Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - Jaargang 5 Nummer 32 - 15 november 2023

Van de Voorzitter

Bert en Jan bedankt!

Bert Timmermans en Jan van de Sande zijn onderscheiden met de zilveren draaginsigne van Brabants Heem. Deze onderscheiding hebben ze alle twee dik verdiend. Bert en Jan zetten zich al 25 jaar in voor behoud van ons erfgoed en kennis van de Liempdse historie. Eerst verrichtten ze hun activiteiten namens de Stichting en daarna vanaf de oprichting als lid van de Erfgoedvereniging.

Verderop in deze nieuwsbrief wordt hier extra aandacht aan besteed.

Boeremèrt Liemt 2024

Kèk Liemt staat al jaren met een kraam op de Liemtse Boeremèrt. We verkopen daar dan nostalgisch houten speelgoed zoals stokpaardjes, stelten en tollen. Dit speelgoed wordt door leden van onze vereniging vervaardigd. Gezien het karakter van deze "mèrt" mogen we daar als Erfgoedvereniging natuurlijk niet ontbreken. Ook levert deelname ieder jaar voor onze vereniging, behalve extra naamsbekendheid, ook een mooi bedrag op. En niet alleen uit de verkoop van speelgoed. Bij deelname ontvangen we van het Boeremèrt Comité ook nog een mooie donatie. Helaas is het ons dit jaar, door omstandigheden, niet gelukt om deel te nemen. Volgend jaar -ons jubileumjaar- doen we graag weer mee. Dit kunnen wij als bestuur niet alleen. Daarom doe ik bij deze een beroep op jullie als leden van onze vereniging ons bij deze activiteit te ondersteunen. Al is het maar voor een paar uurtjes. Vele handen maken het werk licht en het is nog gezellig ook. Dus, als je in de gelegenheid bent op Tweede Paasdag 2024, meld je dan aan. Je bent van harte welkom en je helpt ons er enorm mee.

En let wel..........dit is geen 1 april grap!

Aanmelden kan met een berichtje naar info@kekliemt.nl met vermelding van je telefoonnummer.  
Hierna wordt er contact met je opgenomen om een en ander met je af te stemmen.

Harrie Raaimakers

 

 

 

Actueel

Uit onze agenda:

  • 19 november 10:00u - SPPiLL-WANDELING: "Landgoed Velder" (start D'n Liempdsen Herd) -> fiets meenemen (door Els Vissers en Jan Zandbergen)
  • 27 november 19:30u - LEZING:  "Het Belgisch trekpaard" (in D'n Liempdsen Herd)
  • 9 december 16:00 - 20:00u KERSTMARKT met boekenkraam Kèk Liemt (prijzen vanaf € 1,00 per boek -> opbrengst jubileum 50 jaar Kèk Liemt)

Terugblik Algemene(najaars)Ledenvergadering 6 november j.l. 

We kijken terug op een geslaagde bijeenkomst met 25 leden die naar D'n Liempdsen Herd waren gekomen om de najaarsvergadering bij te wonen. Besloten werd om komend jaar (2024) één Algemene Ledenvergadering te houden in het voorjaar. Deze datum is al bekend en is: maandag 18 maart 2024 om 19:30 uur in D'n Liempdsen Herd.

Naast de bestuursverkiezing (de leden Arnold van den Broek en Wim van Erp werden unaniem herkozen) werd het financieel jaarverslag 2022 goedgekeurd alsook de begroting 2024. De kascommissie adviseerde de vergadering om de penningmeester décharge te verlenen. Hetgeen geschiedde.

De secretaris presenteerde het jaarverslag 2022 -binnenkort in uw mailbox- en onze voorzitter ging in op een aantal ontwikkelingen waarbij het jubileumjaar 2024 (50 jaar Kèk Liemt) werd belicht. Hij ging tevens in op de enquete die we hebben uitgezet over het programma. Hieruit bleek dat educatie en de koffietafel hoog scoorden. Wat dat laatste betreft. Hiervan is de datum ook al bekend. Noteer alvast in uw agenda 2024: 14 december 2024. 

Jubilarissen. 

In de najaarsvergadering werd ons lid Bert Timmermans gehuldigd door een vertegenwoordiger van Brabants Heem voor zijn 25 jarig lidmaatschap, maar vooral voor zijn verdiensten voor Kèk Liemt gedurende deze jaren. Dat geldt ook voor ons lid Jan van de Sande, die helaas verhinderd was. Onze voorzitter ging een paar dagen later op huisbezoek om Jan ook de oorkonde en de Zilveren speld van Brabants Heem op te spelden. Voor zowel de verdiensten van zowel Bert als Jan leest u, zoals onze voorzitter al in zijn voorwoord memoreerde, verderop in deze Nieuwsbrief. 

Nieuwe auteur(s)

Naast een bijdrage van onze jubilaris Jan van de Sande in dit nummer, zult u de komende nummers ook regelmatig een stukje lezen van ons lid Jasper Mikkers. Jasper is geboren in Oerle, maar woont thans in Tilburg. In 1952 verhuisde hij met het gezin Mikkers naar Liempde waar hij zijn kinderjaren doorbracht in de Parkstraat. Zijn vader was namelijk hier benoemd als Rijkspolitieman. Onder het pseudoniem Tymen Trolsky schreef hij diverse boeken waaronder Kleine jongen aan de Rivier, wat zich voornamelijk in Liempde afspeelde rond Den Groote Waterloop. Als redactie zijn we blij dat we Jasper aan ons hebben kunnen binden.

 

Repelsteeltje

            We spreken over het jaar 1955. Ik was toen zeven. Dat wil zeggen: zo jong dat ik het verschil tussen toneel en werkelijkheid niet zag. Wat sprookjes voortoverden, was werkelijkheid. Wat zich die middag op het toneel afspeelde, was ook werkelijkheid. Nu zou ik zeggen: ik kwam voor het eerst in aanraking met kunst, toneelkunst, en met verbeelding. Maar dat begreep ik toen nog niet.

            Het toneeldoek ging open en niet veel later kende ik nog maar één verlangen: te wonen bij het meisje dat de rol van molenaarsdochter speelde. En met Repelsteeltje zouden we samen korte metten maken.

            Op mijn fietsje, een bloedrode doortrapper, zocht ik haar enkele dagen later op nadat ik navraag had gedaan waar ze woonde. In de Vendelstraat. Maar oh schrik: ik vond daar geen paleis, alleen maar een klein, onopvallend huis. Ik was ontgoocheld. In de war. En toen ze na een halve dag naar buiten kwam, droeg ze geen kroon en reed niet in een gouden rijtuig met schimmels ervoor weg. Dat zij de dochter was van een kippenslachter zoals werd gezegd, weigerde ik gewoonweg te geloven.  

            Kan dat verliefdheid genoemd worden, bij een zevenjarige? Verliefdheid tot over de oren?

            Ik leerde drie dingen. Werkelijkheid en toneel zijn niet hetzelfde. Anders gezegd: het leven is geen sprookje. Ten tweede: ik kon meegesleept worden door hartstocht zonder dat ik daar controle over had. Ten derde: er leefde een groot verlangen in mij naar geborgenheid, tederheid en schoonheid.

 

Repelsteeltje

in het zaaltje van een dorps parochiehuis

in het schemerlicht van pauzelampen

boog een kleine jongen ver voorover

zich van geen menigte bewust, alleen

maar denkend aan dat ene, rekte hij zijn hals

om haar die hem met stem en spel betoverde

vanachter de coulissen naar zich toe te roepen en

te zeggen dat hij buiten op haar wachten zou

om met haar mee te gaan naar haar paleis

 

hoe kon hij weten

zeven pas en onbekend met bijna alles

levend onder arme boeren in een ver gehucht

hoe kon hij toen al weten dat

de warmte, schoonheid, zachte schittering

in haar ontdekt en voor het eerst gevoeld

dat het verlangen dat die dag in hem werd opgeroepen

naar een wereld niet geschikt om in te wonen

nooit meer uit hem weg zou gaan

 

(Voor wie het wil weten: de hoofdrollen in het toneelstuk werden vertolkt door een dochter van poelier Putmans en de oudste zoon van Edmond Schoemacher, Frans. Ik heb het meisje Putmans, inmiddels mevrouw, later nog een keer bezocht. Ze woonde in Goirle en herinnerde zich het toneelstuk nog goed.)

Jasper (Jac) Mikkers

Schoolfoto van Jasper Mikkers uit 1957 in de R.K. Jongensschool te Liempde (Dorpsstraat)

 

Jubilaris Bert Timmermans

Uit handen van Brabants Heem bestuurslid Theo Cuijpers ontving Bert tijdens de Algemene (najaars)Ledenvergadering de zilveren speld van Brabants Heem met bijbehorende oorkonde. In de aanvraag vanuit Kèk Liemt naar Brabants Heem valt het volgende te lezen.

In de Algemene Bestuursvergadering van Stichting Kèk Liemt op 20 januari 1998 werd Bert Timmermans welkom geheten als nieuw bestuurslid. Bert interesseert zich in 'wat geweest is' in bouwkunst en oude boeken. Voor technische zaken wordt Bert frequent ingeschakeld, maar ook voor andere zaken zoals het plaatsen van veldpoorten in het Liempdse landschap en het plaatsen van banken in het buitengebied van Liempde, met namen, gebaseerd op Liempdse toponiemen.

Bert is een van de makers van houten speelgoed, dat door Kèk Liemt in eigen beheer wordt vervaardigd en op de jaarlijkse Boeremèrt Liemt op Tweede Paasdag, in de kraam wordt verkocht.

Bert is ook een van de drijvende krachten en mede maker geweest van een maquette van de kern van Liempde vanuit de kadastrale kaart van 1832 en heeft in 2024 mede de contouren van de voormalige Sint Jans schuurkerk in de voortuin van de voormalige Liempdse pastorie en het wegdek gelegd.

Voorts is hij vanuit Kèk Liemt betrokken geraakt bij de verbouwing van de SPPiLL-boerderij (periode 2014-2017) thans genaamd bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd. Hij heeft hier met veel kennis van houtbewerking gewerkt aan het restaureren en nieuw vervaardigen van houten kozijnen binnen en buiten de boerderij en dat volgens oude technieken en deze mede geplaatst.

Daarnaast is Bert ook gids voor Kèk Liemt/Gastvrij Liempde met name wandelingen langs bouwhistorische panden zoals boerderijen en Rijksmonumenten.

Mariet van de Wiel-Quinten & Arnold van den Broek

 

Jubilaris Jan van de Sande

Ook Jan van de Sande werd op 20 januari 1998 welkom geheten als nieuw bestuurslid van Stichting Kèk Liemt. Jan zijn interesse ligt in boerderijen, bidprentjes, oude aktes en de mens achter de mens op Kasteren. Die interesse heeft Jan inmiddels wel bewezen, want hij heeft veel boerderijen in het gehucht Kasteren beschreven en talrijke aktes uitgeplozen in de archieven. Hiervoor was hij vaak te vinden in het archief van het gemeentehuis van Boxtel -na de herindeling per 1 januari 1996 lag het archief van de voormalige gemeente Liempde in Boxtel- voordat dat naar het BHIC werd verplaatst en ook daar kennen ze Jan.

Een resultaat van zijn niet aflatend archiefonderzoek is de vastlegging van de juiste plek waar de voormalige stenen kerktoren van de schuur van de Liempdse schuurkerk heeft gestaan (afgebrand op 23 mei 1864.) Aanvankelijk dacht het toenmalige kerkbestuur van Liempde de plek te hebben gevonden waar de toren had gestaan, maar dat bleek de kosterswoning te zijn. Jan vond de juiste plek en met behulp van het toenmalige kerkbestuur van Liempde, de gemeente Boxtel en Kèk Liemt heeft het Kadaster in 2004 de juiste plek van toren en schuurkerk in kaart gebracht. Bij het 40 jarig jubileum van Kèk Liemt in 2014 hebben vrijwilligers van Kèk Liemt met goedvinden van het kerkbestuur en de gemeente de contouren in het straatbeeld en de voortuin van de toenmalige pastorie gelegd. Dat laatste is thans ook gebeurd bij de aanleg van parkeerplekken voor de bewoners van de 8 appartementen die inmiddels zijn gerealiseerd in de voormalige pastorie van Liempde.

Verder is Jan één van de steunpilaren en gidsen in Expositieruimte De Kleuskes aan de Oude Dijk 19-21 in Liempde. In beheer van Kèk Liemt. Tijdens zijn rondleidingen verhaalt Van de Sande steevast in het Liempdse dialect de verhalen van de voormalige bewoners van de boerderij alsook de streekgebruiken in en rond Liempde. Daarmee is Jan een voorvechter van het behoud van het dialect. Ook geeft hij in onze streektaal rondleidingen, bij voorkeur in het gehucht Kasteren of rondje Liempde, met verhalen over oude café's in het centrum van Liempde.

Ook is Jan mede heroprichter van het Liempdse Gilde Sint-Antonius Abt, min of meer voortgekomen uit Kèk Liemt, waarbij hij samen met toenmalig Kèk Liemt voorzitter Roger van Laere het initiatief nam. In dat verband was Jan ook de onderzoeker van de in ongewijde aarde begraven doodgeboren, ongedoopte Liempdse kiendjes. Zijn zoektocht leidde in 2005 tot een heus herinneringsmonument op de Liempdse begraafplaats. 

Mariet van de Wiel-Quinten & Arnold van den Broek

 

Het knekelhuisje op het Oude Kerkhof

Op 17 mei 1804 gelastte het zogeheten 'departementaal bestuur van Braband' de gemeentebesturen om te zorgen voor goed toezicht op de kerkhoven. Waarschijnlijk werd dat gedaan door de schoolmeester.  In Veghel werd dit gepubliceerd: 'Dat de schoolmeester deezer gemeente wordt geconsidereerd als opzigter van den kerkhof en gehouden is over den kerkhof behoorlijk en naukeurig opzigt te houden, te zorgen dat de graften tot het ter aarde besteeden van lijken niet meer het eene hier, het andere daar op eene ongeregelde wijze werden gemaakt.'

Door de rommelige inrichting van het kerkhof kwam het herhaaldelijk voor dat men bij het aanleg van een nieuw graf menselijke beenderen tegenkwam. Aanvankelijk lieten de familieleden van de doden, die in de regel het graf dolven, de opgegraven beenderen gewoon op de grond liggen. De menselijke beenderen die men opgroef werden later bewaard in het zogeheten knekelhuisje. In 1874 werd, met de stenen van de kerkhofmuur, in Liempde een knekelhuisje gebouwd. Dit werd begin jaren zeventig van de vorige eeuw in vervallen staat gesloopt. Hierbij de foto van Gerard Schalkx, eind jaren 60 van de vorige  eeuw op het oude kerkof aan de Kerkakkers. 

Ger van den Oetelaar

 

't Hoge Heynsselt (1437)

Net geen Liempde, maar vele Liempdenaren zullen deze naam tegenkomen. Richting Olland, via de Herscheweg en net over de Dommel, het door de Dommel omsloten bos, rechts.  De naam ‘t Hoge Heynsselt is al erg oud en kwam al voor in het begin van de 15e eeuw. De naam komt van ‘dat wat dient tot heynen’ namelijk omheinen of afrasteren. In 2022/2023 is het bos door de huidige eigenaren naar meer een leembos omgevormd. Eind 16e en begin 17e eeuw waren er de volgende eigenaren: Eijmbertus Wilhelmus van Oetelaer; weduwe van Wilhelmus de Oetelaer en Wilhelmus zoon van Eijmbertus de Oetelaer. De Van den Oetelaars verwierven het van de familie Nicolaas Merkx.

Illustratie: foto door Dirk Eijkemans van de toponiemenpoort.

Ger van den Oetelaar

 

Uit het gemeentearchief

Al enige jaren kan men bij de aanplant van bomen en struiken subsidie krijgen. Ruim 100 jaar geleden gebeurde in Liempde bijna het omgekeerde!

Bomenbelasting in Liempde

 -          Openbare raadsvergadering van Liempde op 7 oktober 1905.

Om een tekort op de gemeentelijke begroting over 1906 te voorkomen wordt tijdens de openbare raadsvergadering, voorgezeten door burgemeester Walterus van de Laar, door B&W het voorstel ingediend tot een heffing van een bomenbelasting in Liempde.

Ondanks het voorstel van raadslid Avendoncks om in plaats van een boombelasting een hondenbelasting in te voeren valt tijdens deze raadsvergadering een raadsbesluit tot invoering van een bomenbelasting. Deze belasting is van toepassing op bomen van particulieren die op gemeentegronden en langs de bermen van de openbare wegen staan (het voorpootrecht.) De groei/grootte van de bomen is mede bepalend voor de hoogte van de te vorderen belasting.

Het raadsbesluit wordt ter goedkeuring naar Gedeputeerde Staten en zelfs ter goedkeuring bij Koninklijk Besluit naar de Minister van Binnenlandse Zaken gestuurd. Dit schrijven wordt begeleid door onderstaande memorie van toelichting (originele tekst.) 

De jaarlijks stijgende gewone uitgaven der gemeente en de dalende gewone ontvangsten maken het richtig beheer der gemeentelijke zaken niet meer mogelijk zonder toevoeging van nieuwe middelen. De jaarlijkse aflossing door het R.K. Kerkbestuur van ƒ 1.000,00 houdt op als zijnde laatste met het jaar 1905. Van dit bedrag wordt jaarlijks met ƒ500,00 de gemeenteschuld afgelost en ƒ 500,00 besteedt voor ontginningen. De jaarlijkse aflossing moet blijven voortgaan en wel voor 1906 en volgende jaren tot een bedrag van minstens ƒ 600,00.
De geschiktheid onzer broekgronden voor ontginning en de noodzakelijkheid aan den werkman, vooral in den winter, werk te verschaffen, althans zooveel als gevoeglijk kan geschieden, beletten ons, in het financieel belang der gemeente voor de toekomst, den post voor ontginningen verre van te schrappen, zelfs hoe weinig ook te verlagen.
Het is daarom, dat wij naar middelen moeten uitzien om het te kort te dekken. Wij meenen een zeer geschikt middel gevonden te hebben door het heffen ener matige belasting op de boomen, welke staan op gronden en wegen aan de gemeente in eigendom toebehorende; waartegen van wege de bezitters der boomen geen billijk bezwaar kan bestaan, omdat zij een genot van gemeentebezittingen hebben.
Met deze opbrengst kunnen wij aanvullen het te kort, dat door eene heffing van opcenten op de personele belasting overblijft, en niet door een hondenbelasting gevonden kan worden. 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Liempde de 7 october1905

                        Wouter van de Laar  Burgemeester
                        Christiaan Welvaarts  Wethouder

Noot: deze aflossingen van het R.K. Kerkbestuur betreffen de lening die het Kerkbestuur heeft aan moeten gaan voor de bouw van de toren van de kerk. Pastoor Albertus Raaijmakers had teveel geld uitgegeven aan de bouw van zijn pastorie waardoor er te weinig geld overbleef om de kerk van een toren te voorzien.

-           De raadsvergadering van 2 dec 1905: behandeling schrijven van Ged. Staten waarin aangegeven wordt dat de Minister opmerkingen heeft over de voorwaarden van de bomenbelasting.

De voorzitter vraagt de gemeenteraad op welke wijze het beste aan de opmerkingen van de minister kan worden voldaan. Raadslid van Boeckel pleit voor een hoofdelijke omslag zodat iedereen meebetaalt en niet alleen de eigenaars van bomen. Ook zijn er in Liempde arme mensen die bomen hebben, zo betoogt hij, en deze kunnen die lasten niet dragen. Raadslid Avendoncks pleit nog steeds voor een hondenbelasting. De voorzitter brengt hier tegenin dat de hondenbelasting goed is overwogen door de raad en onvoldoende is gebleken. Verder antwoordt de voorzitter op de eerste spreker dat 'de minsten' niet gestraft zullen worden en men ook bezwaar kan maken tegen de aanslag. Verder geeft hij aan dit niet als een belasting te beschouwen maar als een kleine vergoeding voor 'het voordeel en genot te trekken uit gemeentelijke bezittingen.' Hij houdt de raadsleden voor dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen een hoofdelijke omslag en een bomenbelasting als vergoeding voor gebruik van gemeentelijke gronden en dat dit in de vorige vergadering al 'breedvoerig' besproken is en aangenomen! 

Er heerst enige verwarring bij de raadsleden nu de minister een andere grondslag eist voor het bepalen van de hoogte van de te innen belasting. Van Boeckel praat op de vergadering in om deze toch nog te winnen voor een hoofdelijke omslag. De voorzitter is het niet met Van Boeckel eens en is van mening dat B&W, naar voorbeeld van de gemeente Wijhe (Gelderland), nu genoodzaakt is Liempde in 2 of 3 belastingklassen te verdelen. De raad stelt vervolgens dat deze veranderingen om meer bedenktijd vragen en verzoekt de besluitvorming uit te stellen.

-          De raadsvergadering op 1 maart 1906, 10:00 uur: 2de agendapunt: bomenbelasting.

De voorzitter deelt mede dat het bestuur er eindelijk in is geslaagd geschikte grenzen te trekken om Liempde in 3 belastingklassen te verdelen. Hij toont op de kaart aan waar de grenzen liggen en leest de conceptregeling voor. Hij geeft vervolgens aan dat verder debatteren over dit onderwerp  geen zin heeft. 'Deze zaak is onderling al genoeg besproken', zo stelt hij. Vervolgens vraagt hij de vergadering hierover te oordelen. Wel geeft hij nog in een fel betoog aan waarom hij een voorstander is van een bomenbelasting en tegen een hoofdelijke omslag:

  1. Een bomenbelasting is billijk omdat het een vergoeding is voor 'genot en voordeel dat men trekt van gemeentewege en eigendommen boven anderen die geen bomen hebben.'
  2. Door deze belasting wordt niemand getroffen die geen voordeel heeft.
  3. Door deze belasting worden ook grondbezitters die buiten Liempde wonen en hier van profiteren getroffen.
  4. Deze belasting kan niet als onbillijk beschouwd worden omdat hij enkel geheven wordt over publieke middelen.
  5. Deze belasting stelt de gemeente in de gelegenheid 'onwilligen onbetaalde voorpotingen te laten voldoen zonder rechtsvervolging en kosten, wat toch zeker de voorkeur verdiend.'

De leden van Boeckel, Noijen en Avendoncks zien de billijkheid van een bomenbelasting niet in. Van Boeckel acht het zelfs een 'aanranding van persoonlijk eigendom'. Avendoncks acht het ongehoord dat teveel 'gegoede inwoners vrij blijven van betaling omdat zij geen bomen bezitten.' Noijen vindt dat een hoofdelijke omslag rechtmatiger is omdat dan iedereen een bijdrage levert.

De voorzitter acht het niet nodig nog verder te debatteren over een zaak die zo uitvoerig besproken is.

'Hij eerbiedigt ieders gevoelens als het onpartijdig uit eigen boezem komt.' Ook geeft hij aan dat hij het niet eens is met de standpunten van Van Boeckel en Avendoncks. Als de tarieven te hoog zijn is hij wel bereid deze te verlagen naar 1, 2 respectievelijk 3 cent afhankelijk van waar de bomen staan.

Mocht de bomenbelasting toch niet billijk blijken te zijn dan is de voorzitter alsnog bereid deze te vervangen door een hoofdelijke omslag. Na nog enige discussie stelt de voorzitter dat hij het volstrekt oneens is met de sprekers en het hem 'benauwd' dat een belasting die in de vergadering van 7 okt 1905 met algemene stemmen is aangenomen nu zoveel tegenstand ondervindt. Vervolgens maakt hij een einde aan de discussie en brengt het voorstel in 'omvraag.' De uitslag is als volgt: Avendoncks: tegen, Merks: voor, Noijen: tegen, Baks: voor, Welvaarts: tegen, Van Boeckel: tegen. Het voorstel wordt met 2 stemmen voor en 4 tegen verworpen. De voorzitter vraagt de tegenstemmers welke belasting ze nu in willen voeren. Zij geven te kennen een voorstander te zijn van een hoofdelijke omslag. Vervolgens vraagt hij de heren of zij 'in die geest verlangen' een voorstel te doen. Hiertoe is men nog niet bereid.

De voorzitter deelt nogmaals mede dat het hem spijt dat een belasting die eens was aangenomen, bij de Koningin was aangeboden, maar met enige kleine aanmerkingen was teruggekomen, na alle gedane moeite nu meedogenloos wordt afgestemd. Hij zal echter zo spoedig mogelijk de nodige gegevens verzamelen om een ontwerpverordening naar het verlangen van de vergadering ter tafel te brengen. Voorzitter sluit de vergadering,

Jan van de Sande

 

Beeldbank vraag

Nieuwe vraag foto evkl016251 is een portret. Wie herkent de persoon die optreedt tijdens de zittingsavonden? 

Heb je het antwoord op deze vraag geef het dan aub even door via info@kekliemt.nl. Bij voorbaat hartelijk dank.

Els Vissers. 

 

Archeokout 28

In het leger van Maurits diende de jonge wiskundige en filosoof René Descartes. Hij legde daar de basis voor wetenschappelijk onderzoek door zijn methodische twijfel.  Vorige keer kwam die twijfel aan zo ongeveer alles, inclusief de archeologie, bovendrijven in mijn kout over de oorsprong der Kelten. Maar ik had beloofd het nu weer zeker te weten, en volgens de grote Ger moet je ieder die het zeker weet wantrouwen (dat wist ie zeker). Doe maar, doe ik ook, en dan gaan we weer verder.

Het ziet er naar uit dat de Keltische cultuur de resultante is van van vele  samenkomende invloeden van de Atlantische connectie via de restanten van Únětice, volksbewegingen in Hongarije en de Balkan tot de expanderende civilisatie vanuit het huidige Italië. De taal was evenzo een mengvorm van vele (Indo-Europese) dialecten en vormde een verbindend element dat door geheel het Europese gebied werd begrepen en gebruikt. De handel in metalen, werktuigen, wapens, luxe goederen, slaven en zout alsook de reizende soldaten en smeden hebben deze eenwording van Europa 3000 jaar voor Volt op hun geweten.   

Zoals we al zagen in de cultuur rond Nebra  zorgde met name het bezit en de bewerking van metaal voor sociale stratificatie en het omhoog vallen van rijkaards en andere boeven ten koste van het gemene volk. Of het neolithicum echt egalitair was is onderwerp van discussie, maar de metaaltijden hebben elke zweem van gelijkheid flink om zeep geholpen. Lokale hoofdmannen en vrouwen verrijkten zich en moesten die rijkdom verdedigen en vergroten met meestal harde hand, bijna godsdienstige onderwerping en verdere uitbuiting.

Centraal in de ijzertijd/Keltische ontwikkeling rond het begin van de het eerste millennium v. Chr. is de sterke economische opbloei en ideeën-verspreiding vanuit het (nu Oostenrijkse) plaatsje Hallstatt. Het begon met mogelijk zelfs neolithische zoutmijnen (het ligt bij Salzburg). Zout was verschrikkelijk belangrijk voor conservering en smaak en het was schaars, dus duur. De zoutmijnen werden mede door de gunstige ligging ten opzichte van de handelsroutes een goudmijn voor de bewoners en vooral de voor de hogere heren. De nabij-gelegen metaalbronnen en de democratisering van de ijzerproductie deden de rest. De verkregen rijkdom moest natuurlijk zwaar worden verdedigd. De nederzettingen werden beveiligde, ommuurde, hooggelegen bunkers, de zogenaamde oppida.

Sommige lieden werden machtig en puissant rijk en die rijken werden zoals te doen gebruikelijk rijker ten koste van hen die de spreekwoordelijke kastanjes uit het vuur moesten halen of  in dit geval uit de wijdvertakte diepe zoutlagen moesten bikken, kinderen en vrouwen incluis. Die rijke bovenlaag bood tegen elkaar op, bestreed elkaar, voerde oorlog en had het breed genoeg om het ook breed te laten hangen. Voor ons is dat heel prettig. Immers een egalitaire samenleving laat weinig opmerkelijks achter, maar de elite genereert kunst en pracht en praal die we nu aantreffen in de rijke graven en die ons veel informatie verschaffen. Vorstengraven worden ze genoemd, niet om dat het koningen waren, maar omdat ze de "voorsten" van de cultuur waren. De paal- en praalgraven bevatten veel fijn bewerkt brons, edelmetaal en -stenen in de vorm van zwaarden, strijdwagens, sieraden en textiel. Allemaal dure luxe spullen die vaak ook van verre kwamen zoals koperen ketels uit Italië (situla) en snuisterijen uit het Midden-Oosten.

Vanaf ongeveer 800 v.Chr. tot 500 v. Chr. spreken we van de Hallstatt ijzertijd cultuur: Hallstatt C en D. De A en B versies van zeker drie eeuwen daarvoor waren ook keltisch, maar worden tot de late bronstijd gerekend (tsja). Deze cultuur werd leidend in Europa en op vele plaatsen in Midden- en West-Europa vinden we dan ook oppida en grafheuvels met rijke giften en exhibitionistische rijkdom. In Nederland is geen oppidum te vinden, wel is er sprake van vorstengraven, niet zo rijk als die in Beieren en Noord-Frankrijk maar wel relatief veel. We hebben een vorstengraf in Oss met een flinke paalomrande heuvel en nog enige paalgraven er omheen, vlakbij ligt een prinsessengraf en in Slabroek een vorstinnengraf, maar ook rijke graven in Horst, Venlo, Ede en Heumen. Of het hier lokale machthebbers betreft of toevallig hier begraven reizende warlords weten we niet. Het is zeer wel denkbaar dat kopieergedrag een grote rol speelde. Men wist van deze verschijnselen en heeft zich mogelijk net zo rijk enof belangrijk willen voordoen.

We weten het niet en dienen, imitatio Descartes, te twijfelen aan alles. Maar niets belet ons te dromen en te verwonderen, zolang we maar niet zeggen het zeker te weten. Kijk maar eens in het museum Jan Cunen in Oss, ze stellen de elite uit de ijzertijd tentoon tot en met 4 februari.

Jaap van der Woude

 

Uit de oude doos maar nog steeds aktueel

Op de foto een krantenartikel uit de oude doos, waarin Kèk Liemt aandacht vraagt voor het verzamelen van bidprentjes. Wist u dat we dit nog steeds doen, waarbij het accent ligt op personen geboren en/of gestorven in Liempde. Per 1 januari 2023 hebben we in ons bestand 4463 bidprentjes. 

Wat hebben we zoals in onze collectie? Naast prentjes van geboren en getogen Liempdenaren ook prentjes van Liempdse (parochie)herders zoals pastoors en kapelaans. Zo zit in onze collectie een prentje van pastoor Van der Dussen, geboren op 28 augustus 1799 en overleden op 9 december 1856 te Westerhoven. Zo op het eerste oog had pastoor Van der Dussen niets met Liempde, zou je zeggen, ware het niet dat hij in 1927 kapelaan was in Liempde en nadien pastoor werd in Netersel. 

In navolging van Heemkindekring De Kleine Meierij zijn we in de toekomst ook voornemens om deze prentjes -voor en achterkant- zichtbaar te maken op een zogeheten 'beeldbank bidprentjes Liempde.' Dat is een enorme klus en vraagt handjes. Kortom heeft u interesse om ons een handje te helpen. Graag. Aanmelden kan via info@kekliemt.nl 

Bidprentjes kunnen ingeleverd worden op de Erfgoedkamer of thuis bij ons lid Ger van den Oetelaar, Kasterensestraat 15 alhier.

Arnold van den Broek

 

Typisch Liempdse dierennamen

[Uit o.a. Liempd Sprak van Roger van Laere (2002)]

 

VISSEN

Grote modderkruiper - Melkoers (zie foto)

Zeelt - Lauw

ZOOGDIEREN

Bunzing - Uling / Bûizem / Fis

Wezel - Êierwezel

Steenmarter - Flewijn

Veldmuis - Êrdmous

Egel - Pinegel

Keeshond - Spitshöndje

Haas - Stêilor

AMFIBIEËN

Kikkervisje - Dikköpke

Kikker - Kikbil

INSECTEN e.a.

Trips e.a. - Donderbeestje

Daas - Blindaozen

Meikever - Hegmulder

Paardenwesp - Heurs

Galnoot - Inkappel

Pissebed - Kelderzeug / Keldervêrke

Paardenhorzel - Kromkont

Mier - Mierzêike

Regenworm - Peurwörm

Schaamluis - Platlaus

Zilvervisje - Skieterke

Engerling - Spekmaoi

Bromvlieg - Spêkvlieg

Libellelarve - Stekars

Watervlo - Waoterlûis

 

Aanvullingen zijn van harte welkom. 

Ger van den Oetelaar

 

Toponiem verklaard

Imkert.

Perceel, eigendom van een imker, een bijenhouder: en/of plaats waar bijenkassen of -korven in een bepaalde tijd van het jaar (afhankelijk van bloeitijd van bepaalde gewassen of bomen e.d.) werden geplaatst. In het verleden werden na het maaien van het graan, dikwijls knollen gezaaid (te gebruiken als veevoer) op het stoppelland. Soms schoot later een gedeelte door; bloeide in het voorjaar en was dan een gezochte plek voor bijen. Ook koolzaad werd in redelijke mate verbouwd en werd uiteraard tijdens de bloei in ruime mate aangevlogen door de bijen.

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 282. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl.  

 Foto evkl019205

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl