Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - Jaargang 5 Nummer 28 - 15 juli 2023

Van de voorzitter

In memoriam

Op zaterdag 24 juni jl. bereikte ons het trieste nieuws dat Cees Sleutjes ons zeer plotseling is ontvallen. Namens het bestuur en de leden van Kèk Liemt condoleren wij de familie en vrienden van Cees met dit onverwacht gevoelige verlies en wensen hen veel sterkte toe in deze moeilijke tijd. Cees was een betrokken lid van onze vereniging. Naast zijn grote interesse voor de natuur was Cees ook zeer begaan met cultuurhistorische zaken. Zeker als deze Liemt betroffen wilde hij er alles van weten. Hij was een trouwe bezoeker van onze lezingen en nam deel aan cursussen om zijn kennis te verdiepen. Regelmatig bezocht hij op woensdagmiddag onze erfgoedkamer in het voormalig raadhuis van Liempde Meestal voor een praatje, maar soms ook had hij dan oude spulletjes bij zich die voor de erfgoedvereniging misschien wel interessant konden zijn. Cees, je was een bijzondere man. Bedankt voor wie je was, we zullen je missen. 

Der Boxteler Bahn

Vandaag 15 juli, met het uitkomen van deze nieuwsbrief, bestaat het traject Boxtel - Goch van het 'Duits Lijntje' 150 jaar. In de aanloop naar dit jubileum zijn door Dik Bol en Jos Mandos van Heemkunde Boxtel, onder grote belangstelling, recentelijk 3 lezingen verzorgd. Zowel de tot standkoming, verdere ontwikkeling en de teloorgang van deze memorabele spoorbaan en de NBDS (Noord-Brabantsch-Duitsche-Spoorwegmaatschappij) zijn hier uitgebreid aan bod gekomen. Voor degene die deze lezingen of een ervan hebben gemist is er goed nieuws. Alle drie de presentaties zijn binnenkort terug te vinden op http://heemkundeboxtel.nl  

Actuele ontwikkelingen

- Onderhoud cultuurhistorische elementen in de openbare ruimte.
De meeste van onze leden zullen het ook al opgemerkt hebben, de staat van onderhoud van het
voormalige kerkhof aan de Kerkakkers -een rijks archeologisch monument- is erbarmelijk te noemen. Ook de leesbaarheid van de informatieborden in de openbare ruimte en speciaal die bij de diverse monumenten laat veel te wensen over. Kèk Liemt heeft zich, als hoeder van het Liemts erfgoed, tot doel gesteld hier verbetering in aan te brengen. Op dit moment zijn we in gesprek met de gemeente Boxtel en SPPiLL om de mogelijkheden te inventariseren om deze plek weer een waardig aanzien te geven. Wordt vervolgd! 


- Inventaris woongedeelte boerderij de Kleuskes.
Met de verkoop van de boerderij is ook het woongedeelte niet langer toegankelijk voor bezoekers. Om alle spullen van cultuurhistorische waarde in zekerheid te stellen hebben onze leden Els Vissers en Jan van de Sande de gehele inventaris, inclusief kledingkasten, grondig doorgespit. Alle interessante zaken zoals een militair diploma van Dorus en karakteristieke kledingstukken zoals een "snelzeiker" en een "borstdoek" zijn nu in ons bezit. De kledingstukken worden door Els gefotografeerd en gearchiveerd. De inventaris die achterbleef is na taxatie overgenomen door de nieuwe eigenaars Dorus en Anna -wel toepasselijke namen gelet op de oorspronkelijke bewoners-. Het restant van de kleding heeft inmiddels zijn weg gevonden naar Roemenië. De spullen die al in bruikleen waren bij Kèk Liemt zijn door de Stichting Kinderen van der Velden aan ons geschonken en blijven zo ook bewaard voor de toekomst.

- 50 jaar Stichting Kèk Liemt in december 2024
Dit lijkt nog ver weg maar... "wanneer je haast hebt wanneer je tijd hebt, heb je tijd wanneer je haast hebt!" Om dit heugelijke feit volgend jaar op gepaste wijze te vieren is er een jubileumcommissie in het leven geroepen. We hebben al wat ideeën maar als onze leden nog een idee hebben voor dit julileum, staan we daar graag voor open. Ook zijn we nog op zoek naar een aantal personen die ons te zijner tijd willen ondersteunen met de organisatie. Ieders inbreng vanuit de leden vinden wij belangrijk en wordt zeer gewaardeerd. Dus vind je het leuk om ook een steentje bij te dragen in de organisatie of heb je een goed idee, neem dan contact met ons op door een bericht te sturen naar info@kekliemt.nl 

Harrie Raaimakers

 

Actueel

Archeologisch onderzoek plangebied Hamsestraat

Komende week wordt er, in opdracht van de gemeente Boxtel, archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Hamsestraat. Zoals bekend is het de bedoeling dat hier woningbouw wordt gepland. De archeologische werkgroep Boxtel/Liempde is op de hoogte gebracht van dit onderzoek en is gevraagd, indien mogelijk, 'n steentje bij te dragen.

Onze voorzitter

Wellicht is het al wel opgevallen dat de openingsrubriek dit keer weer begint met: Van de Voorzitter in plaats van Van de (waarnemend) voorzitter. Hoe zit dat precies. In de laatst gehouden bestuursvergadering van onze vereniging is de evaluatie aan de orde geweest van onze waarnemend (wnd) voorzitter. Hoewel onze wnd. voorzitter zelf twee evaluatiemomenten had voorgesteld, is het bestuur unaniem van mening dat we met Harrie door willen als voorzitter indien hij dat vanzelfsprekend ook wenst. Hierop heeft Harrie positief geantwoord zodat we vanaf 3 juli j.l. een nieuwe voorzitter hebben in de persoon van Harrie Raaimakers, als opvolger van Els Vissers. Harrie proficiat en veel succes met deze mooie job. 

16 augustus: Zomeravondwandeling RONDJE LIEMPDE

Daags na de volgende Nieuwsbrief Kèk Efkes op 15 augustus a.s. is onze volgende activiteit te weten Rondje Liempde. Vertrek van bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd om 19:00 uur. Duur van de wandeling 2 uur. Noteer datum en tijd alvast in je agenda.

Vakantietijd

Hoewel de vakantietijd is aangebroken blijft ook in de vakantieperiode onze erfgoedkamer wekelijks op woensdagmiddag van 14:00 tot 16:00 uur open en tref je ook in juli (vandaag) en volgende maand op 15 augustus onze maandelijkse Nieuwbrief Kèk Efkes in je mailbox. Alle vakantieliefhebbers wensen wij een fijne tijd toe en een behouden thuiskomst. 

de secretaris,                                                                                                                                        Arnold van den Broek

 

Beeldbank vraag

Nieuwe vraag foto evkl002479 heeft te maken met de voormalige klompenfabriek Van der Vleuten, wie herkent de personen op de foto? 

Heb je het antwoord op deze vraag geef het dan aub even door via info@kekliemt.nl. Bij voorbaat hartelijk dank.

Els Vissers

 

 

Archeokout 24

Na de enorme tijdreis van vorige maand, een verkort intermezzo over hoeven, hoeven we slechts twee maanden terug om ons verhaal weer op te pakken. De bronstijd, en dan niet de warme hete zomer, waarin we met hulp van smerige smeersels onze huid brons verkankeren, maar de midden-bronstijd in onze streken in het tweede millenium voor de huidige jaartelling.

In de huidige lage landen waren er twee plaatsen met typische midden-bronstijd opgravingen, Hilversum en Elp, en dus heten de culturen daarnaar. De Elpcultuur zien we in het Noord-Oosten en de Hilversumcultuur in de rest, van Hoogkarspel tot Hamont en van Deventer tot Duinkerken en hier dus. Onze Hilversumcultuur valt gedeeltelijk samen met het 500 km oostwaarts gelegen rijk van Únětice (van de schijf van Nebra), waar ik u in mei kond van gedaan heb, en het komt overeen met de tweede Wessexcultuur in Engeland. Verschillen met de vroege Bronstijd zitten vooral in eenvoudiger grofgemagerd keramiek, crematies in plaats van inhumaties, grotere grafheuvelcomplexen en uitgebreidere handel. Het zou dus zomaar eens veel drukker kunnen zijn geworden in de midden-bronstijd.

 

Brabant is rijk gezegend met grafheuvelcomplexen. Liesbeth Theunissen rept van 77 grafheuvelgroepen in haar dissertatie van 1999.  Zo zijn er groepen in Haps, Knegsel, Riethoven, Swalmen, Regte heide, Toterfout en Alphen met meer dan tien heuvels, de laatste twee zelfs meer dan veertig. Dat lijkt een boel, maar dan moeten we ook nog bedenken dat er in de loop van de tijd vele te loor zijn gegaan en geofferd aan een of andere landbewerking of  roverij. Het waren er dus vast nog wel veel meer. Daarbij weten we niet zo goed hoeveel mensen de eer van een grafheuvel te beurt viel. Er worden wel natte vinger percentages gegeven (15%), maar mijn pet is niet hoog. Ergens kwam ik de suggestie tegen dat er mogelijk meer mensen in een grafheuvel werden begraven dan we nu denken. Veel van de grafheuvels waren voorzien van palenkransen, als onder elke paal...

Nu zou je bij die concentraties van grafheuvels ook nederzettingen uit de midden-bronstijd verwachten. Maar vooralsnog lijkt dat er nog niet erg op.  Grafheuvels en grafheuvelcomplexen zijn, zeker met de moderne digitale middelen, eenvoudiger te vinden dan nederzettingen. Misschien moeten de woonkernen nog worden ontdekt door opgravingen (bijvoorbeeld aan de Hamsestraat?). In de Kempen, waar het miegelt van de heuvels is slechts een nederzetting bekend, in Weelde. Er zijn iets verderop midden-bronstijd nederzettingen gevonden in Geldrop, Son, Nijnsel en Oss, maar dat is een eind wandelen voor een begrafenisstoet. Het is evenwel denkbaar dat groepen van heuvels een religieuze betekenis hadden, dood en religie liggen immers dicht bij elkaar. In dat geval zouden die "tempels" niet in woonconcentraties hoeven te liggen. Bij de paalgraven zijn zo hier en daar opmerkelijke zichtlijnen ontdekt en symmetrie\"en, dus wie weet ...

Laatst bij de recentelijke zonnewende hebben de media nog bolgestaan van Tiel, waar de verdozing van het platteland voorafgegaan werd door een archeologisch onderzoek. Men vond een begraafcomplex dat, om de aandacht te krijgen, de Nederlandse Stonehenge werd genoemd. Daar valt nog wel wat op af te dingen, maar het verband tussen tijdmeting en architectuur, waar Stonehenge zo bekend om is, was ook in Tiel aanwezig. De kosmologische kennis van de schijf van Nebra is niet uniek in de bronstijd (en was al in het neolithicum aanwezig in Stonehenge). Nu denk ik niet dat Tiel net zo'n rijk rijk was als Únětice, maar men was vast wel bekend met de culturen in het westen en het oosten. Het Soemerische glazen kraaltje was toch een blijk van contact tussen Flipje en culturen in den vreemde.

Daar kijken we natuurlijk niet van op. Overal waar mensen zijn, wordt gezworven, gehandeld, gereisd en ten strijde getrokken. Een gruwelijk voorbeeld daarvan is het in 1996 ontdekte slagveld langs de Tollense rivier in Noord-Duitsland. Vanaf 2007 is een tiende daarvan systematisch opgegraven en heeft geresulteerd in 13.000 botfragmenten en een verwacht dodental van ongeveer 1000, vermoedelijk allen in ongeveer een dag omgekomen. Dat waren vooral jonge mannen, maar ook enkele vrouwen en ze kwamen van verschillende plaatsen in Europa, duidend op een huurleger van ruwweg 5000 soldaten en op een organisatiegraad die dat mogelijk maakte. En dat in dertiende eeuw voor onze jaartelling. Het vermoeden bestaat dat het hier  een strijd om handelswegen betrof. Een andere suggestie is dat er in die tijd een tekort aan metalen was (tin?) en een soort van algemene commotie en volksverhuizing die ook te zien is in de ondergang van het Minoische rijk en de plunderingen van de zeevolken. Ik heb geen idee of zulks ook gestaafd wordt door ancient-DNA onderzoek, maar opvallend is wel dat er rond 1200 voor de huidige jaartelling weer een grote wijziging in begrafenisgewoonte plaats vond, de urnenvelden. Maar dan rollen we zomaar de late bronstijd binnen.

 

Liempdse windmolen?

De twee watermolens (Kasteren & Meulekensweg) zijn natuurlijk het meest bekend als Liempdse molens. Liempde heeft echter ook windmolens gehad. Zelfs heeft er een windmolen op het Kasterense watermolencomplex gestaan, namelijk van 1668 tot 1695. Eerder stond daar ook een rosmolen die olie produceerde. Ik kreeg op 1 juli een foto (zie hierbij) van Joop Steenbakkers van een tekening van een houten stellingmolen, getekend door Jan Heesters (1893-1982) die een Liempdse molen zou moeten weergeven. Mij was die molen uit Liempde niet bekend, wellicht hebben andere archiefvorsers andere gegevens en kunnen we de tekening toch verklaren. We weten wel dat Piet Deenen (geboren 1859 in Vierlingsbeek) op D’n Berg in 1892 een stenen wind-graanmolen bouwde. Dat was blijkbaar geen succes want zijn opvolger Frans van Beurden (geboren in 1874 in Tilburg) heeft in september 1902 geprobeerd om de molen openbaar te verkopen in de Liempdse herbergen Joh. van de Meerakker en Wed. H.J. Tinnebroek. Ook dat lukte niet want in januari 1906 was er weer een openbare verkoop van deze molen, nu in de herberg van Mathijs van den Oetelaar. Jan Branten, de Kasterense molenaar, kocht de concurrerende molen waar deze vervolgens opgebouwd werd in Gemonde aan de Sint-Lambertusweg. Daar staat de Liempdse molen nog, nu al vele decennia wiekenloos.  Op de locatie kwam het gezin van kleermaker Driek van Aarle (1877 – 1940) x Gerarda van den Brand (1880-1953) wonen.  

Ger van den Oetelaar

 

Oudste bidprentjes van Liempde, Petrus van der Velden (+ 1845)

Petrus van der Velden, grootvader van De Kleuskes.

Petrus van der Velden, zn. van Johannes van der Velden en Barbara Theulings, ged. te Sint-Oedenrode op 13 nov 1775, ovl. (ongeveer 69 jaar oud) te Liempde op 19 aug 1845. met Johanna Maria van Mensvoort, dr. van Walterus van Mensvoort en Maria van Dijk, geb. te Liempde in 1784, ovl. (ongeveer 78 jaar oud) te Liempde op 2 mei 1862.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

  1. Johannes, geb. te Liempde op 23 apr 1808, ovl. (63 jaar oud) te Liempde op 18 jun 1871, tr. (resp. 31 en 21 jaar oud) te Liempde op 25 mei 1839 met Maria van de Mortel, dr. van Jan van de Mortel en Woutrina van Mensvoort, geb. te Liempde op 30 jul 1817, ovl. (32 jaar oud) te Liempde op 22 okt 1849. Uit dit huwelijk 5 kinderen.
  2. Martinus, geb. te Liempde op 10 jan 1812, ovl. (80 jaar oud) te Liempde op 22 jan 1892.
  3. Maria, geb. te Liempde op 3 feb 1814, ovl. (45 jaar oud) te Boxtel op 24 jul 1859, tr. (resp. 23 en 26 jaar oud) te Liempde op 22 apr 1837 met Wilhelmus Welvaarts, zn. van Johannes Welvaarts en Maria Trouwen, geb. te Liempde op 6 mei 1810, ovl. (76 jaar oud) te Boxtel op 22 okt 1886. Uit dit huwelijk 9 kinderen.
  4. Nicolaas, geb. te Liempde op 25 nov 1818, ovl. (89 jaar oud) te Liempde op 8 mei 1908, tr. (resp. 32 en 30 jaar oud) te Liempde op 26 jun 1851 met Maria van de Laar, dr. van Hendrikus van de Laar en Dorothea Doreleijers, geb. te Liempde op 24 dec 1820, ovl. (58 jaar oud) te Liempde op 25 aug 1879. Uit dit huwelijk 5 kinderen. Deze kinderen worden De Kleuskes genoemd.
  5. Barbara, geb. te Liempde op 9 mrt 1821, ovl. (88 jaar oud) te Liempde op 7 aug 1909, tr. (resp. 28 en 43 jaar oud) te Liempde op 17 nov 1849 met Hendrikus van de Laar, zn. van Wouter van de Laar en Johanna van de Laar, geb. te Liempde op 26 aug 1806.
  6. Theodorus, geb. te Liempde op 25 jun 1824, pastoor te Vessem en Best, ovl. (58 jaar oud) te Best op 15 dec 1882.
  7. Wouter, geb. te Liempde op 16 okt 1825, ovl. (66 jaar oud) te Liempde op 7 feb 1892.

In het komende boek van Kèk Liemt wordt aan deze familie veel aandacht besteed. 

 Ger van den Oetelaar

 

 

Hertogelijk Leengoed Oliebankschen Beemd Deel II

De Oliebankschen Beemd was een leengoed van de hertog van Brabant, gelegen op Kasteren. Op Kasteren was ook nog de watermolen een hertogelijk leen. Een ander bekend hertogelijk leen was tGoet ten Bychelair. Op 7 november 1466 heeft Peter Crabbe De Oliebankschen Beemd opgedragen aan de hertog van Brabant en maakt er een leengoed van. Zijn zoon Jan Crabbe krijgt het geheel in leen en gebruik. Op 10 mei 1533 verheft Lysbeth Crabben, de dochter van Jan en de vrouw van Peter Denys Mercxs, het leengoed vanwege de dood van Jan Crabbe. De volgende die het in leen krijgen zijn Adriaen en Willem Wouters. Zij verheffen het leen op 18 februari 1565 vanwege de dood van grootmoeder Elisabeth Crabben. In 1585, op 19 juli, wordt het leen opnieuw verheven en wel door Marie Woutere van Loo vanwege de dood van Woutere Peeterss van Loo, haere vaedere.

Vanaf 1589  wordt het eigendom gesplitst en komt voor de helft tijdelijk bij de andere aangrenzende hoeve terecht. Marie Woutere van Loo voor de helft en Adriaentken dochter Adriaene Woutere van Boxtel voor de andere helft vanwege de dood van Adriaens Woutere, haere vaedere. Later, in 1604,  wordt Marie Woutere van Loo nog Maijken Wouters in Dolijbanck genoemd. Zij wordt dus genoemd naar het leengoed. In 1610  is de pachter van het huis dat bij het leengoed hoort Geraert Janss Rademaeker.  Hij gebuikt ook gronden in de buurt van het huis van Marten Venne, die straks eigenaar wordt. Marte Venne heeft een hoeve recht tegenover deze hoeve, aan de andere kant van de weg. Hij gebruikt het leengoed den halven Olijbancxsen beemt. In 1642  is Adriaan Peters de pachter en vanaf 1651  is dat Dirk Baudewijns. Het geheel wordt dan Jan Daniels Hoff genoemd. In 1658  worden de weduwe van Jan Daniels en Marten Vennen beide, ieder voor de helft, als eigenaren beschouwd.

In 1664 wordt op 4 januari door Willem Marten Vennen de helft van het leengoed verheven, namelijk de helft van een huysken, hoffstadt ende vier loopen saet binnen landts met 't waeter genaemt den Arm. Ook wordt aangeven dat op de plek een rosmolen gestaan heeft. Wanneer de molen exact verdwenen is, is niet bekend. Nogmaals wordt aangeven dat het goed ligt tussen de Dommel en de weg. Hij heeft het verkregen via de erfenis van zijn vader Marten Janssen Vennen. Marten Janssen Vennen woont zeer dicht in de buurt en zijn hoeve kijkt uit op het leengoed. De andere helft wordt ook in 1664  verheven door Daniel soone wylen Jan Daniels en wylen Ariaentjen dochter Arien Wouters van Boxtel. Daniel verheft het leen op 23 mei 1664. Hij heeft het verkregen vanwege zijn gestorven moeder.  Via een erfelijke deling van de familie Vennen in 1664  komt dat deel bij zoon Willem sone Marten Jans van de Ven. In 1675  is voor een deel Daniel Jan Deenen de eigenaar en Jan Joosten de gebruiker, die in 1686 wordt opgevolgd door Jan Gerits. Vanaf 1677  betaalt Meriken Hendrick Adriaen Goijaerts en later haar zoon Hendrick Joosten Molder cijns voor een deel van de Olijbankschen beemd. Later, op 9 november 1678,  wordt het ander leengoeddeel verheven door de kinderen van Willem Marten Vennen. Zoon Jan Willems van de Venne wordt de sterfman van het leengoed. Een jaar later, op 25 juli 1679, verheft Jan Willems van de Venne het leengoed, vanwege de erfdeling die plaatsgevonden heeft.  In 1685 worden de erfgenamen van Willem Marten Vennen als eigenaars genoemd van het goet genoemd de Olibanck. In 1685  wordt voor de andere helft Daniel Jan Deenen beschouwd als eigenaar, en zijn zoon Peter verheft het leengoed op 30 augustus 1686.  Dit deel van het leengoed wordt met huijs ende hof rond 1685 verkocht aan Hendrick Joosten, zoon van Meriken Hendrick Adriaen Goijaerts. Hij koopt onder andere het vierde part in den Olibancksen beemt, het leengoed van de hertog. Peter Daniels sterft en ten behoeve van de weduwe Mariken Janssen wordt door Jan Ariense de Jonge en Jan Adriaen Dircxe van de Ven het leengoed verheven op 16 december 1695  en overgegeven aan Joost, de minderjarige zoon van Hendrick Joosten Smolders. Het goed wordt beschreven als nu een aparte wooninge. Blijkbaar zijn op deze locatie nu dus twee woningen, eentje voor elke helft van het leengoed. Het leengoed wordt nogmaals in de akte opgenomen als: helft van den huijsken hofstadt met ’t water genaemt Den Arm. Blijkbaar is de extra woning bij de leenheer nog niet bekend.

Illustratie:  Begin twintigste eeuw, het hertogelijk leengoed Oliebankse beemd is als ondergelopen beemd goed zichtbaar. 

 Ger van den Oetelaar

 

Toponiem verklaard

Schietberg

In het eerste kwart van de twintigste eeuw werd ook in Liempde een “burgerwacht” opgericht: een groep bewapende burgers met als opdracht in tijden van onrust of nood de bevolking te beschermen. Voor hun schietoefeningen werd in een uithoek van de gemeente een talud opgeworpen, werden schietschijven geplaatst en andere noodzakelijke voorzieningen getroffen. Dit talud kreeg –evenals op vele andere plaatsen – de naam schietberg. De schietberg van Liempde heeft plaats gemaakt voor de huizen aan De Bleek en de A2. De foto dateert uit 1948.

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 336. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl.  

 

Boeken te koop

Voor € 1,00 kunt u de gelukkige eigenaar worden van één van de volgende boeken:

1. Wat rijmer op huwelijk, door Yvonne Kroonenberg 

2. Meneer als ik u zie heb ik zo'n zin in ruzie, door Yvonne Kroonenberg 

3. Een ster aan het stuur, door Yvonne Kroonenberg 

4. Was hij in de aanbieding, door Yvonne Kroonenberg 

5. De familieblues, door Yvonne Kroonenberg 

6. Misdaad en straf, door F. Dostojewski

7. Ziek van liefde, door Ian McEwan 

8. De lange weg, door B. Crew

9. De hemel boven Vietnam, door Duong Thu Huong

10. Klassieke muziek, door Phil Goulding 

Komen de kleinkinderen logeren, geen probleem we hebben een speciale aanbieding: 16 boeken van Wipneus en Pim voor: € 5,00. 

De boeken kunnen op woensdagmiddag tussen 14:00 en 16:00 uur tegen betaling worden opgehaald op de erfgoedkamer van het voormalige raadhuis van Liempde - zijingang Keefheuvel 1. We zien jullie graag en de koffie staat klaar.

Els Vissers 

 

De betekenis van het Duits Lijntje in het verleden en de toekomst

Onze voorzitter Harrie Raaimakers sprak er al over in zijn openingsrubriek 'Van de voorzitter" in dit juli-nummer van Kèk Efkes, waarbij hij ons Duits Lijntje 'Der Boxteler Bahn' noemde. En je zult het ongetwijfeld met me eens zijn. Der Boxteler Bahn klinkt vele mate beter dan Duits Lijntje.

In de laatste lezing, in een cyclus van drie, over deze spoorlijn van Boxtel naar Gogh en Wezel, afgelopen maandag in een vol bezoekerscentrum D'n Liempden Herd, sprak Dik Bol van Heemkunde Boxtel en ook lid van onze Erfgoedvereniging, dat hij al regelmatig te horen heeft gekregen dat de naam die wij gebruiken 'Duits Lijntje' geen recht doet aan de belangrijkheid van dit stuk spoor dat vanaf vandaag 150 jaar geleden deel uitmaakte van de verbinding tussen Londen, via Vlissingen naar Sint-Petrusburg in Rusland. In de lezing kwamen vervolgens enkele kiekjes tevoorschijn van Engelse vorstenhuizen en Russische Tsjaren die via ons 'Duits Lijntje' bij elkaar op bezoek gingen. Immers men was familie van elkaar. Op Station Boxtel werd dan overgestapt van het Staats Spoor op de lijn van de NBDS (Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij. 

In het archief van Kèk Liemt bevindt zich een kaart met als sub-titel: "Los en Laadplaatsen voor Wagonladingen' - schaal 1:800.00 Toestand 1959. Een uitsnede van deze kaart is als foto bijgevoegd. 

Helaas is er van deze, eens zo roemrijke spoorlijn, bar weinig meer over. Na Schijndel resteert er nauwelijks meer wat van, al zijn in Veghel wel enlkele belangrijke elementen bewaard gebleven. Vandaag 15 juli wordt er op deze verjaardag daarom een open dag aan de lijn besteed. Tussen 11:00 en 16:00 uur zijn bezoekers welkom op het Spoorpark aan de Parallerlweg-Zuid in Veghel. Daar is het nog enige resterende rangeer- en opstelterrein van het Duits Lijntje te vinden. In een oude, bruine, authentieke goederenwagon is een tentoonstelling ingericht over de bedrijvigheid op de spoorlijn tussen Boxtel en Gennep; zijn er lezingen en is er, bij voldoende belangstelling, om 12:00 en 14:00 uur een wandeling over het Spoorpark onder leiding van een gids. Daarnaast wil de Spoorgroep verhalen verzamelen over het Duits Lijntje om vast te leggen voor het nageslacht. Verhalen kun je delen via spoorgroep@simei.nl Meer weten over de lijn bezoek dan ook http://duitslijntje.info 

Zoals gezegd. Binnen het Boxtelse besteeedde Heemkunde Boxtel onlangs een drietal lezingen aan deze beroemde spoorlijn. En... er leven plannen om belangrijke elementen op het baanvak Boxtel -Liempde te bestempelen als waardevol. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de knip (lees aftakking) van de spoorlijn Den Bosch-Eindhoven naar Liempde en de ijzeren spoorbrug over de Dommel op Kasteren. Het gedeelte op het grondgebied van Boxtel waar de lijn, al dan niet overwoekerd door bramenstruiken, is inmiddels sinds enkele jaren voor € 1,00 eigendom geworden van de gemeente Boxtel, zoals het tracée onder Olland/Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel eigendom is van de gemeente Meierijstad.

Voor de gemeente Boxtel ligt er in de nabije toekomst een belangrijke uitdaging om tastbare herinneringen aan de eens zo beroemde lijn, voor het nageslacht te bewaren. De werkgroep Duits Lijntje van Heemkunde Boxtel heeft suggesties, maar uiteindelijk ligt de bal/de wil bij de gemeente om een historisch belangrijk stuk erfgoed voor de toekomst te bewaren. Anders gezegd "gemeente Boxtel: let op uw saeck", het is nog niet te laat. 

Arnold van den Broek 

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl