De stad 's-Hertogenbosch was een belangrijke handelsstad, ook voor de doorvoer van goederen van en naar het Prinsdom Luik. Medio jaren 40 van de 18e eeuw klaagde Luik meermalen over de slechte wegen naar 's-Hertogenbosch. Deze stad, op zeker moment bang om haar positie als belangrijke speler als handelsstad te verliezen, besloot op haar kosten een steenstraatweg aan te leggen.

In 1741 verleende de Staten-Generaal het octrooi aan de stad 's-Hertogenbosch voor de aanleg van het eerste stuk van de weg, dat van 's-Hertogenbosch in rechte lijn richting Boxtel zou worden geprojecteerd. Het gedeelte tot aan Boxtel werd in 1742 voltooid. Het traject Boxtel-Eindhoven ondervond veel problemen. In het Besterbroek kwamen veel moerassige percelen voor met tot gevolg dat over grote afstand gebieden moesten worden afgewaterd, drooggelegd en opgehoogd. De bestrating met stenen werd slechts gerealiseerd tot de Barrier aan Best. Door allerlei politieke en geldproblemen kwam de Steenweg van Best naar Eindhoven pas in 1818 gereed.

In de lezing komen ook enkele wetenswaardigheden rond De Liempdse Barrier aan bod. Van Nooijen noemt onder andere: "Meisjes van plezier aan de Liempdse Barrier."

In 1877 adviseert het Provinciaal bestuur de gemeente Liempde om een keiweg door de kom van het dorp aan te leggen. Verzoekschriften uit de Liempdse gemeenschap en die van Sint-Oedenrode hebben voorlopig nog geen resultaat. Pas in 1886 besluit de gemeenteraad van Liempde tot de aanleg van een keiweg over 'den Bokstelschen (voet)pad' -de huidige Boxtelseweg- via de Laarsche straat -de huidige Barrierweg- richting Best. In juni 1888 wordt deze weg opgeleverd en daardoor het isolement van Liempde enigszins -vooral in de wintermaanden- verminderd. 

FOTO - Beeldbank Liempde.