Bekijk deze nieuwsbrief in de browser
 
logo

Kèk Efkes - jaargang 4 nummer 20 - 15 november 2022

Van de ex-Voorzitter

Dit is de laatste opening van onze nieuwsbrief "Kèk Efkes' door mij als voorzitter. Gisterenavond tijdens de Algemene (najaars)Ledenvergadering heb ik afscheid genomen van mijn functie als voorzitter. Dit betekent niet dat ik helemaal uit beeld verdwijn. Een aantal werkzaamheden, zoals de Beeldbank Liempde en redactielid van onze Nieuwsbrief Kèk Efkes, blijf ik voortzetten.

Ook op woensdagmiddag van 14:00 tot 16:00 uur kun je mij om de week terugvinden op de Erfgoedkamer op de 2e verdieping van het voormalig Liempdse Raadhuis. Daar probeer ik boeken die we krijgen en niet passen in de onze eigen collectie aan de man te brengen. Voor €1,00 per boek proberen we geld te genereren voor de festiviteiten in 2024 wanneer Kèk Liemt 50 jaar bestaat. Kom eens kijken misschien zit er iets voor je bij, de koffie staat klaar. Het gaat jullie goed en tot ziens.

Els Vissers

 

Actueel

Zondag 20 november - wandeling: 'Rundje Tûrp' door Jan van de Sande. Vertrek 10:00 uur vanaf D'n Liempdsen Herd. Kosten € 5,00.

Maandag 28 november - lezing: 'Het verhaal achter Liempdse straatnaamgeving' door Arnold van den Broek. Aanvang 19:30 uur in D'n Liempdsen Herd, zaal open vanaf 19:00 uur. Toegang gratis.

Elke woensdagmiddag van 14:00 tot 16:00 uur op de Erfgoedkamer: Boeken te koop. De opbrengst komt ten goede aan 50 jaar Kèk Liemt, dat we in 2024 vieren. Je kunt ook via info@kekliemt.nl een afspraak maken. 

Algemene (najaars)Ledenvergadering 14 november 2022In deze vergadering, je las het in de aanhef van onze (ex)voorzitter, namen we afscheid van Els. Bij haar aantreden had ze al aangekondigd de opstart van de Erfgoedvereniging voor maximaal 2 jaar voor haar rekening te nemen en daarna het stokje over te dragen. Door Corona werden het bijna 4 jaren waarin Els onze vereniging vertegenwoordigde. Namens het bestuur danken we Els voor haar inzet en zijn we ontzettend blij dat ze haar werkzaamheden waar haar passie ligt blijft voortzetten.

Tijdens de bestuursverkiezing werden onze leden Hanneke van der Eerden en Harrie Raaimakers gekozen tot bestuurslid. Intern gaan we in de eerst volgende bestuursvergadering de taken verdelen, waarbij we ook nog uitzien naar een opvolger voor Els die de functie van voorzitter op zich wil nemen. Uiteraard vindt die verkiezing plaats tijdens een Algemene Ledenvergadering. In de tussentijds vullen we de vacature van voorzitter waarnemend in.

In de vergadering werd verder de begroting 2023 door penningmeester Wilbert Steenbakkers toegelicht en vervolgens door de vergadering goedgekeurd, zodat we ook in 2023 door kunnen met onze activiteiten. Intern controleert het bestuur 3 maandelijks de boekhouding van de penningmeester. Dit in lijn met de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen, kortweg WBTR. 

Ko Kramer werd, na 2 jaar, bedankt als lid van de kascommissie. Kees Sleutjens blijft nog 1 jaar lid. Als nieuw lid werd Johan Verspay gekozen met als reservelid Jaap van der Woude. 

Qua activiteiten belooft 2023 een mooi jaar te worden. Zo starten we met een cursus 'Liempdelogie', plannen we 5 lezingen en ook weer een zomeravondactiviteit.

Vanuit de leden denken Johan Verspay, Rein Weis en Jaap van der Woude met het bestuur mee over eigentijdse activiteiten in het kader van 50 jaar Kèk Liemt (2024.) Wil je ook meedenken over een attractief programma geef je dan op via info@kekliemt.nl  

Na de pauze leidde ons lid en archeoloog Johan Verspay de impressiefilm van het CARE-weekend Liempde in dat in oktober van 2021 werd gehouden (zie foto.) 

Tot slot. Van de 70 leden bezochten 22 leden de vergadering en waren 8 leden verhinderd. Zij meldden zich af voor de vergadering. 

Arnold van den Broek                                                                                                                  secretaris Erfgoedvereniging Kèk Liemt

 

Steentjes van de Liempdse zusters?

Op Allerzielen zijn we in het bezit gekomen van 2 unieke steentjes die mogelijk hebben toebehoord aan overleden zusters van Liefde die in het Sint-Albertusklooster woonden. De steentjes tonen het symbool van geboorte (*) respectievelijk 6 juni 1858 en 3 mei 1873. Het Liempdse klooster van Sint-Albertus -Albertus was de voornaam van boiuwpastoor Albertus Raaijmakers- werd in 1888 in gebruik genomen. Kortom de steentjes kunnen toegehoren aan zusters die in Liempde gewoond en gewerkt hebben. Vooral in het onderwijs en de zorg.

Oud inwoner van Liempde Jos Schrooijen heeft beide steentjes gered uit de half verharding puin uit de Vleesbroekstraat, waar Jos ten tijde toen hij in Liempde woonde, schapen op een weitje had lopen.

Het puin zou afkomstig zijn van de sloop/verbouw van het Sint-Albertusklooster nadat de zusters waren vertrokken uit Liempde (1985) en het toenmalige kerkbestuur het had verkocht aan de gemeente Liempde die er appartementen voor senioren van maakte. Toen hij wat 'vreemds' zag tussen de halfverharding van de natte zandweg, wekte dat zijn nieuwsgierigheid. Tot zijn verbazing zag hij een sterretje op de steentjes en twee data. Vermoedelijk dus geboortesteentjes van...

We onderzoeken thans de historie achter deze steentjes omdat het tot nu toe onbekend was dat zulke steentjes zonder naam in Liempde gebruikt werden; immers de zusters die overleden zijn in het klooster zijn op het R.K. Kerkhof van de Sint Jans Onthoofdingkerk begraven met naam op een gezamenlijke graf steen. Van bijgaande geboortesteentjes hebben we in de archieven tot nu toe niets kunnen vinden. 

Wie mogelijk een oplossing voor het mysterie van de steentjes heeft? We horen het graag van je via info@kekliemt.nl 

We danken Jos dat hij aan Kèk Liemt heeft gedacht en dat de steentjes bewaard zijn gebleven. 

Arnold van den Broek

 

IJzererts in Liempde

IJzeroer (zie foto) is een soort ijzererts dat bestaat uit grotere, verharde ijzeroxide-ijzerhydroxide-concreties die al vele eeuwen geleden van dicht onder het maaiveld werden gedolven als grondstof voor de ijzerproductie. IJzer dat - in opgeloste toestand- in de bodem wordt verplaatst door grondwater, kan in de vorm van roestvlekken zichtbaar zijn. Groeien deze vlekken uit tot grotere, verharde ijzer(hydr)oxideconcreties, dan spreekt men van ijzeroer. Dit proces vindt met name plaats in beekdalgronden, tussen dekzandruggen, o.a. in De Scheeken. Wanneer bovenstaand proces steeds op ongeveer dezelfde diepte doorgaat, kunnen zogenaamde oerbanken ontstaan, decimeters dikke samenhangende 'platen'.


Zo nam, in 1864, de eigenaar van Sterksel, Johannes Franciscus Pompen, het initiatief om mogelijk ijzer te winnen in De Scheeken. Hij nam eerder eenzelfde initiatief in Overijssel. Het resultaat van het initiatief is niet bekend. Anno 2016 werd er nog ijzeroer in De Scheeken gewonnen en Jurjen van Dijk uit Liempde maakte er een mes van. 

Ger van den Oetelaar

 

Beeldbank vraag

evkl011910 Hometrainerwedstijd wie zijn de deelnemers? 

Weet je de namen? Geef het dan aub even door via info@kekliemt.nl. Bij voorbaat hartelijk dank.

Els Vissers

 

Archeokout 16

Niets zou meer hetzelfde zijn ...We schrijven zo ongeveer het jaar 2800 v. Chr. of 4800 jaar voor nu. Wij wel, wij schrijven, en wel in het Nederlands, een van de Europese talen die we rijk zijn. De mensen toen schreven niet en dat is reuze jammer. Wat is er gebeurd waardoor alles anders werd? We weten het eigenlijk allemaal niet zo zeker en we gokken er een eind op los. Hadden zij het opgeschreven dan had ons dat geweldig geholpen. Maar ... de techniek schrijdt voort en we krijgen toch een steeds beter globaal beeld, dat wel, maar echt precies weten doen we het niet.

Drie ontwikkelingen zorgen voor de toegenomen kennis over de prehistorie en over die van de grote omwenteling, die ik nu wil beschrijven in het bijzonder. Natuurlijk hebben we veel plezier van de archeologie en de materiaalstudie daaromheen, de ontsluiting van de vele gegevens en de verbeterde communicatie daarover. Ook is er de taalkunde die de veranderingen in de talen bestudeert en daaruit modellen construeert over de samenhang en de oorsprong van talen qua plaats en tijd. Nieuw is de invloed van het DNA onderzoek dat de evolutie van mens en dier scherp in beeld brengt door de afstammingenlijnen en afstammingsverschillen meetbaar te maken. En dat levert veel inzicht op, ook inzicht in de onjuistheden die ontsproten aan te creatieve breinen van archeologen.

Een van de vragen die regelmatig opduikt is  hoe het komt dat Europese talen zo sterk op elkaar lijken. Bijna alle Europese talen behoren tot de Indo-Germaanse taalgroep, waartoe verder ook o.a. het Sanskriet, het Nepalees en het Farsi. In de vorige eeuw was de leidende gedachte dat die homogeniteit in de Europese talen voortkwam uit de agrarische revolutie; de invloed van de Anatolische boeren, waarvan de heersende archeologische mode voorschreef dat die invloed louter cultureel was. De huidige inzichten zijn minder modieus en beter aangetoond en bewezen. De Anatolische boeren zijn weldegelijk naar alle uithoeken van Europa gemigreerd en hebben daar hun DNA achtergelaten en hun talen, dat was niet een culturele invloed, maar een lijfelijke overdracht met zeer weinig interactie en vermenging met de jager-verzamelaars.  Echter, dat is niet het DNA dat we nu hebben en dat zijn niet de talen die we nu spreken. Er is namelijk een nieuwere migratiegolf geweest die veel, zelfs bijna alles, van de boeren en jager-verzamelaars heeft verdrongen. Niets was meer hetzelfde daarna.

Op de Pontisch-Kaspische steppe, die loopt van de Zwarte Zee via de Kausasus tot in Kazachstan, vormde zich zo'n 6000 jaar geleden een herdersvolk, de Yamnaya's. Ze waren een soort versmelting van boeren uit Perzie en Siberische jager-verzamelaars. De steppen waren niet erg vruchtbaar maar wel onmetelijk uitgestrekte vlakke gebieden waarop de Yamnaya's hun kudden lieten grazen. Vanuit de Pontische steppe trokken ze naar het oosten zowel als het westen, en dat deden ze rap, geholpen door drie voordelen: wagens op wielen, paarden en veel melk. Omdat ze de paarden gedomesticeerd hadden tot rij- en trekdieren waren ze mobieler en konden ze grotere kudden dieren begeleiden. Die leverden meer melk en die konden ze ook drinken in tegenstelling tot de volkeren in de omgeving, die lactose-intolerant waren. Dat was dus extra voeding en de Yamnaya's waren derhalve een kop groter dan vele andere die ze tegenkwamen. Het gebruik van brons en wielen voor wagens gaf ze de mogelijkheid zich sneller nomadisch te verplaatsen en de tegenstand die ze ontmoetten waren ze snel de baas. De combinatie van de snelheid van het paardrijden en de kleine bogen zodat ze te paard toch nog konden schieten maakte ze schier onaantastbaar.

De Yamnaya's verspreidden zich naar het oosten naar Afganistan, Perzië tot voorbij India. In het westen kozen ze vooral de vlakke gebieden en trokken heel Noord-Europa door tot in Engeland en zakten vanzelf af naar het zuiden. Sardinie werd niet bereikt en delen van Spanje en Portugal nauwlijks, verder waren ze overal en vervingen ze binnen twee eeuwen de  Anatolische boeren in bijna geheel Europa. Van grote uitroeingen en slachtpartijen is echter geen bewijs gevonden, alsof ze een leeg Europa binnen trokken. Hoe kan dat? Bovendien blijkt uit het DNA dat de Yamnaya-overheersing vooral de mannelijke helft der Europeanen betrof. Van de jager-verzamelaars en de Anatolische boeren bleef nog wel wat vrouwelijk DNA over. Het is niet duidelijk of dat duidt op roof of op de aantrekkelijkheid van hun grotere gestalte.

Op hun tocht naar de Europese westkust lieten de Yamnaya's op de grote lege vlakten een spoor na van grafheuvels, koergans geheten, met hoogte varierend van twee tot twintig meter, die vooral in het oosten nogal wat bronzen strijdbijlen als grafgift bevatten. Het lijkt er op dat ze naast eerbetoon aan de doden ook een functie van wegwijzer vervulden. In de twee eeuwen die deze herders, deze nomaden zonder nederzettingen, nodig hadden om hier te geraken, verloren ze wel de vaardigheden die nodig waren voor bronsbewerking. Ze gingen dus niet alleen naar het westen, maar ook weer terug de steentijd in. Wat ze wel bereikten was de verspreiding van de Indo-Europese talen. Wellicht is het proto-Indo-Europees niet bij de Yamnaya's ontstaan maar iets eerder in Armenië of Perzië; de grote verspreiding staat echter wel op hun conto.

Helaas, zij konden niet schrijven en de volkeren die ze in hun trektocht overliepen ook niet. Dus moeten we nu hard puzzelen om de oorsprong van het Liempds te leren kennen via de taalkunde en de technieken om de taalwijzigingen om te zetten naar tijd- en plaatsinformatie, zodat we onze taalvoorvaderen leren kennen. Ik vrees dat  de TV-programma's 'Spoorloos' en 'DNA onbekend' ons niet gaan helpen, maar zeker is het dat we het Liempds oorspronkelijk aan de Yamnaya's te danken hebben.

Jaap van der Woude

 

Uit de school geklapt

Midden jaren ‘70 had ik een zesde klas met daarin 36 kinderen; jongens en meisjes. In alle 20 schooljaren, die ik in Liempde werkte, heb ik nooit een hekel gehad aan een leerling; of toch een beetje.

Ik had hem op de laatste rij geplaatst, naast een sterke grote jongen. Hij treiterde graag, waar ik niet zo van gediend was. (Er waren meerdere leerlingen die “om hem heen liepen”).

Ik was op de maandag al blij als hij ziek gemeld werd.

Op een bepaald moment had hij weer zo’n bui. Hij had een hekel aan het vak en begon met zijn pen op de tafel te tikken. Ik pakte zijn pen af. Toen begon hij met zijn potlood te tikken; ik pakte zijn potlood af. Toen begon hij met zijn liniaal te tikken, die ik ook afpakte. Daarna ging hij met zijn horloge op de bank aan het tikken. Die kon ik niet afpakken, want dat was zijn eigendom. Bovendien ging hij achterste voren in de klas zitten. Ik wist niet wat te doen tot zijn buurman mij hielp. Hij gaf hem onverwacht zo’n knalharde klap tegen zijn oren en zei daarbij dat hij op moest houden om mij te vervelen. De jongen schrok, zette zijn bank weer recht en deed gewoon mee.

Jaren later was ik in de tuin aan het werken. Er stopte een grote BMW en deze jongen stapte uit. Hij vroeg hoe het met mij ging en zei dat hij toch zo’n leuke tijd had gehad bij mij in de zesde klas.

Wim van Erp

foto evkl009424 is niet de persoon uit het verhaal maar een onbekende jongen. Wie kent zijn naam?

 

Toponiem verklaard

Hezelaar

Heze/Hes/Hees, het Germ. Haisjo, fr. Hasi: beukenbos, struikgewas. Laar: bosuitbating, een intensief gebruikt gebied (in het bos of aan het bos ontgonnen), waar men het vee hoedde, strooisel afstak, loof sneed, akkertjes aanlegde. “Hezelaar”: een gebied waar oorspronkelijk bos of struikgewas was, maar dat (alvroeg in de historie) uitgebaat en gecultiveerd werd. (Verklaring naar begroeiing met hazelaar(carpenus betulus) is ook denkbaar).

Uit: Liempdse contreien in naam door de eeuwen heen, door Frits Beelen 2002; pag. 275. Het boek is te koop voor € 10,00 in de Erfgoedkamer. Elke woensdagmiddag open van 14:00 tot 16:00 uur of op afspraak via info@kekliemt.nl. 

Foto evkl002198 Zicht op de Hezelaarse Akker met op de achtergrond een boerderij aan de Pastoor Dobbeleijnstraat.

 

 

Tolgeld betalen om vanuit Liempde naar Kasteren te komen

Watermolen Kasteren


De watermolen van Kasteren als onderdeel van het molencomplex was voor de helft een leengoed van de Hertog van Brabant. Het werd (al vóór 1312) in leen gegeven aan de Heer van Boxtel. Het leengoed bestond uit minstens twee watermolens met de daarbijhorende landschappelijke voorzieningen (molengang, sluis, weert, molenwiel, molendijk, molenbos, molenbrug, molenhek, Rond Dummelke).

Om van de molen gebruik te kunnen maken wordt de hoogliggende Molendijk aangelegd en via twee bruggen, de Sluisbrug en de Molenbrug, kan men bij de watermolen komen. Tot het geheel horen ook slagbomen en hekken. Zo is er een Molenhek aan het begin van de Molendijk (locatie Den Berg). Dit hek werd gebruikt om tolgeld te innen; de Molendijk is immers een particuliere weg die onderhouden wordt door de molenaar. In 1655 moest er voor elke kar een stuiver, met twee paarden twee stuivers, betaald worden.

Illustratie: Kasterense watermolen met links de oliemolen en rechts de graanmolen. In het midden de molengang die tussen beide molens doorloopt en de raderen aandrijft. Vòòr de brug zijn houten palen als een krooshek in de gracht geplaatst met als taak het tegenhouden van drijvend groot vuil en hout dat anders de raderen kan beschadigen. De Dommel zelf loopt links langs de molens, ongeveer waar links bomen zichtbaar zijn. Schilderij gemaakt door frater Odulphus, broer van molenaarsvrouw Ursula Merks (Beeldbank Boxtel)

Ger van den Oetelaar 

 

 

Meer toponiemen in Liempde. Deel 9.

Hieronder een negende gedeelte van de lijst van Wim Veekens betreffende extra Liempdse toponiemen (aanvulling op het boek van Frits Beelen):

 

SAVENDONKSE AKKER Agrum terre dictum den zavendonckschen acker, situm in parochia de bucstel, in tribunali de lyemde, ad locum dictum zavendonck, tendentem ad hereditatem conventus Carthesiensium prope Buscumducis,1482, BP R1251 f168;

SCHAAPSBEEMD Den Schaepsbeempt tot Lyempde, 1626, HAS 176; Hoort bij hoeve Bosscheynde.

SCHATSBRUG De Ronde Dreef vande Draeijboom tot aan Schatsbrug (Velder), 1789, D, R214 f215;­ Zie: Schatskuilbrug.

SCHATSKUILHeiveld bij Scatkuyl, 1417, D, BP R1190 F94; De gemeint Schatcuyl tussen Liempde en Oirschot gelegen, 1605, D, HST 75 p.13; Scheijding op den pael gen. Schatskuijl ‑ dan: pael Schie Eijck ‑ Vossekuijl ‑ Balsvoort, 1705, D, Oirschot Heerl.arch. nr.4;­ Grens Oirschot‑Boxtel. Op Velder (Liempde), op den buijtenwal beginnende aan de Schatskuijl, 1767, D, R212 f126;In ’t Blakke Del (Liempde) naast Heerbeek naest de Schatskuyl, 1786-92, R214 f281;

SCHATSKUILBRUG Wolfskuijl, Tetterpat, Schatskuijlbrug (bij Velder), 1787, D, R214 f26;­ Ca. 1787. Zie: Schatsbrug.

SCHEEK Liemde, (land) die scheeyck, 1429, BP R1200 f148; Lyemde, (wei) die scheeyck, 1476, BP R1245 f307v; Gelegen op de grens met St.-Oedenrode. Perceel teulland en hout onder Klijnder Liempde, edog de helft lasten betaalende tot Liempde, de helft in de Scheek of Beeke, 1794, E, 31r, ez: Christiaan Welvaarts, az: Willem van Exel c.s., ee: den Steenweg, ae: Johannes de Leijer c.s., R124 f219v;­ "Groot int geheel met de Korten acker ‑ zie aldaar‑ te zaamen" 2x 31r en 2x 7r = 1l 27r.

SCHEEKVELD, GROOT (Hooiland) het groot Scheekveld t.pl. de Scheeken, 1890, B 921, 65a, NA doosnr. 486 nr.151;

SCHELEBEEMD Groter Lyemde inden schelenbeempt in die moerkensboenre, 1478, BP R1247 f287;

SCHILDJE Lyemde, Casterle, (land) geh. dat Scildeken, 1403, A, BP R1183 f208v;­

SCHILDSTUKJE (Liempde), casteren, (tiend) dat schilt stucsken, 1389, BP R1178 f114v;

SCHOORAKKER Groet lyemde, die scoeracker, 1391, BP R1178 f180;

SCHOTENHEKKEN Perceel teulland gent. aan Schotenhekken gelegen onder Vrillikhoven, [tot] de gemeene Straat, 1754, 1l18½r, R146 f305;

SCHRAMMENAKKER Schrammenakker, 1892, E 674, 22a20ca, NA doosnr. 488;

SCHUTSTRAAT Heycamp gelegen onder Liemde t.pl. genpt. Casteren, genpt. de Bordelen, streckende vande Schudtstraet tot op erve Peter Rutten, 1631, A, ORAL 17 f32; den Baetencamp, Lyempde, inden gehuchte van Casteren t.pl. langhs de Schutsstraet, 1661, A, Santegoeds, 1981, p.108; de plantagie van het voorhooft vanden Baetencamp, Lyempde, inden gehuchte van Casteren t.pl. gen. inde Schutsstraet, 1661, A, ORAL 40 f38v;­camp hey ende houtvelt gen. die Bordelen onder de vrijheijt van Sint Oeden Rode omtrent de Schutstraet, 1662, A, Santegoeds, 1981, p.226; de hoeve weegt over den nieuwen dijck van de Teutelaer tot de Schutstraet, 1683, A, BP R1676 f224;­ De hoeve is ws. die van Pieter Lus, later De Slophoos (Kasteren). Batencamp op den hoek van de Schutstraat, 1723, A, BP R1715 f452;

SEPENBERG Twee percelen bouwland gent. Sepenberg, gelegen in den Hezelaarsche akker, 1865, B424-425, 48r30e, NA doosnr. 460 nr.69;

SINTEMANSLAND Perceel teelland onder Kasteren gen. Sintemansland, 1816, A, 2l NA 543 nr.74;

SINTENDONK (Uit een huis etc.  t.pl. geh.) op sintendonck (in het gerecht van Liempde), 1442, BP R1213 f56v;

SMA(A)LDER Lyemde in loco dicto smaellaer, 1396, BP R1180 f590;

SMA(A)LDER, ACHTERSTE Perceel teulland gent. agterste Smaalder, [tot] de Gemeene Straat, 1754, 1l23r, R146 f303;

SMA(A)LDER, VOORSTE Perceel teulland gent. Adriaan Dirk Smaalder off Voorste Smaalder gelegen onder den Berg, [tot] Jan Welvaart, 1754, 1l49r, R146 f303;

SMALWEERT [Beemd] in loco dicto int smaelweert, 1421, BP R1192 f141; Liemde, op smaelwaert, 1425, BP R1195 f175v

SMEDEAKKER [Liempde], Casteren, die smedeacker, 1355, BP R1800 f43; Vonnisboek der opwinningen. (Liempde), casteren, die smedeacker, 1389, BP R1178 f114v; Casteren, die smedeacker, 1390, BP R1178 f287v; in parochia de bucstel, in loco dicto casteren, pecia terre dicta smedeacker, 1402, A, BP R1183 f60v;­ (stukje land) geh. die smedeacker in Boxtel t.pl. geh. Casteren, 1444, A, BP 1214 f124;­

SMOLLEKENSBEEMD Smollekens beemd, Hezelaar, [belend] den Dommel, 1778, Leenh. v. Brab. 1114; Waarschijnlijk hetzelfde als Smunniksbeemd.

SMOUWBEEMD Den smouw beemt, 1732, Leenh. v. Brab. 1117 f119v; Is deze naam te vergelijken met Smollekensbeemd?

SMULDERSGAT Smuldersgat, 1880, E 265, 73a60ca, NA doosnr. 476; Wordt hier  misschien *Smaldersgat bedoeld?

SMUNNIKSBEEMD Smonningsbeempt, [belend] den Dommel, 1688, Leenh. v. Brab. 1115 f26v; (weiland) Smunniksbeemd, 1885, B, NA doosnr. 481 nr.108; Smunniksbeemd, 1892, B 1386-87, NA doosnr. 488;

SONSBEEK (Gehakt hout liggende te liempde op de dreef van het landgoed gen.) Sonsbeek, 1885, NA doosnr. 481 nr.169;

SPEET Mastenknuisten liggende te Liempde langs het Speet, 1918, NA 752 nr.19; Vgl. Gemene Speet.

SPETEN De Speeten aent' gemeene Speetjen, 1683, A, BP R1676 f224;­

SPORKELAARS VOORT Lyemde, die gemeynt sporkelaers voert, 1403, BP R1183 f73v;

STAAFPAD (Twee stukken) aen den Staefpad*(behorende tot het goed (ten Bichelaer), 1734, 4l50½r, Leenh. v. Brab. 1117 f242v; Lees *Haespad (zie daar).

STAARTAKKER (Drie strepen land) met den houtwasch gen. den put en stertacker (gelegen in de parochie en jurisdictie van Boxtel, t.pl. gen. Casteren), 1604, ZLH regestnr. 288;

STEEG Cleynder Liempde, [Aert Hauwbraken] inde Steeghde ende Prangen; op sijnen prangen, 1682, E, F54 [f24],[f26v]; Verponding Kleinderliempde.

 

Ger van den Oetelaar

 

1 januari 1996: Liempde bij Boxtel of...

Met deze titel schreef ik deze maand, op verzoek van de redactie van de Boxtel Kroniek-het kwartaalblad van onze zustervereniging Heemkunde Boxtel- een artikel. Een gedeelte hiervan is bijgevoegd voor een indruk.

Op vrijdag 4 november j.l. las ik, na het voltrokken van een huwelijk in het Veldhovense, een opiniestuk in het Eindhovens Dagblad met als titel "Boxtel, Best en Oirschot als Groene Woud." De idee: een grootschalige herindeling van genoemde drie gemeenten (80.000 inwoners) als tegenwicht tegen de drie Brabants steden tussen Het Groene Woud Tilburg, 's-Hertogenbosch en Eindhoven. Of het er ooit van komt is maar de vraag. Het tekent wel dat herindeling en zelfstandigheid van gemeente nog steeds leeft. Daarom ook wilden de gemeenteraden van Boxtel en Sint-Michielsgestel wel intergemeentelijkse samenwerking, maar geen definitief samengaan. Of dat er nog ooit van komt ligt in de toekomst opgesloten.

Genoemd opiniestuk van Oirschottenaar Gerard Vinke stond onlangs (dinsdag 8 november) ook in het Brabants Dagblad editie De Meierij. Benieuwd of hier op wordt gereageerd?

Arnold van den Broek                                                                                                                  secretaris Erfgoedvereniging Kèk Liemt

 

 

De Geelders & Marggraff

Kenmerkende Marggraff-poorten sieren sinds kort de Liempdse toegangen voor De Geelders. Oirschottenaar Sjef Vingerhoeds maakte en plaatste deze degelijke poorten en accentueerde hiermee de band tussen Marggraff en De Geelders. De poorten zijn voorzien van het wapenschild van de familie Marggraff en "De Geelders". De poorten voorkomen het misbruik van de zandpaden in de kwetsbare Geelders door 4x4-crossers en motoren. Op de foto (van Bert Vervoort) de poort op het wegje "Gilders" het pad naar Schijndel dat vroeger Tuitelaersweg heette. De andere Liempdse poort staat op de Schutstraat (Kasteren). Ook aan de Rooise kant van De Geelders zijn een 5-tal poorten geplaatst. 

Ger van den Oetelaar

 

De Gemeijnt Bodem van Elde...

De Gemeijnt Bodem van Elde, erfgoed en natuur in Kasteren, Olland en Gemonde vanaf de 13e eeuw. 

Deze titel draagt het boek dat in opdracht van Natuurwerkgroep Liempde en Stichting Natuurprojecten Liempde en waarbij we als Kèk Liemt ook ons steentje hebben bijgedragen op zaterdag 19 november a.s. wordt gepresenteerd.

De auteurs Willie Damen uit Sint-Oedenrode en Ger van den Oetelaar uit Liempde leggen in het boek tal van historische wetenswaardigheden bloot die zich afspeelden op deze gemeenschappelijke gronden. In Gemonde verwijst een straatnaam naar de Bodem van Elde; in Schijndel kennen we het Eldecollege en tot voor kort viel De Vlaswiek onder zorggroep Elde, thans zorggroep Elde/Maasduinen.

Kortom tal van verwijzingen in de regio dragen de naam 'Elde' met zich mee. Maar wat weten we eigenlijk van de Bodem van Elde. Nieuwsgierig geworden. Het boek komt na komende zaterdag te koop via Picture Publishers en kost 34,95 Euro. Van harte aanbevolen. 

 

Erfgoedvereniging Kèk Liemt


Keefheuvel 20, 5298 AK Liempde
E-mail: info@kekliemt.nl