelt. Een gazon ter grootte van een paar beddenlakens wordt gemaaid. Een ouder meisje snijdt margrieten voor in de vaas.

Kinderen zitten naakt in badkuipen op achterplaatsen of in bijkeukens. Ze worden gewassen. Hun teennagels worden geknipt. Er drijven zeepresten op het water.

Het platgetrapte zand voor de voortuinen wordt bij verschillende huizen door een kind of vader aangeharkt, in rechte en schuine patronen, 'griezelen' heet dat. 

Er klinkt muziek. Een jongen komt vanachter een huis de straat op lopen. Hij speelt op een mondharmonica. Bij de wilgenboom vlakbij laat hij zich zakken, zit onder tegen de stam en gaat verder met spelen. De schors heeft diepe inkepingen. Er landt een houtduif op een tak die van een kastanjeboom van het park komt.  

Nog net voor ze naar binnen worden geroepen maken twee meisjes hun hinkelspel af. Het schoensmeerblikje belandt in het verste veld. ‘Nee, hè. Weer eroverheen'.

In keukens snorren haardrogers boven getoupeerd en gelakt haar. Kleuters kleuren paarden en clowns in, meisjes lakken nagels.  

Achter de meidoornheg bij boer Van Abeelen verkondigt een kip dat zij een ei heeft gelegd.

In een keuken slaat een vader een kind.

De bougie is ontvet en bijgesteld. De motor gehoorzaamt het handvat bij het gas geven. Loeit en loeit.

Een man in een blauwe overall komt aanfietsen. Houtstof bedekt zijn schouders en stekeltjeshaar. Hij is klaar met zijn werk in zijn klompenfabriekje.   

In de boerderij van Harrieke smeert moeder paardenmelk over het gezicht van haar jongen. Daarmee verdwijnen zijn sproeten. Het meisje komt ook aan de beurt. Daarna kijkt ze in de oven, naar de appeltaart die ze heeft gebakken van de laatste appelpartjes die ze vorig jaar in de oven droogde.

Het wordt stil in de straat.

Een vlieger probeert zich halfslachtig los te maken van een telefoondraad.

Een man trekt een fiets uit het Hoefijzer fietsenrek voor café Van der Steen, valt bijna om, rijdt zwabberend weg. De zon aarzelt maar gaat tenslotte toch onder.

Na de geur van brood ’s ochtends, die van eten ’s middags, die van haarlak aan het einde van de middag, drijft nu de geur van inslapend gras en zand door de straat.

Jasper Mikkers

foto: Collectie Jasper Mikkers. Parkstraat richting Rosenhofstraat.

 

Archeokout 36

Je zult maar Romeins keizer zijn en de wereldheerschappij op je verlanglijstje hebben. Dan zijn er plotseling barbaren die je zonodig dwars moeten zitten. De Varusslag in het Teutoburgerwoud was een harde les, die leidde tot een bescheidener opstelling van Augustus. De Elbe als grens was teveel gevraagd, daar kreeg je al die opstandige Germanen bij cadeau. De Rijn als grens was gemakkelijker te verdedigen en de bevolking was al overwonnen en min of meer ingekapseld. Natuurlijk waren er nog wel strafexpedities, als was het alleen al om de verloren vaandels op te halen. Terugtrekken achter de Rijn betekende ook niet dat er daarboven geen macht uit te oefenen was. Daar leefde nog gespuis dat via exorbitante belastingen uitgeknepen kon worden. Een rooftochtje op zijn tijd was ook niet te versmaden. Hier en daar waren er dus nog Romeinse versterkingen boven de rivieren zoals het fort Velsen, een nuttige zeehaven en andere kustbases in Friesland en Noord-Duitsland.

Met de Friezen (de echte, niet de neppers van na de volksverhuizingen) hadden ze vredesbanden en die betaalden netjes belasting, totdat de inhaligheid van de Romeinen te ver ging. De Friezen konden de gevraagde huiden niet meer leveren en stelden vrouwen en kinderen als slaaf ter beschikking. Dat kon niet meer, ze beklaagden zich, maar kregen louter geweld terug. Dat leidde tot de Friese opstand in 28 na Chr.. Ze vielen fort Velsen aan en hadden het bijna veroverd, tot de Romeinen hulp kregen van Kaninefaten en Bataven. Aan de hand van archeologische vondsten kan de strijd daar gereconstrueerd worden. Om de vrede te bewaren werden er geen wraakacties tegen de Friezen onndernomen.

Rond 40 na Chr. moest er ook nog een robbertje gevochten worden met de Chauken uit Groningen en Noord-Duitsland, ware piraten die zomaar de Belgische kust plunderden en zo de acties in Engeland bedreigden. Corbulo, ja van die gracht, leerde ze een lesje. Hij bracht hun boten tot zinken, stelde wetten op, magistraten aan, een senaat in  en liet de leider vermoorden. De Keizer, Claudius,  wars van het geweld en de voortdurende bedreiging, versterkte daarop de forten aan de Limes en accepteerde uiteindelijk Rijn en Donau als grens.

Nog geen dertig jaar later was het weer goed mis. In het vierkeizerjaar 68 na Chr. was de top in Rome in rep en roer, werden legers teruggeroepen en was er binnen die legers een loyaliteitscrisis. Van die verzwakking maakte de Romeinse Bataaf Julius Civilis gebruik om het ongenoegen van de Bataven over losgelden, schandknapen en vernedering om te buigen tot een opstand. Civilis was een gelouterd soldaat uit Bataafs-vorstelijke kringen en had na 25 dienstjaren het Romeins staatsburgerschap verworven. Hij stookte de Kaninefaten en Friezen op tot rebellie aan de Noordzee. Valkenburg  en Utrecht werden verbrand. Bataven in het verdedigende leger liepen over, zoals ook de manschappen van 24 schepen en ook een cohort Tungri keerden zich tegen de Romeinen. De Romeinen werden uit het Batavenland verdreven en Civilis trok op naar Xanten. Die prestige plaats veroveren lukte niet , net zo min als uithongeren. Ondertussen liet Civilis zijn troepen heel België plunderen.

De Romeinen brachten ijlings nieuwe troepen, hadden enig succes in Krefeld ten koste van veel manschappen. Toen de hulptroepen de Romeinen verder in de steek lieten was Xanten verloren en werd  verbrand, inclusief de soldaten. Civilis trok door naar Keulen en maakte het zijn hoofdkwartier. De Bataven waren de baas en Civilis wilde met België een soort stammenfederatie organiseren. Hij veroverde en verwoestte Tongeren.

Het tij keerde toen Rome een groot leger stuurde onder aanvoering van Cerealis. Eenvoudigweg heroverde hij Mainz en Trier. Keulen keerde zich plots tegen Civilis en hij moest snel terug om het Batavenland (de Betuwe) te verdedigen.  Ondanks hulp van Kaninefaten en Chauken was er geen redden meer aan. Na wat listen over en weer werd Civilis straffeloosheid aangeboden en gaven de Bataven zich over. De onderhandelingen tussen Civilis en Cerealis vonden plaats op een daarvoor vernielde brug (zie plaatje). De Bataven hadden grote verliezen geleden maar behielden hun bevoorrechte positie. Van het lot van Civilis weten we niets.

Daarna werd het een soort van vrede, de Pax Romana. En wat werd er van de Bataven? Na de volksverhuizing niets meer van gehoord. Of toch? Ach u weet wel, ze werden omgedoopt tot onze dappere voorvaderen, die we in ere hielden door de Spanjaarden te verslaan en de Bataafse Republiek te stichten en fietsen te maken. Gedurende lange tijd hebben de Nederlanders, en vooral de Hollanders geschiedvervalsing bedreven om onszelf als onafhankelijkheidsstrijders te profileren. Niet alleen geschiedenis is een belangrijk vak, ook de geschiedenis van de geschiedenis.

Voor veel meer detail en evidentie via citaten uit werken van onder andere Tacitus en Dio wordt de liefhebber verwezen naar: Lendering en Bosman, De rand van het Rijk, 2010.

Jaap van der Woude

Foto: Civilis en Cerialis onderhandelen op de afgebroken brug

 

Rector Theodorus Antonius van de Laar (1854-1950)

Theodorus Antonius van de Laar (rector Van de Laar *1854 +1950) koopt in 1902 percelen van de Noordbrabantsche Duitsche Spoorwegmaatschappij voor ruim 540 gulden. Hierop bouwt hij aan het begin van de 20e eeuw twee huizen aan de Kasterensestraat. Voor het te maken boek over Kasteren missen we helaas een foto van deze rector, terwijl hij pas in 1950 gestorven is. Wellicht heeft een van de leden van de Erfgoedvereniging er een beschikbaar. Graag dan even melden via info@kekliemt.nl Op de foto is links het huis waar hij woonde, links naast voormalige uitspanning De Punder. 

Ger van den Oetelaar

 

Toponiem verklaard

Braakkuil

Perceel waarbij een braakkuil was gelegen. Een van de onderdelen van het vlas bewerken was het zogeheten 'braken'. Na het roten (een rottingsproces, waarbij de vezel los van de stengel raakte) moest eerst het vlas weer drogen. In de volgende fase werden via de braakkuil en de braak de stengels en vezels van elkaar gescheiden. De braakkuil was een diepe, lange geul in de grond, een paar meter lang, een goede meter breed en ruim een halve meter diep. De randen van de geul  waren ongeveer een meter opgehoogd. Over de randen werden staven gelegd als een soort rooster, waarop het vlas uitgespreid werd in een dunne laag. In de kuil werd een zacht vuur gestookt van hout en afval waardoor het vlas wel werd verhit, maar niet in vlam kon schieten. Eenmaal voldoende geroosterd werden de stengels op de braak (een toestel met overlangse gleuven, waarin latten met een handvat op en neer bewogen konden worden) gelegd. De vlasstengels werden gebroken, de stengeldelen vielen eraf, de vezel kwam helemaal vrij op enkel resten na die via de zwongstapel en de sleger er af geslagen werden. Liempde kende verschillende braakkuilen in het verleden, tot begin deze eeuw vond immers vlasteelt plaats. In 1885 wordt een nieuwe verordening vastgelegd over brandveiligheid (GA inv. No. 1895) en met betrekking tot de verwerking van vlas worden voorschriften genoemd over het roosteren en braken hiervan.

'8e Vlas of hennep te roosteren en te braken, binnen huizen en gebouwen of op plaatsen, in welke nabijheid, tot op eenen afstand van 100 meter: hooi strooi, koren, mijten of dergelijke voorwerpen staan of de schillen of afval van de plaats waar het braken geschiedt niet weg te voeren of zonder met aarde bedekt te zij, te laten liggen …. 9e bij het zwingelen of hekelen van de vlas of hennep vuur of licht te gebruiken, anders dan in eene met glas goed afgesloten lantaarn, die op twee meters afstand van het vlas behoort verwijderd te zijn in welke lantaarn daar en boven geen bronolie mag gestookt worden.'

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 218. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl.  

Foto afkomstig van internet

 

Beeldbank vraag

Groepsportret met drie dames, evkl012079. Wie weet de namen van de dames. Gaat het om een huwelijksportret? Wie helpt? Antwoorden kan via info@kekliemt.nl. Bij voorbaat hartelijk dank.

Els Vissers

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl