Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - Jaargang 6 Nummer 36 - 15 maart 2024

Van de Voorzitter

10-jarig jubileum MUBO, "samen op stap in cultureel Boxtel"

Op zaterdag 16 maart start MUBO met de viering van haar 10-jarig jubileum. Van 16 maart tot en met 30 juni kunnen 54 culturele activiteiten op 20 locaties worden bezocht in Boxtel, Esch en Liempde. 
Kèk Liemt verzorgt in het kader van dit jubileum 3 rondleidingen en op 2 momenten is onze expositieruimte in de boerderij van De Kleuskes geopend.
De rondleidingen vinden plaats op 21 april, 5 mei en 19 mei. De onderwerpen zijn respectievelijk:
21 april: Liempde goed bewaard maar toch springlevend;
5 mei: De Liempdse kerken en haar dodenakkers;
19 mei: Onderwijs en godsdienst uit elkaar gegroeid; 

Op 21 april en 5 mei is 's middags ook onze expositieruimte geopend.

Het volledige programma met de 54 activiteiten tot en met 30 juni wordt na de opening uitgedeeld en is daarna te bekijken op www.muboboxtel.nl en in de gratis app van het Brabants Centrum.

Algemene ledenvergadering

Maandag a.s. is het alweer zover. Op de agenda staat o.a. een punt dat ik hier al wil toelichten. Het betreft agendapunt 9: 'Oproep inzet van de leden bij activiteiten EVKL (voorbeeld onderzoeks- en beeldbank werkgroep.)' 

We willen bij dit agendapunt bespreken of onze vereniging wel genoeg te bieden heeft voor haar leden en genoeg uitdagingen biedt. En ook hoe we dit in voorkomend geval kunnen verbeteren. Om hier gericht invulling aan te geven willen we als bestuur wel weten waar jullie ambities liggen. Het moet laagdrempelig en aantrekkelijk zijn om vanuit de leden aan te sluiten. Samen zijn we immers vereniging. 


Twee voorbeelden waar voor onze leden mogelijkheden liggen zijn al genoemd, maar het kunnen ook andere onderwerpen zijn. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld ook aan:
-  beheer van een van onze archieven, verzamelingen of erfgoedkamer;
-  het uitzetten van cultuurhistorische routes en wandelingen;
-  etc. etc. 


De tijden dat je hiermee bezigt bent bepaal je zelf.
Een geheel andere activiteit die we bij voldoende belangstelling onze leden graag aanbieden zijn uitstapjes, excursies en bezichtigingen. Kortom we zien voldoende mogelijkheden voor onze leden om te participeren in diverse activiteiten. 
Denk hier alvast over na, alle ideeën zijn welkom.

Tot maandag 19.30 uur in bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. 

Harrie Raaimakers 

 

Actueel

AGENDA.

Zaterdag 16 maart - 13:00 uur Opening jubileumtentoonstelling 'Drie in één'                      Morgen opent burgemeester Ronald van Meijgaarden in bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd een unieke gezamenlijke tentoonstelling van 3 jubilerende organisaties, te weten 150 jaar fanfare Concordia, de 50ste Boeremèrt Liemt en 50 jaar Stichting Kèk Liemt. U bent hierbij van harte welkom. De sluiting is zaterdag om 17:00 uur.

Verder is de tentoonstelling nog te bezichtigen op zondag 17 en zondag 24 maart a.s. van 10:00 tot 17:00 uur. 

Zondag 17 maart - wandel excursie Gastvrij Liempde o.l.v. Jan van de Sande                        GODSDIENST EN ONDERWIJS UIT ELKAAR GEGROEID vertrek om 10:00 uur vanaf bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Kosten 5 Euro inclusief kopje koffie of thee na afloop.

Maandag 18 maart - Algemene ledenvergadering in D'n Liempden Herd - 19:30 uur. De uitnodiging met agenda hebt u inmiddels ontvangen en ook onze voorzitter heeft het er over in zijn openingsrubriek van deze Nieuwsbrief. 

Maandag 25 maart - lezing 'De Nieuwe Archeologie" door ons lid Jaap van de Woude in bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Aanvang 19:30 uur. Inloop vanaf 19:00 uur. Toegang gratis. 

 

 

 

 

Tentoonstelling 'drie in één'

Zoals in de rubriek ACTUEEL al aangekondigd staat zaterdag 16, zondag 17 en zondag 24 maart a.s. bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd in het teken van drie jubilea, gevangen in één tentoonstelling. Het bijzondere van deze tentoonstelling is dat drie jubilerende organisaties indirect met elkaar zijn verbonden vanuit het 100 jarig bestaan van fanfare Concordia destijds in 1974. 

Dit jaar bestaat de Liempdse fanfare 150 jaar en dat wordt gedurende dit jaar groots gevierd. Om het eeuwfeest te bekostigen werd in 1973 de idee geboren om een Boeremèrt anno 1920 te organiseren. In het jaar van het eeuwfeest (1974) werd de mèrt 2x gehouden. Dit jaar is het de 50ste keer. U zult zeggen dat klopt toch niet, maar vanwege enkele onvoorziene omstandigheden (veeziekte en Corona) is de mèrt enkele jaren niet gehouden. Inmiddels is de formule van de mèrt er een van 'alle tijden'. Op 1 april -geen grap- Tweede Paasdag voor de 50ste keer dus de Liempdse Boeremèrt. 

Omdat in 1974, waarbij naast het eeuwfeest van de fanfare, ook Mieke van der Velden 100 jaar werd, werd onze toenmalige huisarts Roger van Laere gevraagd om een foto-tentoonstelling op te zetten. Op 11 mei 1974 werd deze geopend in de voormalige klaslokalen van het Sint-Albertusklooster. De tentoonstellng kreeg als titel mee 'Kèk Liemt' -zie foto-. Het succes van deze tentoonstelling was zo groot dat Van Laere het verleden van Liempde blijvend wilde koesteren. Zo zag op 18 december 1974 Stichting Kèk Liemt het levenslicht. Dit jaar 50 jaar geleden. Kortom, Kèk Liemt komt direct voort uit het eeuwfeest van Concordia. De naam Concordia betekent zoveel als 'eendracht.'

Eendrachtig hebben de jubilerende organisaties de koppen bij elkaar gestoken waarbij leden van onze Erfgoedvereniging -opgericht op 18 december 2018- onder aanvoering van onze Erfgoedvoorzitter Harrie Raaimakers, mee hebben gedacht over a) de foto-tentoonstelling en b) ons eigen jubileumprogramma voor dit jaar. U las er al over in onze Nieuwsbrief van februari j.l.

Op de tentoonstelling wordt door de drie jubilerende organisaties een inkijkje gegeven in de historie van de drie, waarbij, naar verwachting, door de bezoekers weer veel herinneringen boven komen. Kortom in lijn met onze Nieuwsbrief Kèk Efkes. 'Goade gullie ok ffkes kèke dit weekend of volgende week zondag? 't Is gratis en hopelijk nie voor niks.'

De openingstijden zijn: 

- zaterdag 17 maart van 13:00 tot 17:00 uur

- zondag 18 maart van 10:00 tot 17:00 uur

- zondag 24 maart van 10:00 tot 17:00 uur 

Arnold van den Broek. 

 

Dommelsteilranden in Liempde

Op veel plekken zijn in Liempde aan de Dommel prachtige waardevolle steilranden te zien. Steilranden zijn nu zichtbaar als de steile (soms meer dan 120 cm) overgang van de akkers naar de beemden. Veel mensen gaan ervan uit dat het door de Dommel uitgesleten randen zijn. Het betreft hier echter een door mensen gemaakt landschapselement. Op de overgang van akker en beemd stond eertijds een meestal zware houtwal om het rundvee dat op de beemden graasde van de akkers weg te houden. De akkers werden continu opgehoogd, dit gebeurde niet op de beemden. Wanneer dan de houtwal verwijderd wordt houden we een steilrand over. Het zou mooi zijn als een aantal steilranden weer beplant wordt. Dat maakt het Liempdse landschap nog leesbaarder. Annelies Ebregt heeft een prachtige tekening gemaakt waarin het bovenstaande duidelijk wordt gemaakt.

Ger van den Oetelaar

 

Archeokout 32

Dit nooit weer. Met een ontzaglijk gebrek aan historisch besef roepen we dat in engere zin als we een museum openen of in brede zin als we belangstelling en medeleven willen uiten voor iets vreselijks en  ongerechtigs op het conto van de ene club dat vele mensenlevens kost van de andere club. Tutsi's, Rohingya, Palestijnen, Bosniërs, Oeigoeren, Khmers ze zijn allen getuige van de zinloosheid van de eerste zin. Samenhangende groepen worden samenhangender als er een gek is die ze opzweept tegen anderen. Die anderen zijn namelijk anders! U kent ze wel de vredemieren die ten oorlog trekken tegen de oorlogsmieren omdat ze immer oorlog voeren of ervan beschuldigd worden massavernietigingswapens te hebben. Maar het is niet iets van deze tijd alleen, de geschiedenis en de prehistorie staan er bol van.

Het was het einde van vele Kelten, die trouwens zelf ook geen lieverdjes waren. Met name vorige maand hebben we kunnen lezen hoezeer ze zich van de ene slag naar de andere knokten. Of de aanvallen op Rome de oorzaak waren van de Caesariaanse uitroeiing weet ik niet, maar geholpen heeft het zeker. Gebrek aan samenhang van de Kelten was daarbij een extra voordeeltje voor onze Julius. Op het bijgaande kaartje zien we de versnippering van de Kelten in het westen, en in het oosten was het niet anders. Het miegerde van de stammetjes, die elkaar bedonderden en het licht in de ogen niet gunden. Wij zullen ons in ons verhaal van Liempde wat meer op de gebeurtenissen in het westen richten.

In Romeinse ogen was er een scheiding tussen Kelten en Germanen. Ten westen en zuiden van de Rijn waren de stammen Keltisch ten noorden  en oosten Germaans. Dat slaat natuurlijk nergens op, maar omdat zij dat zo vonden, noemen wij dat ook maar zo. Alle aanvallen van buiten de Limes werden door Germanen gepleegd en opstandige stammen er binnen  waren een binnenlandse aangelegenheid. Daar had ook geen VN iets aan kunnen doen (doen so wie so niks). Het Gallische gebied was zeer profijtelijk voor Rome, de commercie tierde welig en het was een rijke bron van slaven en een afzetgebied voor wijn. De handel zorgde voor wegen en vele lokaal gesitueerde Romeinse burgers en handelaars. De infrastructuur voor regeren met  harde hand was dus aanwezig en daar maakte meneer Caesar, die sinds 59 v.Chr. het bestuur van Cisalpina (Noord-Italie) en Transalpina (Zuid-Frankrijk) kreeg, ruim gebruik van.

De smoes voor de zegetochten door Gallië was de opstand van de Sueven, een Germaans volk dat, onder leiding van Ariovistus, twee stammen in de Jura een militair handje hielp tegen de Haeduers in de Bourgogne. Na de winst werden 120.000 Germanen in de Elzas geïmporteerd. Een andere smoes was dat de stam der Helvetiërs, onder leiding van Orgetorix, zich dreigde te gaan vestigen aan de atlantische kust. Kommer en kwel dus. Doch de hoofdreden was natuurlijk de zucht naar macht en succes.

Dat lukte, in 58 v.Chr. versloeg JC de Helveten tweemaal (Bibracte) en even later ook Ariovistus met zijn Sueven in de slag om de Vogezen. De ban was gebroken, er volgden nog vele veldtochten en -slagen. Eerst de veldtocht tegen de Belgen (Nerven en Atuatuken) brandschattend en plunderend  waarna hij 53.000 slaven kon verkopen. Even later knechtte hij de Veneti in Normandie en Bretagne om het jaar daarna over te steken naar Engeland en tevens aan de andere kant van de Rijn ten strijde te trekken tegen de Sueven en de Trevieren.

Maar het bleef rommelen, de Morinen verstoorden de overtocht naar Engeland en de Eburonen, de toenmalige Brabanders onder Ambiorix, rebelleerden vanwege een slechte oogst en de belastingeisen van de Romeinen. Overal groeide de onrust aangemoedigd door de verliezen die de Romeinen regelmatig leden. Eerst trad JC op tegen de verschillende Belgische stammen, verwoestte de Menapiërs en leerde de Nerven en Eburonen een lesje, maar door een list van Ambiorix verloor hij bij Atuatuca (waarschijnlijk de Pietersberg) maar liefst 15 cohorten. Direct daarna sloeg de revolte over naar  Midden-Frankrijk waar Vercingetorix, de leider van de Arverni (Auvergne), het leger van JC versloeg. Met hulp van ingehuurde Germanen wist JC in 52 v.Chr toch het oppidum Alesia in te nemen. Vercingatorix, die tevergeefs andere stammen te hulp had geroepen, werd als trofee afgevoerd naar Rome en zes jaar later toch nog vermoord.

De wraak van JC voor zijn verlies bij de Eburonen kwam in 51 v.Chr. Het hele gebied van de Eburonen, de Kempen,  werd uitgekamd en iedereen die ze te pakken kregen werd vermoord. Niet alleen door de Romeinen, maar ook door andere Keltische stammen die daartoe werden uitgenodigd en opgeroepen. De vluchtende Eburonen werden vervolgd tot de Maas, waar ze hulp kregen van Germanen die dachten Atuatuca en passant te kunnen veroveren. Het mislukte en het leger werd weer ingezet om alles plat te branden en iedereen in Brabant af te slachten, de Maas of de Peel in te drijven. Tot op de huidige dag worden de resten van de Eburonen daar gevonden. De leider Ambiorix hebben de Romeinen niet gevangen kunnen nemen. Boze tongen (van complotdenkers?) beweren dat ie nooit zou hebben bestaan, niettemin wordt hij in België als nationale held vereerd.

Afgezien van de algehele geweldadigheid van de Romeinen en Kelten was dit toch wel een ernstige vorm van genocide op de Belgen en op de Eburonen in het bijzonder. De acties van Caesar tegen de Kelten kostten in 8 jaar een miljoen doden en nog eens zoveel van hen trof het slavenlot, samen toch zo'n 30% van de bevolking. En toch, en toch, zijn de classici en de gymnasiasten vol lof over het Romeinse rijk. Dat zouden we niet accepteren als het ging om het derde rijk, de Rode Khmer, de Hutu's, de Chinezen of Myanmar.

Dit nooit weer? Hoe naief kun je zijn.

Jaap van der Woude

Afbeelding: Gallia_Tribes_Towns

 

Nog een herberg op Kasteren

Uit de vorige nieuwsbrief (overval) blijkt al dat er in 1910, naast herberg en café 't Groene Woud, nog een kleine herberg is op het adres van de huidige Kasterensestraat 15. Vanaf 23 juli 1870 woont hier Schijndelaar Jan Heesakkers (1830-1911) met zijn Nulandse vrouw Maria Elisabeth (Bet) van Aspert (1844-1920), ze zijn 30 mei 1870 gehuwd. In 1873 vertrekken ze enige jaren en worden vanaf 25 mei 1884 weer als huurder vermeld. Wellicht begint Jan hier in 1884 een herberg. Ze blijven er tot 1911 wonen en de verhuur loopt door tot de verkoop in 1911, wanneer het in verhuurde staat verkocht wordt. De overval met oudjaar 1910 en de verkoop van de inboedel op 1 maart 1911 geven informatie over de herberg.

De herbergkamer is de grote kamer met de schouw. Op de schouw staan sierborden. De kamer grenst aan de westzijde aan de oprit waar de voordeur is en waar de herberggasten binnen komen. Dezelfde herbergkamer grenst aan de geut/keuken aan de oostzijde, waar ook de achterdeur met raampje is richting de put. Destijds zijn de overvallers via de achterdeur binnengekomen. In de slaapkamer bevindt zich een bedstee en deze slaapkamer grenst aan de herbergkamer. In de herbergkamer staat een kast. De herberg is voorzien van een zgn schenkblok / tapkast. In de herberg wordt bier geschonken, bij de verkoop in 1911 worden 9 loten bierglazen verkocht. Ten gebruike van de herberg is er ook een fornuis, stoelen (6 loten), tafels (3 loten), borrels, koffiepotten, schalen, lepels, lepeltjes, kommen en bordjes. Er hangen schilderijen, een spiegel en een klok. Al met al een ruim voorziene herbergkamer. Behalve bier wordt er ook jenever, citroenkwast en grenadine geschonken. Verder worden er ook sigaren verkocht. Op 12 juni 1911 wordt de boerderij met herbergkamer gekocht door buurman Marinus van de Sande (1871-1938). Marinus heeft op inboedelverkoop van 11 maart ook meerdere zaken gekocht o.a. haargetouw, brandhout, mandflessen, kist en planken. Ook buurman Marinus van de Laar (1861-1936) koopt verschillende zaken. De eigenaar van ’t Groene Woud koopt de spiegel, dus wellicht hangt die er nu nog. Volgens zijn eigen verhaal komt de 23-jarige Cornelus (Nelis) Thomassen (1887-1986) er per september 1911 wonen met zijn vrouw Adriana Kronenburg (1886-1886). Ze zijn zojuist, op 11 augustus 1911, getrouwd. Ze krijgen daar in 1912 zoon Antonius Cornelus  (Toon, 1912-1982) en in 1917 zoon Jozef Cornelis. Ze blijven er wonen tot april 1920.

Op de foto uit 1933 is het vroegere woongedeelte, waar toen de herberg was, nog te zien. Naast de ronde deur is de toegang (deur met bovenlicht)  tot de herbergkamer nog te zien.

Ger van den Oetelaar

 

Toponiem verklaard

BRIKSKES

De Brikskes liggen in de hoek, gevormd door Hezelaarsestraat, Sortestraat en Grote Loop op een gemiddelde hoogte die ruim 1 meter lager is dan de hoge akkers aan de overzijde van de Hezelaarsestraat. Deze gronden zijn later in cultuur gebracht dan genoemde hoge akkers. We mogen Brikskes dan ook in verband brengen met 'breken' en 'braak': ontgingen.

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 225. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl.  

 

Moorden in Liempde in 1627 en 1750

De Liempdse Mieke Vermeulen, een acht maanden zwangere dienstmeid, werd op zondagmorgen 22 februari 1750 te Liempde dood gevonden. Het volk was toen van huis, naar de kerk, en Mieke was achtergebleven met een zoon des huizes en een blinde nicht. Haar tante vond haar 'seer swaar door een snede aan haar keel (...) gequest en waaruijt sterk was bloedende'. Zij vroeg wie het had gedaan, maar Mieke kon niet praten, alleen met haar hoofd draaien en met de handen gebaren. Zonder een woord te hebben uitgebracht stierf zij een of twee uur later. Ze had nog kunnen uitbrengen 'onsen Heijn'. Deze mogelijke dader (Hendrick Jan van den Bors) was geen lieverdje: Hendrick van den Bors zou ook de 'kannekruijer' een snede in de hand hebben toegebracht en een gat in zijn hoofd hebben veroorzaakt.
Aanvulling van Wilbert Steenbakkers: Mieke is zeer waarschijnlijk een dochter van Gerard Vermeulen en Maria van Hastenbergh. Ze kan dan gedoopt zijn als Maria van der Meulen, St.-Oed. 10-1-1727 of als Anna Maria Vermeulen St-Oed 16-7-1734. Haar broer Arnoldus, gehuwd met Godefrida Dries Droesen, woonde destijds ook in Liempde.

én

Erit Janss (Erart?), een vrijgezel te Sint-Oedenrode, is te Liempde op Allerheiligen 1627 'doot gesteken'. Hij laat een onecht kind en een bastaardzus achter. Zijn nalatenschap bestaat uit niet meer dan eenachtste van een bunder 'leech teulant', belast met een korenrente en enkele kleine geldpachten, 'ende noch een roer ende luttel cleederen ende sommige cleyne, onsekere insculden', waar tegenover veel schulden staan te betalen. Johan van den Leene, raad en rentmeester van de domeinen in het kwartier van Den Bosch, sluit een akkoord met de bastaardzus Mariken Janssen, ze wordt geassisteerd door haar neef Thonis Arts: tegen betaling aan de koning van Spanje mag zij van haar bastaardbroer erven. (18 mei 1628.) 

Ger van den Oetelaar

 

Beeldbank vraag

Nieuwe vraag foto evkl012095 is een groepsportret. Wie kent de namen van de personen?

Foto van de maand februari betrof de halve marathon van Kasteren. Helemaal links Henk Kuppens snelste Liempdenaar, dame uit Boxtel snelste vrouw, daarnaast de snelste 40 plusser en daar weer naast de winnaar van de halve marathon Twan van Erp uit Sint-Oedenrode. De prijzen werden uitgereikt door burgemeester P.A. Smits rechts op de foto. Dank aan Geert en Désiré van Laarhoven. 

Heb je het antwoord op deze vraag geef het dan aub even door via info@kekliemt.nl Bij voorbaat hartelijk dank.

Els Vissers

 

Een kerkhof als boek

Ik loop graag over kerkhoven. In Nederland, maar ook in het buitenland. Ik bracht uren door op Père-Lachaise in Parijs, de Perekesi-Begraafplaats in Boedapest, een tegen een berghelling gelegen begraafplaats in Quito waarvan ik me de naam niet meer herinner. Ik kan me er verwonderen, mijmeren, vragen stellen, verbanden proberen te leggen. Op de Highgate Cemetary in Noord-Londen ben ik nog niet geweest. ‘Het is als een perfect plaatje uit een spannende (horror)film. Het is zowel mooi als griezelig. Overwoekerde tuinen, slingerende paadjes en mossige grafstenen roepen een gevoel van onbehagen en reflectie op.’ Op een lijstje van de beroemdste kerkhoven op internet staat deze begraafplaats op nummer 1.

In de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw bevond de grafcultuur zich op haar hoogtepunt. Wie geld had, zocht zijn laatste rust in een grafkapel. Wie fantasie had, bedacht iets ludieks om onder te liggen. Een stenen schaakbord als grafsteen. Of verzon een afwijkend grafschrift: ‘Nooit ziek geweest. En nu dit.’ ‘Engelen genoeg, Maar nergens een kroeg!’ In de eeuwen daarvoor werden belangrijke figuren begraven in de kerk. Maar  het kerkhof wordt ernstig bedreigd. Crematies nemen hand over hand toe. Natuurbegraafplaatsen worden steeds populairder.

Elke mededeling dat een vriend, kennis of zelfs onbekende gecremeerd wordt, veroorzaakt bij mij een pijnscheut. Cremeren is voor een liefhebber van grafmonumenten een barbaarse gebeurtenis. ‘Wegwezen jij!’ wordt er eigenlijk tegen de overledene gezegd. En meteen wordt de vlam er in gestoken. Het is om van te huiveren.

Ik weet dat velen dat niet zo ervaren. Toch heb ik mijn twijfels bij verschillende argumenten die ten voordele van crematie worden aangevoerd. ‘Ik heb geen zin om een graf te onderhouden. Ik ga er toch nooit naar toe.’ Mijn antwoord is: ‘Dat hoeft ook niet. Een vervallen graf is ook mooi.’ Mooier nog is een vervallen graf waar af en toe een vers boeket op wordt gelegd. Wie is dat geweest? Wordt hij/zij die hier ligt, nog altijd in het geheim bemind?

Het bestaan van een mens is voor een groot deel opgebouwd uit illusies. Een zo’n illusie is de gedachte dat in een graf nog altijd iets van de overledene aanwezig is. Dat is natuurlijk ook zo. Zijn schedel, botten, haar, tanden. ‘Ja,’ kan iemand zeggen, ‘maar dat geldt ook voor as in een urn.’ Nee. De schedel is het huis waarin de overledene woonde, waarin zijn gevoelens en gedachten schuilden. Zijn botten waren zijn vervoermiddel, brachten hem overal naar toe. Zijn haar wekte verliefdheid op bij wie van hem hield. Wat valt er over as te zeggen? Dat het de metalen bevat waaruit botten werden opgebouwd? En wat gebeurt er met die as? Die wordt uitgestrooid en verwaait. De dode is nergens meer. Maar wordt hij begraven, dan blijft hij nog een tijd aanwezig. (De mummie van Toetanchamon is 3350 jaar oud en bestaat nog altijd.) Je kunt voor het graf gaan staan en hem of haar toespreken. Een urn spreek je niet toe. 

Er is nog een andere reden waarom cremeren mij pijn doet. Een kerkhof was altijd een afspiegeling van de stadswijk of het dorp. Een kleine kopie of plattegrond. Wie stierf veranderde van adres. Was nog altijd te bezoeken. Een crematie maakt dat onmogelijk. Voor mij is een kerkhof ook een boek, een boek waarin ik eindeloos kan lezen. Elk grafsteen of kruis is een pagina. En mijn geheugen vertelt me wat er op die pagina staat als ik de begravene gekend hebt. En als ik de begravene niet gekend heb, kan iemand die hem of haar wel gekend heeft, mij vertellen wat er op die pagina, die grafsteen, staat. Maar met elke crematie wordt een bladzijde uit dat boek gescheurd. Er ontbreekt voortaan iemand. 

Begraven doe je niet voor de overledene, maar voor de levenden. Iemand kan begraven zijn, maar gaat niet dood. De herinneringen die een graf oproept, wekken hem of haar tot leven. Iemand die gecremeerd wordt, is voorgoed dood.

Het spijt me hierbij te moeten opmerken dat de eerste Nederlander die zich liet cremeren een collega van me was, in zoverre ik me met hem mag vergelijken. Want ik heb het over de grootste Nederlandse schrijver van de laatste twee eeuwen, volgens sommigen, over Eduard Douwes Dekker ofwel Multatuli. Hij werd op uitdrukkelijke eigen wens gecremeerd in 1887, in Ingelheim am Rhein in Duitsland. Daar was hij in 1866  naartoe gevlucht omdat hij in Nederland veroordeeld was voor een vechtpartij. In Nederland mochten geen lijken gecremeerd worden, in Duitsland wel. (Het hoogtepunt van cremeren werd in Duitsland bereikt in de Tweede Wereldoorlog.) 

Waarom was Multatuli een groot voorstander van cremeren? Een voetnoot bij een van zijn Ideeën, Idee 925, geeft de verklaring. ‘Ik noemde in dit nummer ’t woord ‘christelijke begrafenis’. De sedert opgekomen beweging voor ’t lykenverbranden, heb ik met vreugd begroet. Jammer dat de voorstanders van die verbetering met zoveel moeilykheden te kampen hebben. Maar vreemd is ’t niet. Sedert eeuwen vonden vromen in de akeligheden en spokeryen hunner kerkhoven, de trouwste bondgenoten van hun bygeloof. Maar des te gebiedender eist het plichtsbesef van welmenenden en ontwikkelden, dat ze den vyand dat wapen uit handen slaan, en dus op ’t invoeren – of athans op ’t fakultatief veroorloven – van crematie blijven aandringen. De zaak is van hygiënischen aard, o zéker!’ Cremeren moest het christelijk bijgeloof in geestverschijningen op kerkhoven bestrijden. Het was een kwestie van geestelijke hygiëne. Multatuli beschouwde zich niet als een christen. Op zijn overlijdensakte werd als geloof ingevuld: ‘dissident’.

Multatuli’s eerste vrouw Tine (Everdina Huberta van Wijnbergen) koos wel voor een graf. Dat is te vinden op een ander beroemd kerkhof: het eiland San Michele bij Venetië. Zij ligt vlak bij een van mijn geliefde dichters: Joseph Brodsky.

Ik wil in mijn volgende column een paar bladzijden opslaan in het boek dat het kerkhof van Liempde is. Een wandeling maken daar.

 Jasper Mikkers

 

Ganzenrijden in Boxtel

Ganzenrijden in Hoevenen 

Viering geboorte van de Roomse Koning in Boxtel. 

In de vorige nieuwsbrief heb ik beschreven hoe de gilden van Liempde de geboorte van de koning van Rome hebben gevierd. Ook Boxtel viert op 2 juni 1811 de geboorte van deze koning, de zoon van Napoleon I en zijn tweede vrouw Marie-Louise van Oostenrijk, de latere Napoleon II.

2 mei 1811 kondigt de maire van Boxtel het programma aan van de viering van dit heuglijke feit. De aankondiging is als volgt:

Daar er in het programma dezer gemeente omtrent het feest het welk op den 2de juni 1811 zal plaats hebben onder andere is bepaald dat op dien dag en wel smiddags een uur zullen gereeden worden drie ganzen. Zo worden alle ongehuwde jongelingen binnen deezer gemeente woonachtig welk daartoe inclineeren opgeroepen om zig deswegens op het bureau van dezelve maire te komen aangeven en wel op donderdag dien 23 mei 1811 smorgens van 9 tot 13 uuren. Zullende niemand buiten de aangeevers tot ’t voormelde worden geadmitteerd en aan de aangevers direct de nummers tot het rijden worden uitgereijkt. 

Boxtel den 12 mei 1811

De maire voornoemd A.F. Speelman 

Op 2 juni doet de maire van Boxtel de aankondiging dat ook hier het feest wordt uitgesteld en evenals in Liempde een week later wordt gevierd op 9 juni. Het volgende programma voor die dag wordt bekend gemaakt:

sMorgens zal het luijden der klokken de vreugdebedrijven van den dag aankondigen, ’t welk nog 2 maal dien dag zal worden herhaald, de vlag zal van den tooren waaijen svoormiddags zullen er in de respectieve kerken Te Deum worden gezongen, smiddags een uur zullen er 3 ganzen verreden worden en wel in het Konijnshool.
Om 3 uuren zal men een paal op het marktveld oprichten; boven welke zullen hangen differente prijzen om door de klimmers een voor een zonder klimsporen of andere diengelijke instrumenten te worden behaald waartoe alle jongelingen alhier woonachtig en beneden de 20 jaaren oud worden uitgenodigd.
Om  5 uuren zullen de vier gilden na de prijsvogel schieten bestaande in 4 hoeden.
Savonds zullen maiere adjeint en manicipalenraad zig vergaderen welke vergaderplaats mitsgaders ook de voore zullen zijn geillimuneerd wordende voorts alle ingezetenen uijtgenodigd om het hunne bij te dragen tot verdere vreugdebedrijven op dien zo gedenkwaardige dag.

 Boxtel de 1ste junij 1811

De Maire A.J.Speelman

Bij het 'ganzenrijden' wordt aan weerszijden van de weg een paal geplaatst. Deze twee palen worden aan de bovenzijde met elkaar  verbonden met een balk of touw. Hieraan worden dan ondersteboven ganzen gehangen waarvan de kop en de nek zijn ingesmeerd met zeep. De deelnemers zijn te paard en moeten in galop onder de gans doorrijden en de kop van de gans af proberen te trekken


Jan van de Sande

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl