Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - Jaargang 6 Nummer 34 - 15 januari 2024

Van de voorzitter

Foto: Gerard schalkx, Prins Kiske d'n Urste met de Raad van Elluf bij het station in Kasteren, 1971.

Rondleiding Carnaval 

Voor ik hier verder op in ga wil ik eerst graag van deze gelegenheid gebruik maken ook degenen die ik de hand nog niet heb gedrukt alle goeds toe te wensen voor 2024 en zeker ook nog vele jaren hierna.

Over een kleine 4 weken barst het Feest der Zotten in alle plaatsen onder de rivieren weer in alle hevigheid los. Ook in ons dorp dat voor deze gelegenheid omgedoopt wordt tot Ploegersland laten de Ploegers en Ploegerinnen zich niet onbetuigd. Dat Carnaval een evenement is dat onder cultuurhistorisch erfgoed geplaatst mag worden is algemeen bekend. Maar hoe staat het met de kennis over de ontstaansgeschiedenis van dit Leutfestijn, eerst in de oudheid in Mesopotamië tot later, een goede halve eeuw geleden in ons dorp? 


Ben je geinteresseerd in hoe dit feest zich door de jaren heen heeft ontwikkeld, kom dan op zondag 4 februari naar bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Daar start om 10.00 uur een rondleiding over dit onderwerp. Tijdens deze wandeling worden de deelnemers meegenomen naar de tijd dat Carnaval vieren in Liempde nog niet vanzelfsprekend was en Jan van den Berk kosten nog moeite spaarde om in ons dorp een Prinsenvereniging van de grond te krijgen.

Voor verdere informatie over deze rondleiding ga naar onze site www.kekliemt.nl, onder activiteiten/excursies. 

Stichting Kèk Liemt bestaat 50 jaar

2024 Is het jaar dat de Stichting Kèk Liemt zich alweer 50 jaar inzet voor haar doelstellingen op het cultuurhistorisch vlak. Om dit jubileumjaar de nodige luister bij te zetten is, zoals eerder al vermeld, een jubileumcommissie in het leven geroepen. Deze commissie heeft inmiddels met inachtneming van de uitkomst van de enquête onder onze leden de planning rond. Noteer de volgende data alsvast in je agenda:
- 25 november: openbare educatieve avond waarbij van een 4-tal onderwerpen de ontwikkelingen in de afgelopen 50 jaar door verschillende sprekers nader worden toegelicht. Deze avond wordt afgesloten met een drankje aangeboden door de Stichting.
- 14 december: in café het Groene Woud wordt aan de leden van EVKL een Brabantse koffietafel aangeboden. Tevens zal hier aan onze leden het jubileumboek worden uitgereikt. Het programma na de koffietafel is nog een verrassing.
- In de aanloop naar de Boeremèrt op 1 april a.s. wordt door de 3 jubilerende organisaties - Fanfare Concordia (150 jaar), Boeremèrt Liempde (50 jaar) en Kèk Liemt (50 jaar) in de weekenden van 17 en 24 maart a.s. een gezamenlijke fototentoonstelling gehouden. Details over deze laatste activiteit volgen in de Nieuwsbrief van 15 februari.

Boeremèrt 2024

In de Nieuwsbrief van maart vorig jaar was ik nog vol van optimisme en schreef dat deelname aan de Boeremèrt dit jaar zeker door zou gaan. Maar ik heb me hierin vergist. De reden is simpelweg een tekort aan vrijwilligers om de inrichting, bezetting en afbouwen van de kraam te realiseren. Dus helaas, ook in ons jubileumjaar en het 50 jarig bestaan van de Liempdse Boeremèrt moeten we van deelname afzien.

Harrie Raaimakers

 

 

 

Actueel - ons jaarprogramma in grote lijnen

Dit jaar trappen we af op maandagavond 29 januari a.s. af met een lezing in bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd (DLH) met als onderwerp: "Hendrik Verhees, een veelzijdig man." Zo ontwierp hij voor Liempde onder meer het oude Raathuis. Gastspreker is Ruud van Nooijen. Aanvang 19.30 uur. De schuur is open om 19.00 uur. Voor onze leden is de lezing gratis. Aan niet leden wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd. 

De overige data van onze lezingen zijn als volgt:                                                                                     

  • 26 februari:  "Klompennijverheid in Liempde" door Jos Nijssen en Henk van der Velden                             
  • 25 maart: "De oudste bewoners van Brabant" door Jaap van der Woude
  • 16 september: "Liempde 80 jaar bevrijd" door Arnold van den Broek
  • 28 oktober: "Hoe het Dommeldal veranderde" door Mark Scheepens van Waterschap De Dommel
  • 25 november: jubileumlezing: "De veranderingen in Liemt in de laatste 50 jaar" door 4 gastsprekers

Verder verzorgen een aantal van onze leden, als gids van Gastvrij Liempde ook weer een aantal wandelingen en/of fietstochten vanuit D'n Liempdsen Herd. Deelname hieraan kost € 5,00 incl. koffie of thee na afloop. Vertrek, tenzij anders vermeld in het persbericht, om 10.00 uur. Voor zover de data en onderwerpen al bekend zijn volgen deze hieronder. Wijzigingen voorbehouden. 

  • 4 februari: Carnaval in Liempde (zie rubriek Van de Voorzitter) 
  • 17 maart: Godsdienst en school uit elkaar gegroeid
  • 15 mei: Liempde, waardevol kransakkerdorp (AVONDWANDELING 19.00 uur.) 
  • 16 juni: Kasteren, een gehucht apart (FIETSEXCURSIE)
  • 21 juli: Scheeken en de Sort, schaakbord van leem en groene zuilen (FIETSEXCURSIE)
  • 15 september: Open monumentedag: Monumenten en dorpsgezichten met hun verhaal
  • 20 oktober: 80 bevrijding van Liempde (FIETSEXCURSIE)

Dan bestaat dit jaar Museum Boxtel, kortweg MuBo dit jaar 10 jaar. In het kader van dit jubileum zijn er door de MuBo tal van activiteiten gepland door het hele jaar door in de kernen van Boxtel. Dat met als motto: "Samen op Stap in Cultureel Boxtel." Kèk Liemt verzorgt voor MuBo daarvoor een drietal wandelingen en 2x openstelling van expositieruimte De Kleuskes. De data daarvoor zijn:                             

  • 21 april: 10.00 uur - Cultuurhistorische wandeling Liemt door Haarie Raaimakers en Kees Quinten
  • 5 mei: 10.00 uur - De Liempdse parochiekerken en haar dodenakkers door Arnold van den Broek
  • 19 juni: 19.00 uur - Onderwijs in Liempde vroeger en nu door Wim van Erp

Expositieruimte De Kleuskes aan de Oude Dijk 19-21, ingang De Kleuskes opent haar deuren in de middaguren van de eerste twee wandeldata te weten: 

  • 21 april: 13.00 - 16.00 uur: In en um 't gedoentje;
  • 5 mei: 13.00 - 16.00 uur: In en um 't gedoentje.

Arnold van den Broek,                                                                                                                          secretaris Erfgoedvereniging Kèk Liemt

 

 

Universitair geschoolden vóór 1800 uit Liempde

De Universiteit Leuven, in het Latijn Studium Generale Lovaniense, of Universitas Studii Lovaniensis, werd gesticht in 1425 en bleef actief tot aan haar opheffing einde 1797. Het was de eerste en gedurende anderhalve eeuw ook de enige universiteit van de Nederlanden. Het was een echte Brabantse universiteit die ook toegankelijk was voor Liempdenaren. De belangrijkste Liempdenaar die daar studeerde was de eerste Liempdse pastoor Gerardus Reineri Dobbeleijns. Hij is ca 1555 in Sint-Oedenrode geboren. Op 28 april 1603 werd de Liempdse Sint-Janskapel door bisschop Masius verheven tot parochiekerk van de zelfstandige Parochie Liempde en werd Gerard Dobbeleijns de eerste Liempdse pastoor. Eerder (1590-1603) was hij rector van de kapel in Eerde. Vanaf ca 1573 zal Gerard Dobbeleijns in Leuven gestudeerd hebben. Hij voerde de titel S.T.B. (Sacrae Theologiae Baccalaureu.) S.T.B. is de eerste van drie kerkelijke graden in de theologie. Ondanks de aanduiding als 'baccalaureaat', een overblijfsel uit de historische nomenclatuur, is het een academisch niveau, een academische graad in theologie, welke Gerard Dobbeleijns behaalt zal hebben in Leuven. Gerard bleef tot zijn dood in 1622 pastoor van Liempde.

In totaal zijn er acht Liempdenaren bekend die met name in het Brabantse Leuven gestudeerd hebben vóór 1800.

Een eerst bekende Liempdse student is Henricus Swolffs. Hij is een zoon van Hendrick Swolffs en Helwigis van den Bichelaer. De hierna genoemde 2 jonge mannen Swolffs zijn neefjes van hem. Henricus is 1614 in Liempde geboren (gedoopt te ’s-Hertogenbosch.) Hij kwam als minderjarige in 1639 op de Leuvense universiteit (Swollens, geboren te Liemde). Hij promoveerde daar op 13 november 1640 tot Artium Licentiatus als 166e van de 191 kandidaten. Hij werd in 1647 pastoor van Liempde en bleef dit tot 1678. Ook was hij pastoor te Wel bij Antwerpen in 1656. Hij mag van de protestantse overheid in Liempde blijven wonen om zijn oude ouders te verzorgen, op voorwaarde dat hij zich stilhoudt met betrekking tot zijn beroep.

Een tweede Liempdse Leuvense student was Egbertus Emberti. Egbertus is ca 1633 in Liempde geboren. Hij kwam als minderjarige in 1651 op de Leuvense universiteit. Hij promoveerde daar op 16 november 1652 tot Artium Licentiatus als 108e van de 201 kandidaten. Daarna werd hij theologant en studeerde verder in de theologie. Hij verliet ca juli 1655 het Atrecht-College te Leuven en werd toen kapelaan in Schijndel. Eerder (1652) wordt hij al genoemd als pastoor op de heide in Cuijk. Het was een tijd waarin het protestantisme de overhand had. Egbertus nam in 1672 de oude kerk in Cuijk weer in bezit en moest in 1674 kortstondig uitwijken maar opende kort daarna een schuurkerk in zijn parochie. Ook werd hij tot deken en officiaal benoemd. Een officiaal is een priester die in naam van een bisschop de rechtmacht uitoefent inzake kerkelijk recht.  Egbertus maakt op 19 september 1691 zijn testament en sterft in 1694.

Een derde Liempdse student is Joannes Swolffs, geboren Liempde 1645, een broer van Henricus Swolffs. Bij inschrijving: geboren te Linden. Hij overleed tijdens zijn studie in Leuven op 30 januari 1667.

Een vierde Liempdse student is Henricus Swolffs. Hij was de zoon van Jordanus en Theodora Henrici Pauli. Henricus is ca 1651 in Liempde geboren. Hij kwam als minderjarige in 1669 op de Leuvense universiteit (geboren te Lienden). Hij promoveerde daar op 18 november 1670 tot Artium Licentiatus als 114e van de 139 kandidaten. Hij werd in 1690 pastoor van Liempde en bleef dit 1704 wanneer hij tot 1705 deken van Orthen werd. Hij wordt in 1711 te Liempde begraven.

Een vijfde Liempdenaar die in Leuven studeert is Antonius van der Crabben. Hij is ca 1662 geboren in Liempde en komt in 1680 op de Leuvense universiteit. Waarschijnlijk  is hij een zoon van de molenaar van de Kasterense watermolen Jan van der Crabben die gehuwd is met Jenneken van Raessen.

Een zesde Liempdse student is Henricus Verbraecken. Henricus is ca 1668 in Liempde (of Oirschot?) geboren. Hij kwam als minderjarige in 1686 op de Leuvense universiteit waar hij later ook theologie studeerde.

Een zevende Liempdse Leuvense student is Franciscus van der Braecken. Hij is op 14-5-1697 geboren in Liempde. Hij arriveert 1717 in Leuven (geboren te Lint) om te starten met zijn studie. (Ouders: Jan Martens van der Braken en diens vrouw Helena Jan Cornelissen)

Een achtste Liempdse student in Leuven is Joannes van Orschot, hij is ca 1740 geboren in Liempde en komt in 1759 op de Leuvense universiteit. Van hem zijn niet meer gegevens bekend.

Wilbert Steenbakkers en Ger van den Oetelaar

 

Historische Werkgroep Erfgoedvereniging Kèk Liemt van start

In de laatste Algemene (najaars)ledenvergadering van onze vereniging op 6 november 2023 werd de Historische Werkgroep Erfgoedvereniging Kèk Liemt samengesteld. Op 5 december werden de eerste plannen gemaakt en op 2 januari 2024 werd gezamenlijk het Regionaal Archief van Eindhoven bezocht. Dit archief zit vol met stukken over met name (Middeleeuwse en latere) ruzies tussen Best (toen gemeente Oirschot) en Liempde.


De onenigheden gingen voornamelijk over het gebruik van de gemeijnt (De Scheeken.) Iedereen wist dat er grenzen waren, maar de Liempdenaren en Bestenaren dachten daar eeuwenlang anders over. Die documenten zijn met ons team allemaal gefotografeerd en zullen leiden tot verder historisch onderzoek. Mochten ook anderen de beschikking willen hebben over die archiefstukken, dan graag even een berichtje aan één van ons.
De kaart die bij dit stukje hoort, geeft een aantal van de onenigheden tussen Best en Liempde weer. 

Hermine van der Horst
Els Vissers
Jaap van der Woude
Wilbert Steenbakkers
Ger van den Oetelaar

 

 

De hond van de Burgemeester

De hond van de burgemeester was een zorgvuldig getrimde airdale terriër en paste zowel bij de burgemeester, een gesoigneerde, keurig geklede man, als bij zijn echtgenote, een geparfumeerde, statige vrouw. Elke middag maakte de burgemeester een wandeling via de Heesterbos naar de Kleuskes en terug en de hond liep beschaafd naast hem voort. Ze gedroeg zich onberispelijk naast de man in zijn lange zwarte jas met sjaal, hoed, paraplu en een zorgvuldige scheiding in zijn met crème ingesmeerd haar. Soms mocht de terriër los van de riem en dan snuffelde ze aan een molshoop of staarde geïmponeerd naar de grazende Belgische knol van de Van de Langenbergs. Ook ontmoette haar blik wel eens de gouden ogen van kikkers in de sloot aan de rand van het weiland, maar ze had weinig met water en liep snel weer door.

Maar toch, goed opgevoed of niet, een enkele keer had de terriër streken. Ze werd dartel. Dan kregen de kinderen van de burgemeester order de buitendeur bij het weggaan secuur achter zich te sluiten en anders wel het poortje aan de weg.

Ondanks deze strikte huisregel, wist ze te ontsnappen.  

Verderop in de Dorpsstraat, voorbij de kerk aan de kruising met de Cattestraat, woonde een andere hond: de boxer van Sjraar van de Laar. Sjraar was gemeenteraadslid, behoorde tot de dorpsnotabelen en het witgeschilderde huis dat hij met zijn gezin bewoonde, had een zekere allure. Het is daarom niet overdreven om te zeggen dat ook de boxer een  hond van standing was.

Maar zoals een goed onderlegd mens weet, standing staat niet altijd garant voor deugd. Ook lieden van stijl springen wel eens uit de band.

De boxer van Sjraar wist altijd op hetzelfde moment als de terriër van de burgemeester te ontsnappen. Hoe was dat mogelijk? En hun gedrag deed stof opwaaien. Het dorp was niet groot, de honden hadden elkaar snel gevonden en draaiden neus aan kont eindeloos rondjes. Maar daar bleef het niet bij. De boxer klom achter op de airdale terriër, met een geslachtsdeel dat rood en oranje glom, en deed daar iets. Elk kind kon het zien. De mensen liepen voorbij en er waren er die glimlachten. Maar de meesten zeiden dat dit eigenlijk niet kon. Ze wendden hun blik af.

Hoe wist de boxer van Sjraar altijd feilloos dat de hond van de burgemeester ontsnapt was en het moment was aangebroken om er ook zelf vandoor te gaan. Honden hebben, al is niet iedereen daarvan op de hoogte, een fabelachtig reukvermogen en sturen elkaar via geuren berichten en maken afspraken. Ongeveer zoals mensen dat per telefoon doen. De wind is hun draadloze verbinding en postbode.  

Bij sommige bewoners had de glimlach waarmee ze naar de honden keken, een speciale betekenis. Dat waren mensen die de dorpspolitiek volgden. Sjraar van de Laar, gemeenteraadslid dus, was een eigenzinnig man. Hij nam wel eens standpunten in die niet in de smaak vielen bij anderen en kreeg het op gezette tijden aan de stok met de burgemeester of een wethouder. Maar de honden maakten zich blijkbaar niet druk over dorpspolitiek en onderlinge vetes. Ze mochten elkaar en lieten zich niet afhouden van de liefde.

De boxer en terriër waren niet makkelijk te vangen. Ze wisten dat, als ze luisterden naar het boze geroep van hun baasjes, de pret voorbij zou zijn. Ze renden elkaar na, straat in straat uit, het kerkhof op, de pastoorstuin in, schoten door heggen, verdwenen om enkele uren later weer ergens op te duiken. Ze waren onvermoeibaar.

Sjraar van de Laar deed niet meer dan halfslachtige pogingen zijn boxer te vangen. Er werd gefluisterd dat hij opzettelijk niet zijn best deed. De burgemeester sprak hem aan en zei dat hij beter op zijn hond moest passen. Want die kwam zelfs tot op de achterplaats en maakte hem en zijn gezin te schande.

Op zeker moment schafte ook de veldwachter een boxer aan. Die was wel nog iets voornamer dan die van Sjraar. De veldwachter bracht zijn jonge hond naar een man die wist hoe boxeroren bijgesneden moesten worden en staarten gecoupeerd. Robbie, zoals de hond heette, kwam terug met bloeddoordrenkte watten en verbanden om zijn oren en een stompje staart. Zijn oren hingen niet langer af, maar stonden rechtop en waren spits met onregelmatige, zwarte randen. ‘Kijk eens hoe vief hij er uitziet,’ zei de veldwachter. ‘Dat slome is hij helemaal kwijt.’

En vief was hij inderdaad. Ondanks de twee poortjes die de achterplaats van de weg afschermden, slaagde Robbie er in regelmatig te ontsnappen, steeds op exact dezelfde dag als de airdale terriër en de boxer van Sjraar. Zo had het vrouwtje van de burgemeester twee minnaars, een met slappe en een met spitse oren, en ze deden nergens geheimzinng over, bedreven de liefde in het openbaar. Alle drie zagen er niks kwalijks in de waardigheid van het ambt van burgemeester voorgoed te grabbel te gooien.

Jasper (Jac.) Mikkers

 

 

 

Het oude Liempdse 'Raethuis'

'Kom binnen in uw huis alwaar met wet en recht, ook uw zaak wordt beslecht.' Deze tekst van oud burgemeester Piet Smits, in de volksmond PA Smits genoemd -zijn voorletters waren P.A.- staat nog steeds gebeiteld in de hardstenen plaat voor de ingang van thans de Regiobank en 'Veldhuis -Het Raadhuis' aan de Keefheuvel 1 te Liempde.  Dat is trouwens ook de ingang van onze Erfgoedkamer, gevestigd op de bovenste verdieping van het oude raadhuis, waar tot de herindeling in 1996 de raadzaal was gevestigd. Elke woensdagmiddag is er tussen 14.00 en 16.00 uur een vrije inloop voor informatie of voor inzage in onze uitgebreide boekencollectie en/of archiefonderzoek. Een afspraak maken voor een ander moment kan ook via info@kekliemt.nl

In de jaren 90 van de vorige eeuw was ik correspondent Liempde voor het Brabants Dagblad. Uit die periode dateert ook in de krant de rubriek 'Stille getuigen' waarin wekelijks een onderwerp werd belicht dat vragen oproept zoals: Wie was dat ook al weer?; Hoe zat dat in elkaar? De rubriek probeerde een antwoord te geven op deze vragen. Ik schreef in die tijd vele korte verhalen over Liempdse wetenswaardigheden. Direct na de herindeling -1 januari 1996- schreef ik een stukje in Stille Getuigen met als titel: 'Raethuis Liempde was middelpunt gemeenschap.'

In veel herindelingsgemeenten zijn inmiddels overbodig geworden 'huizen der gemeente' verkocht. In Liempde (nog) niet. In het herindelingsconvenant dat per 1 januari 1996 van kracht werd, was bepaald dat het gemeentehuis tenminste nog 10 jaar beschikbaar moest blijven voor de Liempdse gemeenschap. Inmiddels is dat al opgerekt tot 28 jaren. Anno 2024, zijn de zijvleugels verhuurd aan eerder genoemde bank en Veldhuisadvies; vergadert het Dorpsberaad Liempde in het 'oude gedeelte', vinden er met enige regelmaat huwelijken plaats, wordt er door Kèk Liemt het geboorteklokje geluid en is Sinterklaas er welkom bij zijn intocht in Liempde. Hoewel, zoals ik in 1996 de tekst van oud burgemeester Smits citeerde in het krantenartikel: 'Kom binnen in uw huis met wet en recht, waar ook uw zaak wordt beslecht' van haar kracht is ontdaan -dit met een knipoog naar de tekst op de smeedijzeren rand rond het gemeentewapen in zij-gevel van de hand van de Boxtelse kunstenaar Ninaber-van Eijben-, kan gesteld worden dat het oude Liempdse Raethuis nog steeds een, wel is waar uitgeklede, gemeenschapsfunctie heeft.

De rijke geschiedenis van het Liempdse Raethuis is door Kèk Liemt opgetekend in een 12 pagina's tellende brochure met rode kaft. Het werd huis aan huis bezorgd in Liempde en aangeboden ter gelegenheid van de heropening van het verbouwde en uitgebreide gemeentehuis op zaterdag 29 mei 1976.

In dit artikel aan het begin van een voor ons jubileum-erfgoedjaar een overzicht van de belangrijkste wetenswaardigheden over het Liempde Raethuis. Voor oude foto's van het Raethuis verwijs ik graag naar onze beeldbank, te openen via www.beeldbankliempde.nl Tik daar in de zoekfunctie 'gemeentehuis Liempde' in en blader door de talrijke foto's van gebeurtenissen die zich in en buiten het Liempdse Raethuis afspeelden.

Ter gelegenheid van de heropening van het gemeentehuis in 1976 hield Kèk Liemt een tentoonstelling in de boerderij Barrierweg 4, thans bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Op bovenstaande foto staat prominent rechts de voormalige deur van de gevangenis die zich eertijds in de kelders van het oude Raethuis bevond. Hoewel we al bij het 25 jarig bestaan van Kèk Liemt zijn gestart naar een zoektocht naar deze deur, blijft het voor ons een raadsel waar deze is gebleven. Hebt u mogelijk een tip. Laat het ons weten via info@kekliemt

Wat weten we in grote lijnen over 'Het Liempdse Raethuis?'

  • Wat vooraf ging en de bouw.

Tot ongeveer het einde van de 18e eeuw had Liempde geen raadhuis. Om te vergaderen huurden de Heeren Drossaard en Scheepenen der Heerlijkheid Liempde, van wie er altijd wel één herbergier was, in 'n café een zogeheten 'Raetkamer.' In 1778 gaf de gemeenterekening een voordelig saldo van 1.229 guldens., 14 stuivers en 6 oord te zien. Dit was voor de Liempdse bestuurders van toen aanleiding om een verzoek aan de Raad van Brabant in 's-Hertogenbosch te richten voor de bouw van een Raethuis. Aanvankelijk gaat dat niet door, maar enkele jaren later in 1787 werd een hernieuwd verzoek wel gehonoreerd.

De Boxtelse landmeter, architect en waterkundige Hendrik Verhees jr. kreeg de opdracht tot het maken van een tekening en bestek. In maart 1787 begon Liempdenaar Heijliger van Haaren met de bouw. De bouwkosten bedroegen 1565 guldens. Het Raethuis kwam te staan op een open veld bij de schutskooi waar enige zandwegen samenkwamen. Dus niet bij het toenmalige bewoonde centrum nabij de Sint Janskapel. In oktober was het bouwwerk klaar. Een eenvoudig rechthoekig gebouw van 12 bij 15 meter.

  • Bordes.     

Bij de voordeur bevond zich een bordes met aan weerszijden vijf hardstenen dorpels, een leuning en een vloertje van blauwe Utrechtse plavuizen. Twee Engelse schoorstenen sierden het dak en boven de frontmuur bevond zich een gladgeschaafde frontspies. Hierin was het Wapen van Liempdse geschilderd, dat geflankeerd werd door twee maagden, die de gerechtigheid moesten verbeelden. Om het Raethuis werden 18 lindeheesters gezet. 

  • Torentje.

Ongeveer een half jaar na 't gereedkomen van het Raethuis, besloot de raad op 28 mei 1788 er een torentje op te laten bouwen, dat voor 59 gulden en 11 stuivers werd gemaakt en geplaatst door de Liempdse timmerman Nicolaas van Haaren. In 1916 werd de versleten houten kap vervangen door Dorus van Berkel. Inmiddels was het raadhuis haast dubbel zo groot geworden. 

In de periode 1949/1950, na het aantreden van burgemeester Geert Laurijssens kwam er een forse verbouwing. Tevens werd toen, aan de zijde van de Vlassprei -thans Keefheuvel- het Liempdse gemeentewapen ingemetseld. Een gevierendeeld schild van azuur, het eerste en vierde met een klimmende leeuw, het tweede en derde met een ploeg, alles van goud. De maker was de beroemde Boxtelse kunstenaar Ninaber van Eijben. Dit wapen siert nu nog de zijgevel.

De laatste handeling voor de herindeling.

Op 31 december 1995, daags voordat de gemeenten Boxtel en Liempde werden opgeheven en per 1 januari 1996 de nieuwe gemeente Boxtel ontstond, heeft het toenmalige college van burgemeester en wethouders, gesecondeerd door de gemeentesecretaris en de gemeenteraad zich, naar een ontwerp van de uit Sint-Michielsgestel afkomstige smid Thijs van den Helm gemaakt smeedijzeren rand, laten vereeuwigen. Meer nog dan die namen van het college maakt de spreuk boven op de randvan de hand van oud burgemeester P.A. Smits indruk. De tekst: "Het eigen schild - van kracht ontdaan zal in de geest slechts voortbestaan"  komt wel binnen. Bij de onthulling was overigens slechts een handjevol Liempds'volk. Die nacht had het namelijk flink geijzeld en daardoor viel de opkomst tegen bij deze laatste daad van het Liempdse college. Ondanks de ijzel en kou liet fanfare Concordia niet verstek gaan, waardoor de ceremonie toch enigszins met vrolijke klanken werd omlijst op een verder triestig ogende dag.                                                                                                                    

Arnold van den Broek

 

 

Het Gilde Sint Antonius Abt te Liempde

Het gilde is heropgericht op 21 juli 1986. De 3 gilden die Liempde in vroegere tijden rijk was, SintAntonius Abt, Sint Barbara en Sint Catharien zijn bij deze heroprichting symbolisch samengevoegd. Dit komt tot uiting op het vaandel van het huidige gilde St Antonius Abt waarop tekenen staan van afbeeldingen van de 3 gilden.

De eerste gegevens over een gilde in Liempde zijn terug te vinden in de schepenakten 1552-1557.  Hierin is sprake van dekens (bestuursleden) van het Sint Antoniusgilde. Na de oprichting van de parochie Liempde in 1603 wordt in 1619 Hendrik Adriaan Goossens vermeld als beheerder van het Sint Antoniusaltaar in de Sint Janskapel op de Kerkakkers. Jan Jan Joorden en Marten Martens zijn dan de dekens van dit altaar.

Na de reformatie in 1648 hebben de gilden geen officiële openbare functie meer. Hierdoor is er, behalve de enkele keer dat ze toch nog in een schepenakte worden vermeld, gedurende een langere periode weinig bekend over het gildeleven. Tot 1651 worden sporadisch nog een paar dekens in de diverse schepenakten vermeld die namens dit gilde handelen. Op 31 jan 1651 stuurt de eerste bekende gereformeerde schoolmeester en schepen te Liempde, Evert de la Dale, een rekest naar de Raad van State. Hij stelt hierin dat hij geconstateerd heeft dat de gilden en schutterijen de kerkelijke inkomsten die zij innen voor de gereformeerde kerk, gebruiken om patroonfeesten en teerdagen te financieren. Hij vraagt daarom toestemming voor een onderzoek. De Raad van State geeft haar goedkeuring en verordoneert tevens dat eenieder zijn volledige medewerking moet geven en draagt de schoolmeester/schepen Evert de la Dale op van de uitkomsten van zijn onderzoek verslag te doen aan de “gecommitteerde der verpachting van tienden.” Deze moet hierover dan een rapport opstellen voor de Raad van State.
Noot: Over de resultaten van dit onderzoek en de eventuele gevolgen is nog niets teruggevonden in de archieven.

In 1699 staat voor het eerst het gehele bestuur van het gilde vermeld in een schepenakte. Dit zijn: de gildekoning Maarten van de Ven, de dekens Jan Huijbers, Jan Gojaert Timmermans, Govaert van de Laeck, de herbergier van de Ceulse Car Michiel Corsten en de vaandeldrager Jan Peeters de Bresser. Dit i.v.m. de openbare verkoop van een aantal eiken uit het Sint Antoniusbos – ook wel Den Hoek genoemd -  in Vrilkhoven dat dan eigendom is van dit gilde.

In 1716 is er voor het eerst sprake van het Gilde Sint Catharien. De hoofdman van het gilde, Hendrik van de Mosselaar leent een bedrag van ƒ 100,00 van het gildekapitaal uit, met als onderpand een perceel grond, aan Wilhelmus Schellekens te Boxtel. Deze Hendrik van de Mosselaar is eigenaar van een steenoven te Liempde. Op 14 december 1738 wordt in een akte voor het eerst melding gemaakt van het Gilde Sint Barbara. Het betreft hier een ruzie die ontstaat op een teerdag van dit gilde in de herberg van Adriaan Handschoenmaker. Hetzelfde overkwam het Gilde Sint Antonius op een teerdag op 23 januari 1753 ten huize van Peter Kievits.

In de 18de eeuw wordt door de dekens van dit gilde regelmatig geld uitgeleend. Deze leningen worden steeds contractueel vastgelegd in schepenakten. Deze dekens worden hier “geldschieter” genoemd.

Op 10 dec 1800, het 2de jaar van “den Bataafse Vrijheid” beantwoordt het gemeentebestuur aan het departementaal bestuur van De Dommel een bericht met de mededeling dat: “we de eer hebben te melden dat binnen de gemeente geen gilden of coöperaties bestaan hebben en dat wij dus vallen buiten de termen der publicaties van het uitvoerend bewind van den 5de oktober 1798.”

Twee jaar later volgt een publicatie van een heel andere strekking. Het betreft hier een publieke aanbesteding van het onderhoud aan het Raethuis, schoolmeesterwoning, school, brandhuis (opslagplaats van hout), toren, kerkmuren, gemeenteput, schutsboom en schutskooi. Hieruit blijkt dat de gilden nog wel degelijk bestaan.
Noot: het waarom van het feit dat het bestaan van de gilden wordt ontkend is tot op heden niet duidelijk.

In deze aanbesteding staat de volgende tekst vermeld: "De aannemer zal moeten maken een nieuwe schutsboom met de vereijschte schamppalen, zullende het daartoe benodigde hout binnen deze gemeente worde aangeweezen, zullende aan hem ook het oude ijzerwerk ter hand gesteld en het daaraan ontbrekende zal den aannemer volgens den eijsch moeten bijleveren. Hij zal denselven tweemaal deugdzaam moeten laten verven zoo en indier voegen als den oude nieuwd geweest zijnde welke een en ander voor ultimo julij 1800 vier zal moeten gemaakt en volbracht zijn.”

Op woensdag 24 september 1806 heeft het departementaal bestuur van Brabant: goed bevonden en besloten te kennen te geven dat Hare Majesteit de Koningin op haar terugreis naar Den Haag de eerstkomende vrijdag of zaterdag Den Straatweg van Best naar hare residentie zal passeren en de gemeentebesturen van Oirschot, Best, Liempde, Boxtel en Vught aan te schrijven en dit heuglijk feit aan te kondigen met het uitsteken der vlaggen. Ten tijde van het passeren van hare majesteit de klokken te doen luiden en de gilden met hunne koningen en versierselen wederzijds Den Straatweg op te stellen om haar den hoogst mogelijk verschuldigde eer te bewijzen en tevens zorg te dragen dat bij den doortogt van Hare Majesteit geen schietgeweer worde gelost en geene ongeregeldheden gepleegd”. Hier is dus de echtgenote van koning Lodewijk Napoleon Liempde gepasseerd.

In de jaarrekening van de gemeente Liempde is het verteer vanwege het optreden van de gilden als volgt vermeld: "Hem aan Jacobus van Eijndhoven dat in guldens wegens ten zijne huize gedaane en door den zelve in de Liempdse Barrier betaalde verteringen door de gildens alhier ten tijde het doorpasseren van Zijne Majesteit de Koningin van Holland.”

Wordt vervolgd.

Jan van de Sande

 

 

Unieke Bidprentenverzameling van Kèk Liemt

Kèk Liemt bezit een unieke bidprentenverzameling. Uniek omdat met name de bidprentenverzameling vóór 1970 bijna compleet is. Al in 1977 startte Janus Schalkx (1914-1979)  met de verzameling, de basis werd gevormd door de vele bidprenten (ca 1100) van de Kinderen Van der Velden. Later nam Sjef Habraken (1910-1993) de verzameling onder zijn hoede. Vanaf 1993 beheert Ger van den Oetelaar de verzameling.

Vanaf 1993 is de verzameling in speciale mappen ondergebracht en zijn de bidprentengegevens in een database verwerkt en worden via internet gepubliceerd. Per 1 januari 2024 zijn er 4490 bidprenten in de verzameling. Bidprentengegevens zijn voor stamboomonderzoekers van groot belang omdat deze gegevens niet in archieven te vinden zijn. Dat is de reden dat de bidprenten op dit moment ook gescand worden en via het ons beeldbank-systeem te zijner tijd beschikbaar worden gesteld. Het scannen van deze prenten kost veel tijd, dus nog even geduld voor u deze met beeltenis en tekst kunt terugvinden.

Frans van Haaren (1930-2010) was, als grafmaker van de Liempdse parochioe ook een fanatiieke bidprentenverzamelaar. Rond 2000 stelde hij zijn Liempdse bidprenten aan Kèk Liemt beschikbaar die nog niet in de Kèk Liemtverzameling aanwezig waren. Ook verzamelaarster Annie Hoevenaars-van der Velden (1948-2015) heeft af en toe goede bijdragen geleverd. Dat geldt ook nog steeds voor Liempdenaar en verzamelaaar Wim Merkx, ook hij speurt naar ontbrekende Liempdse exemplaren.

Elk jaar opnieuw komen ook via de Erfgoedkamer of KèkLiemt-leden opnieuw aanvullingen. Deze zijn van groot belang en erg welkom. Zo zat het (beschadigde) originele bidprentje van Johanna Huijboom (zie illustratie) eind 2023 tussen de aanvullingen. In de. Nieuwsbrief (jaargang 5, nr 23, 15 februari 2023) is de brute moord in Liempde in 1951 op Johanna Huijboom beschreven. Aanvullingen van bidprenten zijn van harte welkom en kunnen via de Kèk Liemt-bestuursleden of op de Erfgoedkamer afgegeven worden. Onze Erfgoedkamer is open elke woensdag van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl 

Ger van den Oetelaar

 

 

 

Archeokout 30

Barbaars, kent u die uitdrukking, dat woord? Nee, niet de verticaal gestreepte vis die als een zatlap aan d'n tap hangt. Ik bedoel de term die staat voor bruut, cultuurloos, onbarmhartig, wreed, heidens, grof, primitief en meer van dergelijke negatieve uitingen die vooral van toepassing worden geacht op ons onwelgevalligen. Het woord is afkomstig van het oud-Griekse barbaros en betekent zoveel als buitenlander, iemand wiens taal we niet verstaan. We komen het woord verbasterd tegen als brabbelen en berber en het werd later gebruikt om Noord-Afrika te beschrijven als Barbarije dat vooral bekendheid verwierf door kapers en slavenhandel. In de taal "het Berbers" komt het woord na omzwervingen eigenlijk dus weer thuis.

Barbaars was voor de oude grieken eigenlijk niet zozeer negatief, slechts vreemd of anders. Dat negatieve is met name een gevolg van de groteske overwaardeing van de Griekse en Romeinse cultuur zoals die in meerdere golven over de geschiedenis is gespoeld en niet in het minst in de Renaissance, de culturele "hergeboorte" (sic) na de donkere middeleeuwen. Onze eigen geschiedenislessen vormden naast de godsdienst zelve de meest flagrante hersenspoeling in onze jeugd, waarvan we nu nog de gevolgen zien in verkiezingsuitslagen en andere uitingen van xenofobie. En overal ter wereld zien we dat machthebbers vooral hun best doen de geschiedenis te herschrijven als middel tot onderdrukking en/of misleiding van het volk.

Waarom besteed ik daar nu aandacht aan? Wel, bij de zich voortslepende pogingen vat te krijgen op de oudste geschiedenis van onze streken en continuering van de bestudering van de ijzertijd kreeg ik twee boekjes in handen: Dixon, Barbarian Europe (1976) en Bogucki, The Barbarians (2017.) Die titels irriteerden me, zij het dat de tweede sprak van verloren beschavingen buiten Rome en Hellas. Gedeeltelijk is dat mijn eigen schuld omdat aanvankelijk de gedachte aan onderontwikkeld en primitief in mijn hoofd opkwam. Echter ook de sfeer in het tweede boek vond ik uitermate negatief, alsof het hier toch om een lagere mensvorm zou gaan. Al langer verbaasde me de relatieve onbekendheid van eerder besproken culturen uit het neoliticum en de bronstijd, terwijl die zeker zo markant waren als de Soemerische en Egyptische culturen.

Een belangrijk verschil tussen de klassieke culturen die positief benaderd worden en andere oude euro-aziatische culturen is wellicht het schrift. De beeldtaal van de Soemeriërs en Egyptenaren stamt al uit 3000 voor Christus en mogelijk is er al ouder schrift uit Harappa en China. De Grieken waren zeker niet de eersten en ze dankten hun schrift aan de Feniciërs en de Indusvallei, of dichterbij aan de Minoërs op Kreta. Het schrift was natuurlijk ook bekend bij de Europese culturen, want er werd stad en land afgereist voor handel en multilaterale betrekkingen. Sterker nog, de complexiteit van de organisatie en de handel in de Vinča cultuur zorgde al veel eerder voor schriftachtigheden dan in het Midden-Oosten. Het lijkt er toch op dat het in Europa verder niet beklijfde, behalve dan in het zuiden van de Balkan en door kolonisatie van Feniciërs en Grieken ook in Italië en de rest van het Middellandse Zeegebied, zoals bij de Etrusken en Romeinen. Wie schrijft die blijft.

Een der eerste geschiedschrijvers, Herodotus uit Bodrum, schreef zich een ongeluk in de vijfde eeuw voor Christus. Hij  probeerde met name de Oost-West conflicten op oorzaken te onderzoeken, de confrontaties tussen Barbaroi en Grieken zoals de Perzische oorlogen. Herodotus reisde stad en land af en kwam zo van Noord-Afrika via Arabië en Perzië, in Olbia aan de de Zwarte Zee en Zuid-Italië waar hij zijn Historiën schreef. Hij vermengde voor de leeswaardigheid en historische correctheid zijn indrukken met getuigenissen van handelslieden en volkse schetsen van het verleden, zoals over de Scythen en Cimmeriërs. Al 2500 jaar wordt zijn werk bestudeerd en beproefd op waarheid, en die is nog al eens geweld aangedaan of op zijn minst verbloemrijkt.

Zijn Barbaroi waren dus ook de Perzen en allerlei anderen dan Grieken. Het was niet de bedoeling hiermee onderontwikkelden en primitieven te bedoelen, toch waren in zijn ogen de Grieken superieur aan alle andere volkeren. Erg veel schrijft Herodotus echter niet over de Keltoi, zoals hij ze noemde in navolging van de 100 jaar oudere Hekataios van Milete. De Donau zou in het land der Kelten ontspringen en ze leefden in het westen voorbij de zuilen van Hercules. Vermoedelijk heeft hij de Heuneburg beproken als grote stad onder de naam Pyrene, dat moet dan aan het eind van de Hallstatt periode zijn geweest. Dat was het wel zo'n beetje.

Zulks is in later dagen wel weer goedgemaakt door bijvoorbeeld Caesar die rijkelijk putte uit Griekse reisverslagen en een zeer gekleurd beeld schetste, wellicht ter vergoelijking van zijn genocidale optreden. De Romeinen noemden alles buiten de Limus barbaars, en daar bedoelden ze ook primitief, wreed en cultuurloos mee. Dat gold de Kelten (Galliërs) zowel als allerlei Germanen. In de twee millennia sindsdien hebben vele schrijvers dat dunnetjes overgedaan om het belachelijke optreden van de door hen zo bewonderde Romeinen te legaliseren. Daar zitten we nu toch even lelijk mee te kijken, dank u wel historici van de klassiekenaanbidding.

Het bijgevoegde plaatje geeft een schets van de oikoumene, de bekende bewoonde wereld, zoals Herodotus die dacht te zien, zonder Engeland, Skandinavië en met vreemde posities van Nijl en Indus. Zelfs de Po komt niet voor omdat hij niet geloofde dat die bestond. Waarschijnlijk meende hij dat de aarde plat was hoewel bolliteit in zijn tijd al bekend was, bijvoorbeeld via de 100 jaar oudere Pythagoras. Eigenlijk hebben gedurende alle eeuwen sindsdien de geleerden de aarde als bol beschouwd en er zijn vele pogingen gedaan de omtrek te berekenen. De kerk daarentegen was gebaat bij het onderontwikkeld houden der gelovigen. Die had liever barbaren die je alles wijs kon maken, zelfs de platheid van de aarde. Geen humor wel plat.

Jaap van der Woude

 

Wateroverlast nabij oorspronkelijke stichtingplek Liempde

1995 Staat voor velen nog vers in het geheugen met wellicht de karakteristieke foto van een 'verdwaalde' surfer op de A2 ter hoogte van het Provinciehuis.

Ook afgelopen december was het weer raak. Dagen achtereeen onophoudelijke regenval deed rivieren, beken, lopen en sloten buiten hun oevers treden. Zo was tijdens de Kerstdagen een gedeelte van de Rosenhofstraat aan de 'voet' van de ietwat hoger gelegen Vrillikhovense akkers wegens wateroverlast gedeelte afgesloten. De sloten die we in Liempde nog rijk zijn konden het vele water niet verwerken. 

Ook de Groote Waterloop breidde haar stoomgebied richting de overvolle Dommel uit.Zelfs de fietsbrug over Dommel aan de Herscheweg verdween bijna onder de watermassa. Drone-opnamen van ons lid Martien Roestenburg liet de Facebook-gebruiker meegenieten (whats in a name) van geschoten beelden in ons Liempdse buitengebied op een zeldzaam droge Tweede Kerstdag 2023. 

Een van Martiens' beelden hebben we in deze Nieuwsbrief opgenomen. te weten een overzichtsopname van het stroomgebied van de Dommel die de (vermoedelijke) stichtingsplek van Liempde aan de Kerkakkers/Pastoor Dobbeleijnstraat tot op een haar na raakte. Dus niet helemaal. En dat bewijst eens te meer dat de plek van de eerste parochiekerk van Liempde en daarmee de Sint-Janskapel (op de foto rechts boven) niet zo maar was gekozen door de stichter(s).  

Arnold van den Broek

 

Toponiem verklaard

Schoot

  1. Zandgrond uitspringend in een moerassig terrein, vaak wat hoger liggend en begroeid met houtwas.
  2. Een omheinde ruimte voor het vee. In deze betekenis gebruikt men ook “schot” of “schut”. Denk in dit verband aan het toponiem “schuts-kooi”.
  3. Persoonsnaam. Vermoedelijk pas nà de 17e eeuw wordt schoot en/of schoten als persoonsnaam gehanteerd.
  4. Welke betekenis we moeten hechten aan navolgende toponiemen: Schootjensakker, Schorakkers = schaarakker, Schotenhekken, Schotenhoeve, Schotenland, Schoteveldje Schotsakker blijft soms giswerk.

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 338. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl.  

Foto evkl018777 schutskooi aan de Schutstraat.

 

Beeldbank vraag

Nieuwe vraag foto evkl012072 is een groepsportret. De kinderen staan keurig in de rij voor de foto maar wie zijn het?

Heb je het antwoord op deze vraag geef het dan aub even door via info@kekliemt.nl Bij voorbaat hartelijk dank.

Els Vissers

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl