Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - jaargang 4 nummer 21 - 15 december 2022

Van het bestuur

Afscheid Els Vissers als voorzitter EVKL

Sinds de oprichting van onze Erfgoedvereniging Kèk Liemt (EVKL) op 18 december 2018 is Els Vissers voorzitter geweest van onze vereniging. In eerste instantie alleen gedurende de tijd van de opstartfase van onze vereniging, wat ongeveer 2 jaar zou zijn. Door Corona is dit echter langer geworden, in totaal 4 jaar. Els heeft zich allesbehalve gedragen als een interim-voorzitter, maar is er gedurende haar zittingsperiode vol tegenaan gegaan. Ze pakte veel zaken op en gaf op een deskundige manier leiding aan het geheel.

Tijdens de afgelopen Algemene (najaars)Ledenvergadering op 14 november j.l. is Els afgetreden als voorzitter van EVKL. Dit betekent echter niet dat Els niet meer actief is voor onze vereniging, integendeel. Ze blijft zich inzetten voor het Liempdse Erfgoed dat wij koesteren, onder andere door het mee helpen bij activiteiten, het beheer van de Beeldbank Liempde, het bemensen van de Erfgoedkamer in het voormalig raadhuis van Liempde en als mede-redactielid van deze Nieuwsbrief 'Kèk Efkes.' Daarnaast moeten we haar bijdrage bij het uitgegeven van boeken en nog uit te geven boeken niet onderschatten.

Het bestuur van Erfgoedvereniging Kèk Liemt is Els enorm dankbaar voor het verrichte werk als voorzitter en natuurlijk voor al het andere werk dat ze deed en nog steeds doet in het belang van onze vereniging. 

Omdat we thans zonder voorzitter zitten zetten we als bestuur onze zoektocht voort op zoek naar een nieuwe voorzitter voor EVKL.

Wilbert Steenbakkers,                                                                                                                penningmeester

 

Actueel

Komende zondag 18 december a.s. FIETSTOCHT langs de bevrijdingsroute van Liempde.

Onze gidsen Arnold van den Broek en Harrie Raaimakers nodigen u uit om komende zondag mee te fietsen langs de bevrijdingsroute van Liempde tijdens WO II. Vorig jaar in oktober was de deelname een groot succes wat riep om een herhaling. Hoewel de temperatuur aan de lage kant is, proef je zondag wel de ontberingen die soldaten in de winterperiode ook ervaren en daarvoor hoeven we helaas in deze tijd niet terug te kijken naar het Ardennenoffensief. 

Vertrek om 10:00 uur vanaf bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd, met na afloop een kopje koffie of thee. Leden van onze vereniging betalen zondag € 2,50 in plaats van € 5,00. Wel op vertoon van uw lidmaatschapskaart. Ga je mee? 

Cursus over Liempde en het Liempdse.

Het is al weer ruim 20 jaar geleden dat Kèk Liemt een cursus over Liempde heeft verzorgd met gastsprekers. In enkele avonden en 2 excursies namen zo'n 30 deelnemers kennis van ons Liempde.

Het bestuur heeft dit najaar besloten om in 2023 een nieuwe cursus te starten, met wederom aansprekende gastsprekers en 2 excursies in het veld. Tussen Kerst en Nieuw komt hier publiciteit over in de diverse bladen. Leden van Erfgoedvereniging Kèk Liemt krijgen voorrang bij inschrijving. Wil je meedoen? Let dan op de persoonlijke mail die jullie morgen (vrijdag 16 december) in de mailbox krjgen. De deelname is beperkt tot 25 deelnemers en de kosten zijn € 65,00 inclusief een kopje koffie of thee en een cursusmap. Wil ook jij meer weten over ons gave dorp. Schrijf je dan snel in zodra de mail hierover in je mailbox verschijnt.

 

Zeldzame complete voorpootstrook Ooiendonk

Inleiding
In de Liempdse Scheeken ligt een prachtig (eiken-)bos Bos Ooijendonk, enkele hectaren groot, eigendom van Frans van Boeckel en bekend van het kruis van Adrianus Kuppens (+5 aug. 1947) die daar door een noodlottig ongeval het leven liet. Het ligt momenteel binnen het edelhertenraster. Het is een van de laatste stukken grond in Het Groene Woud waar nog een zeldzame complete middeleeuwse voorpootstrook intact aanwezig is. In liempde zijn wel vaker nog de voorpootrechten op de wegberm aanwezig maar de middeleeuwse voorpootstroken zijn bijna overal verdwenen.

Gemeijnt aan de Liempdenaren
De Brabantse hertog schenkt in 1326 aan de bewoners van Liempde een gemeijnt (grond voor gemeenschappelijk gebruik) van 68 bunder dat eerder door de hertog in leen uitgegeven was aan Jacobus Johannes Van Woluwe. Dit betreft De Scheeken, waaronder gemeijnt Ooijendonk.

De bewoners van het Liempdse Vrilkhoven met enige bewoners van Best, gebruikten deze gemeijnt Ooijendonk.

Voorpootrecht
In 1468 krijgen de inwoners van Liempde van hertog Karel de Stoute het pootrecht rond de gemeijnt toegewezen. Ze mogen “elc van hen alom op huere gemeynten ende van denselve houte tegen synre erve souden mogen plannten alrehande manieren van houte, eycken ende andere, veertig voeten verre in derselver gemeynten ende van denselven houte tot sijnen gelieften te gebruyckende” bomen planten. Uit dit voorpootrecht ontstaan op deze wijze de zogenaamde voorpootstroken. In latere tijden zouden deze voorpootstroken verkocht worden. De op de kaart van 1832 aanwezige voorpootstroken geven een indicatie van de grootte van de gemeijnt ten tijde van het verlenen van het pootrecht (in De Scheeken in 1468.) Dit geldt ook voor de gemeijnt Ooijendonk.

Huidige situatie Het Bos Ooijendonk ligt in 2022 in de voormalige gemeijnt Ooijendonk, waarbij de voorpootstrook in de lengterichting ligt aan de oostzijde van het bos, op de rand van de gemeijnt en het particulier eigendom. Het bos is met uitzondering van de voorpootstrook helemaal gerabatteerd. Op de foto zijn de rabatten en de voorpootstrook (loopt van zuid naar noord) te zien, aan de linkerzijde van Bos Ooijendonk ligt de (ook hoger gelegen) Ooiendonksestraat.
De zeldzame voorpootstrook is nog compleet (bevat de gehele lengte van het bos) en gaaf aanwezig. De foto dateert uit 2017.

Ger van den Oetelaar

 

Uit de oude doos

1739-1740; schoolmeester Mathijs van Heynsbergen.

In de tijd dat de Noordelijke Nederlanden hier aan de macht waren (Protestanten) was er in Liempde ook een protestantse schoolmeester. Deze moest (verplicht) ter kerke gaan. De dominee van Schijndel bediende ook de kerk te Liempde (de voormalige Sint Janskapel.) Deze predikte echter maar ongeveer 8 keer per jaar in de kerk te Liempde. Reden: er was in Liempde maar 1 Protestants gezin, dat van de schoolmeester, dat de dienst bezocht.

De schoolmeester is door de heren gecommitteerden, die langs zijn geweest, gelast naarstig naar Schijndel, zijnde de hoofdplaats in combinatie met Liempde, daar naar de kerk te gaan als er in Liempde niet gepredikt werd. Hiertegen maakte hij bezwaar, omdat het 2 uur gaans is van Liempde en zeker in de winter de wegen onbegaanbaar zijn. Hij zou dan met zijn gezin te voet naar Schijndel moeten. Hij dient een verzoek in om in Boxtel, waar een predikant is aangesteld en waar elke week wordt gepredikt, de dienst te mogen bezoeken. Hij krijgt hiervoor, net als zijn voorganger, permissie. De dominee van Schijndel en Liempde zal voortijdig aan moeten geven wanneer hij in Liempde komt prediken, zodat de schoolmeester en zijn gezin niet in het onzekere verkeren en naar Boxtel zouden gaan, als de predikant naar Liempde komt. Een extract van deze beslissing wordt gezonden aan het bestuur van Kempen en Peelland en aan rentmeester De Back, (controleur op uitvoering) gedateerd maandag 9 mei 1740.

Meester Van Heyningen was in Liempde niet zo’n geliefd figuur, daarover volgende keer meer. Het hele protestantse gebeuren (bestuur en kerk) was in Brabant in 1648 niet zo geliefd, getuige het volgende verhaal:

Bij de Raad van State komt op 14 augustus 1649 een brief binnen van een particulier uit Geldrop, waarin hij een verklaring aflegt over verschillende paapse insolventies, door katholieken gepleegde misdaden en ongeregeldheden.

In Geldrop zijn onlangs bij een persoon waar de predikant logeerde (katholieke diensten waren verboden) de bijen doodgemaakt en al zijn zaad (boekweit, kool en graan) is in brand gestoken. Ook is de hop van Jan Wychman (beiden zijn ouderlingen) afgesneden, maar het ergste is dat een man is omgebracht omdat hij geestelijke tienden kwam invorderen. De tienden kwamen voordien ten goede aan de katholieke kerk. Dit schrijven is doorgestuurd naar de hoogschout van ’s-Hertogenbosch, tevens schout van Kempenland, alhoewel men veronderstelde dat hij hier al wel van op de hoogte was. Men verzocht hem behoorlijke informatie over beide voorvallen in te winnen en te procederen tegen deze kwaaddoeners.

Jan van de Sande

 

Beeldbank vraag

Deze foto hebben we gekregen van Maria Joosten-van der Velden. Maria weet wie het zijn. Wie kan helpen? 

Reacties graag via info@kekliemt.nl 

Bij voorbaat dank.

Els Vissers

 

Archeokout 17

Hoe kan dat? Hoe konden de Yamnaya binnen enkele eeuwen de overheersende menselijke bevolking in Europa worden rond 4800 jaar geleden. En niet zomaar overheersend, in midden-Europa vertegenwoordigden ze een slordige 70% van de populatie en in Engeland zelfs 90%. Ja, ze waren snel, groot en sterk, maar ze lijken nauwlijks te zijn tegengehouden. En waarom niet, of waarom zien we dat niet? De ontdekking van de meest waarschijnlijke oplossing van dit probleem is nog geen vijf jaar oud. De ancient DNA technieken leerden ons al veel over de afkomst van mensen door de millennia heen, maar zijn ook toepasbaar op andere DNA-dragers, zoals bijvoorbeeld dieren en ziektekiemen. En dat leidde tot nuttige informatie.

De Yamnaya waren snelle nomaden die paarden hadden gedomesticeerd. Ze vertrokken met hun Aziatische paarden uit the pontische steppe op weg naar het westen. Al snel, binnen enkele eeuwen veranderden ze van rijdier en kozen voor het Europese wilde paard, maar waarom? Grappig tussendoortje: het Przewalskipaard, dat iedereen wel kent van het nationale dictee, werd lang beschouwd als een Europees wild paard. Daarom zijn er in de zestiger jaren grote fokprogramma's opgezet om het Przewalski paard te redden. Na recente bestudering van het DNA blijkt dat het Przewalski paard een verwilderd Aziatisch paard is. Het echte Europese wilde paard is helaas de vorige eeuw uitgestorven en bestaat alleen nog in de vorm van een doorgefokt rijpaard. Kortom, de vraag is waarom  de Yamnaya hun zo geliefde tamme Przewalski paarden ingeruild hebben voor Europese wilde paarden, die ze eerst nog moesten domesticeren? De eenvoudige verovering van geheel Europa en de paardenwissel hebben (waarschijnlijk) een gemeenschappelijke reden: de pest. Via DNA onderzoek is ook de geschiedenis van de pest verhelderd.

We kennen allemaal een paar grote uitbraken van de pest, zoals die in de zesde eeuw, de Pest van Justinianus in Constantinopel met miljoenen doden, maar die pest heerste door heel Europa heen en werd door de grote volksverhuizing flink verspreid. En natuurlijk weten we van de grote pestepidemie van de veertiende eeuw die we danken aan een strijdmethode van de mongolen op de Krim (ze gooiden besmette lijken over de stadsmuur). Die veertiende eeuwse epidemie koste ongeveer een derde tot de helft van de Europeanen het leven, tientallen miljoenen dus. Als iemand de pest overleefde (ongeveer de helft) dan was die ook voor zijn leven immuun, maar dat betekende dan weer dat er iedere generatie weer een nieuwe pestuitbraak was. Er zijn in de historische tijd zo'n zeven duizend uitbraken bekend, allen van de builenpest die wordt overgedragen door vlooien van de zwarte rat.

De pest wordt veroorzaakt door een bacterie, de Yersinia pestis. Die bacterie werd aanmerkelijk effectiever toen het zo muteerde dat het een laagje aanbracht in de maag van een besmette vlo van de zwarte rat. De vlo kon het bloed niet meer verwerken en gaf het gedronken bloed weer terug aan de donor, die daarmee de pestbacterie opliep. Omdat de vlo dus niet kon eten ging hij wel honderd keer zovaak prikken, bloedzuigen en weer uitkotsen, met een enorme toename van met pest geinfecteerden tot gevolg. Door toegenomen hygiene, antibiotica en de verdrijving van de zwarte rat door de bruine rat is de pest in Europa uitgestorven, maar in Azië en Amerika bestaat de bacterie nog en in 2007 was er zelfs een uitbraak bij mensen op Madagaskar. Recent DNA onderzoek bevestigde dat de genoemde pestepidemieën te wijten waren aan de gemuteerde pestbacterie en legde ook de geschiedenis van die bacterie bloot.

De bacterie onstond ongeveer 30.000 jaar geleden en had dicht op elkaar levende organismen nodig voor haar verspreiding, zoals vleermuizen. Pas toen mensen grote populaties vormden en samenleefden met zwarte ratten, werden die interessant voor de bacterie, en muteerde ze met desastreuze gevolgen voor de zwarterattenvlo en de mens. Zo hebben we de builenpest gekregen als een zo\"onose. Het oudst bekende voorkomen van de pest bij mensen is van ongeveer 4900 jaar terug. Inderdaad, uit het Yamna gebied, en de ziekteverwekker bestond toen al enkele eeuwen. Dat was nog geen builenpest, maar een vorm die via de longen, via de lucht werd overgedragen van mens tot mens en dodelijk was in twee dagen. De bacterie had nog niet de mutatie die de vlo kon misbruiken en ratten en mensen leefden nog niet zo geconcentreerd samen.  Deze variant blijkt in Europa alom tegenwoordig in skeletten uit de periode van 4800 tot 3800 jaar geleden. Door eerder contact van Oost-Europeanen met de Yamnaya is de pest Europa binnengekomen of de Yamnaya hebben het meegenomen en waren zelf door hun eerdere blootstelling aan de bacterie minder vatbaar. De toenmalige Europese bevolking die voornamelijk bestond uit afstammelingen van de Anatolische boeren en jager-verzamelaars waren zeer bevattelijk voor de pest-bacterie. Dat gold niet voor de Europese wilde paarden, die waren min of meer immuun en dat wisten de Yamnaya blijkbaar snel.

De vermoedelijke reden dat de Yamnaya zo weinig tegenstand ondervonden is dus de pest. De archeologie heeft weinig Europese artefacten en graven gevonden uit de periode van de Yamnaya verovering van Europa. Dat wijst op een verminderde bevolkingsdichtheid of op een beperkt begrafenis ritueel (massaal verbranden of in de open lucht achterlaten van pest slachtoffers). Door de pest hebben de Yamnaya dus een leeg Europa aangetroffen (of de leegte veroorzaakt), konden ze er eenvoudig bezit van nemen en is hun Indo-Europese taal overal gevestigd. Dat komt er nu van als je het als Europeaan zonder Ab Osterhaus moet doen tijdens een epidemie.

 

1936: Slagers in conflict met de gemeente

Iin 1936 waren er twee slagers in Liempde namelijk Arnoldus van den Oetelaar (*1905; op 21 januari 1951 naar Australië geemigreerd) en slager Wilhelmus Kelders (*1880 +1961.) In 1936 maakten zij dikwijls hun beklag bij het gemeentebestuur van Liempde omdat vele boeren hun beconcurreerden met "uithallen" (detailhandel.) De boeren krijgen daarvoor vrijstelling van de gemeente. Volgens de gemeente wordt dit alles overdreven en de conclusie is dat het belang van de twee slagers moet wijken voor het algemeen gemeentebelang.

Foto van het varken op de leer achter Barrierweg 4 (thans het erf van bezoekerscentrum D'n Liempdsen Herd) is gemaakt als reclameuiting van de Liempdse Boeremèrt waar, toen het nog mocht, een half varker op de leer werd verloot. Dat varken stond tijdens de mèrt in de kiosk. 

 

Toponiem verklaard

Brandkuil

Een brandkuil is een kuil waar permanent water in staat, -meestal speciaal gegraven als waterreservoir- voor bluswerk bij brand. Op het genoemde perceel lag een brandkuil. Gezien de ligging bij de Blauwhoef en ter hoogte van nog enige boerderijen was een brandkuil daar géén overbodige luxe. Eind 19e eeuw is deze kuil gedempt, na aankoop door de heer Mahie (bewoner van kasteel Stapelen.)

Affaire: ‘De Brandkuil aan de Blaauwhoef’. 5 april 1851 De Burgemeester brengt ter tafel een missive van GS van 21 maart 1851, ter fina van berigt en consideratie, inzake een Request ingediend door J.H. Mahie, koopman te ’s-Bosch, van 17 maart 1851. J.H. Mahie zou herhaaldelijk aan het gemeentebestuur van Liempde gevraagd hebben, dat aan hem een klein perceel grond, kadastraal ongenummerd en groot ongeveer drie roeden, genaamd de Brandkuil gelegen aan zijne Hoeve aldaar en digt aan den straatweg gelegen, tegen billijke betaling mogt worden afgestaan, hetwelk hem steeds is geweigerd gebleven. Hij roept bemiddeling van GS tot het verkrijgen van zijn doel. Het betreffende perceel zou voor de gemeente van geen nut zijn en niets opbrengen. Hetzelve ligt met kuilen en gaten tot ontsiering van den publieken weg.

1)Verfraaying door eene regelmatige bepooting;

2)Arbeidsverschaffing aan de werkende klasse en de gemeente kan er niets anders dan winst bij hebben.

De Raad overweegt dat een dergelijk verzoek hen nimmer heeft bereikt en mitsdien ook niet geweigerd kan zijn. Het niet sierlijk zijn is voornamelijk het werk van den pachter, Jan Hoevenaars, die het gedeeltelijk gebruikt tot het plaatsen van hout en mest en het maken van mestkuilen. De gemeente is niet ongenegen dit perceel te verkopen tegen eene billijke waarde en ter verfraaying van den publieken weg in eigendom te kunnen bepooten. De raad vraagt: - als verkoopprijs- fl. 25,00, exclusief kosten commissie, overschrijving, etc.; indien requestrant hiermee accoord gaat tevens autorisatie te vragen aan Gedeputeerde Staten.

Raad 10 mei 1851. Inzake het rekwest van J.H. Mahie zal een kommissie uit hun midden worden benoemd bestaande uit de raadsleden Laurens van den Biggelaar en Johannes Bax.

Op 30 mei 1851 besluit de Raad het perceel, genaamd de Brandkuil aan de Blaauwhoef, voor fl. 25,00, exclusief alle bijkomende kosten voor rekening koper, over te dragen aan J.H. Mahie, koopman te ’s-Hertogenbosch.

Gedeputeerde Staten verlenen approbatie bij besluit van 8 juli 1851.

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 222. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl. 

 

 

 

Adriaan van Boeckel (*1860 +1909)

Adriaan van Boeckel, de grootvader van Laura, Frans, Ruud en Vic van Boeckel krijgt, samen met Gerardins Hubar (*1864 +1915) 10 kinderen, waarvan er maar twee later ook weer kinderen krijgen. De vrijgezellen-Van-Boeckels worden besproken in het Vrijgezellen-families-boek (werktitel) waarmee Erfgoedvereniging Kèk Liemt op dit momnet bezig is en dat in ons julileumjaar 2024 uitkomt. (Kèk Liemt bestaat dan 50 jaar.) 

Adriaan is een bezig type en handelt onder andere in wijn en paarden en zou ook aan Gend & Loos geleverd hebben. Het Velderse toponiem Manege duidt er mogelijk nog op dat er paarden van Adriaan op Velder liepen. Voor wat betreft de wijn werkt hij soms samen met zijn neef Jacques Pernot (*1833 +1911), wijnhandelaar in Den Bosch. Ze leveren samen wijn aan klanten. In tegenstelling tot zijn vader komt Adriaan nooit in de correspondentie voor als wijnhandelaar. Adriaan en zijn vrouw kopen, meestal via de firma F. van Lanschot uit ’s-Hertogenbosch, verder een breed scala aan waardepapieren, effecten, obligaties zowel binnenlandse als buitenlandse (onder andere Brazilië,  Portugal, Spanje, Rusland, Oostenrijk.) In 1886 bezoekt hij de Landbouwtentoonstelling in Stratum waar veel paarden tentoongesteld worden. Mogelijk dat deze tentoonstelling hem inspireert tot een vergelijkbare Boxtelse tentoonstelling enkele jaren later.

Adriaan en zijn gezin zijn op vele fronten maatschappelijk actief. Hij is bestuurlijk betrokken en bezoekt in zijn woonplaats Oirschot in 1888 het Vasten-Concert van Harmonie Arti et Amicitae. Adriaan is mede-organisator van de Landbouwtentoonstelling in Boxtel. Deze wordt georganiseerd door de afdeling Boxtel van de Noordbrabantsche Maatschappij van Landbouw (de afdeling is opgericht in 1884) van 2 tot 5 september 1888. Adriaan, samen met wijnhandelaar en neef Jacques Pernot, regelt onder andere de wijn voor die tentoonstelling via leverancier HCR De Harmonie uit Maarssen. Adrianus van Boeckel spreekt (tussen 1885 en 1890?), als bestuurder, de jubilarissen toe tijdens het 40-jarig bestaan van muziekgezelschap Amicitia. Ook is Adriaan van 1888 tot 1909 beschermheer van Fanfare Concordia uit Liempde. Eerder was hij hiervan van 1881 tot 1888 president. Hij is tevens beschermheer van het Liempdse gezelschap La Récréation. Vanaf 23 maart 1895 is Adriaan van Boeckel raadslid en 3 weken later op 16 april krijgt hij een serenade van Fanfare Concordia op Velder.

Ger van den Oetelaar

 

Uit de school geklapt

Vanaf 1 augustus 1972 werd het op school in Liempde allemaal anders. De R.K. meisjesschool en de R.K.  jongensschool hielden op te bestaan en er ontstond een Gemengde Basisschool: Sint Jan's Onthoofding. Er waren 13 klassen, maar nog niet alles was gemengd. Om te “wennen” werd leerjaar 1 t/m/ 3 gemengd, maar de klassen 4 t/m 6 bleven nog meisjes- of jongensklassen.

Gymnastiek werd verzorgd door de eigen leerkracht, maar voor het vak handvaardigheid was een vakleerkracht aanwezig: de enige non (Zuster van Liefde) tussen allemaal seculiere: zuster Bernardus.

Deze zuster gaf handvaardigheid. De eigen leerkracht ging met de klas naar het handvaardigheidlokaal en ondersteunde de zuster, voornamelijk met het houden van de orde. De eerste jaren maakten we mee dat breien op het rooster stond; ook de jongens. In september begon de hele klas met het breien van een handschoen tegen de kou. Tussentijds werden er ook andere handvaardigheidwerken gemaakt. Zo rond mei was de handschoen af. In het begin van het nieuwe jaar werd dit herhaald, zodat de leerlingen na 2 jaar 2 handschoenen hadden; Leuk zult u zeggen, maar in die 2 jaar waren de handen van de kinderen gegroeid, zodat de handschoenen te klein waren. Niks voor niks: ze hadden breien geleerd.

Of ze dit later nog ooit gedaan hebben, weet ik niet, maar er werd op school wel meer geleerd wat ze later, denk ik, niet meer nodig hadden.

Een geïnteresseerd leerkracht, die nooit breien heeft geleerd.

Wim van Erp

Fotonr. evkl014370, deze zusjes hebben vast goed leren breien maar wie zijn het? Weet je antwoord op de vraag, laat het ons dan even weten via info@kekliemt.nl

 

Alle goeds voor 2023 en speur ze ook komend jaar

Aan de vooravond van Kerstmis 2022 en op de drempel van 2023 wenst het bestuur van onze Erfgoedvereniging u en de uwen vanzelfsprekend een Zalig Kerstfeest en vooral een gezond en gelukkig 2023.

Geniet in deze periode ook van de vernieuwde Kribkesroute die weer in volle gang is en mocht u een bijdrage willen leveren aan onze Nieuwsbrief. Stuur een stukje in en de redactie gaat ermee aan de slag. 

Apropos. We kregen van een van onze leden een reactie op een van de artikelen uit ons november-nummer 20 over de steentjes van de zusters (?) Zo schreef ons lid Betty van der Schoot dat in haar stamboom Arnoldus van der Staak voor komt die op 6-6-1858 in Liempde is geboren. Betty stuurde de geboorteakte mee (zie de enigszins bij uitvergroten wazige foto.) En laat nu op een van de twee steentjes-(kijk nog maar eens terug in het novembernummer- diezelfde datum staan. En zoals al gemeld met het geboorteteken *. Kortom zouden die steentjes een 'geboortesteentje zijn' en geen link hebben met de Zusters van Liefde die van 1888 tot 1985 in het Sint-Albertusklooster woonden. Wie het weet mag het zeggen. 

Arnold van den Broek,                                                                                                                        secretaris

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl